De acteur Johnny Depp lijkt in alles een kunstenaar die de vertrouwdheid van zijn «normale stijl» verlaat en de grenzen van zijn talent opzoekt. Vorig jaar waren er signalen dat hij bezig is de buitenissige types te ontstijgen die hij speelt in films als Fear and Loathing in Las Vegas (1998, Terry Gilliam) en de western Dead Man (1995, Jim Jarmusch). Deze rollen waren briljant, maar Depp dreigde te verzanden in het karikaturale, totdat hij besloot een piraat te spelen. Zijn rol als kapitein Jack Sparrow in Pirates of the Caribbean (2003, Gore Verbinski) was een doorbraak, een verbluffende mix van camp en melancholie. Met zijn nieuwste film is het alsof Depp volwassen is geworden als acteur, wat nogal ironisch is. Want in Finding Neverland speelt hij de rol van Sir James Matthews Barrie, schepper van Peter Pan, de jongen die altijd dezelfde blijft.

Depp draagt de hele film. Zijn vertolking van de beroemde schrijver grenst aan perfectie, van het foutloze Schotse accent tot zijn interpretatie van de complexe relatie die Sir James had met Sylvia Llewellyn Davies en haar vijf kinderen. Het grootste pluspunt is dat Depp, een sekssymbool bij uitstek, erin slaagt een Barrie neer te zetten die net als in het echte leven nauwelijks seksuele gevoelens had, en zeker niet voor Sylvia en haar kinderen.

De film, gebaseerd op een toneelstuk van Allan Knee, wijkt af van bekende biografische gegevens over het leven van Barrie. Anders dan in de film was Sylvia’s echtgenoot, Arthur, nog in leven toen Barrie de jongens in Kensington Gardens ontmoette. Hij stierf pas jaren later, toen Peter Pan al een succes was. En in de film ontwikkelt Barrie een speciale relatie met de kleine Peter, terwijl hij zo’n verhouding in het echt had met Michael, die later geboren werd en die literair getalenteerd was.

Niettemin, wat werkt is de verzonnen aantrekkingskracht tussen Barrie en Sylvia. De spanning tussen hen is effectief, omdat deze in dienst staat van het hoofd motief, namelijk de kracht van de verbeelding. Sylvia is niet in staat Nimmerland te «bereiken», aangezien zij een gevangene is van de repressieve normen en waarden van de hogere klasse in het vroege Edwardiaanse tijdperk. Toch slaagt zij erin haar kinderen vrij te laten om zich onder te dompelen in de subversieve daden van Barrie. Zijn talent is niet het schrijven, maar het feit dat hij ertoe in staat is schaamteloos te spelen als een kind. Een mooi moment in de film komt wanneer Barrie een piraat speelt en de Davies-kinderen «gevangenen» zijn op zijn schip. Tijdens het spel ontkiemt het personage Haak, de piraat die vecht tegen Peter Pan. Maar er is meer, want ook hij is er dan opeens weer: de verrukkelijke kapitein Jack Sparrow van Pirates of the Carib bean, compleet met een Cockney-accent en het beschonken Keith Richards-stapje. Misschien is Depp daarom zo overtuigend als Barrie: net als de schrijver is de acteur in zijn diepste wezen ook een kind dat ervan houdt spannende kleren aan te trekken en te doen alsof.

Het is jammer dat Depps eerlijkheid als acteur en het feit dat hij nu aan de top van zijn kunstenaarschap staat niet een aanstekelijke uitwerking hebben op de film als geheel. Regisseur Forster houdt de vaart in de vertelling, maar de film is uiteindelijk te gelikt. Beeld en muziek hebben een typische Hollywood-glans, waardoor sentimentaliteit aan het einde overheerst. Hier komt bij dat het werk eigenlijk een hervertelling wil zijn van Peter Pan, met Sylvia als Wendie en haar zoons als de Verloren Jongens. Het is dan handig de allerbeste verfilming van Barries verhaal in herinnering te roepen, en dat is P.J. Hogans Peter Pan uit 2003, de eerste en enige filmversie waarin de echte Peter Pan aan bod komt, een tragische jongen die niet doorheeft dat hij als gedroomde figuur niet bestaat.

Te zien vanaf 9 december