Het werk van de jonge Israelische kunstenaar Uri Tzaig (1965) bevat veel spelelementen. Het meest direct is dat te zien in de video Universal Square (1995), waarin hij twee voetbalteams de volle negentig minuten laat spelen met twee ballen. Deze minimale ingreep ontregelt het spel totaal. De functies van aanvallers, verdedigers en spelverdelers worden onduidelijk en de scheidsrechter weet niet hoe hij fluiten moet. Voetbal met één bal mag dan oorlog zijn, met twee ballen wordt het een diplomatiek steekspel, en als Universal Square een treffende metafoor voor het Palestijns-Israëlische conflict.
Uri Tzaig speelt met spelregels, of suggereert spelregels waar ze er niet zijn. In de video Trance (1998) zien we een bovenaanzicht van een ribbelig speelbord waaraan twee personen een onduidelijk spel met knikkers spelen. Spelregels zijn niet te ontdekken, maar de motoriek van de spelers - twijfelen, lang nadenken, bedachtzame plaatsing van een zwarte knikker naast een rode - suggereert een systeem. De toeschouwer gaat onwillekeurig op zoek naar de sleutel van dat systeem. Niet bereid een regelloos spel te accepteren.
In de zestig minuten durende film Tempo (1998), die momenteel in de Vleeshal in Middelburg is te zien, gaat Tzaig nog een stap verder. Dit keer is de film niet de registratie van een gesaboteerd of gesuggereerd spel, maar het spel zelf.
De spelregels zijn: 1. de film is opgebouwd uit 60 fragmenten van precies 1 minuut; 2. de scènes zijn bijna allemaal opgenomen met een statische camera; 3. de opeenvolgende situaties mogen niets met elkaar te maken hebben.
Wie zich aan deze spelregels onderwerpt, geraakt na ongeveer tien minuten in een staat die misschien het beste als half-bewustzijn is te omschrijven. Het primaire verlangen naar betekenis en een logische of op zijn minst narratieve volgorde verdwijnt, en onwillekeurig kom je in een weldadige losgeslagen droom terecht. De beelden die soms saai en dan weer van een wonderlijke schoonheid zijn (dit lijkt niet echt van belang) behouden in de verzameling hun autonomiteit: een Japanse zanger in een bos, door wind bewogen schommels, voetballende jongens voor een reusachtige rode muur, en masse t'ai-chiënde Chinezen, een groep mannen in onderbroek die, om voor de kijker onduidelijke redenen, gewogen worden, een klassiek vrouwelijk naakt, een Zeeuwse polder waar de schaduwen van wolken overheen glijden. Wie zoekt naar het verband of een clou, zoekt vergeefs. Je hebt veel gezien en je hebt niets gezien. Tempo is een spel dat tegen alle regels van geordende waarneming ingaat. De beelden zoeken dagen later nog naar een plaats in je geheugen. Die plaats is niet te geven. Ze blijven op zichzelf staan en kunnen ieder moment weer opduiken.
De enige kritiek die je zou kunnen geven is dat Tzaig halverwege de zestig minuten zijn eigen strakke spelregels overtreedt en sommige situaties herhaalt. Dat is overbodig en doet afbreuk aan het werk. Ook heeft hij soms last van humor. Maar de overige vijftig minuten, de uitstekende presentatie (stoelen!) en de prachtige muziek van componist Arto Lindsay maken die paar overtredingen meer dan goed.
- Power Up. Een groepstentoonstelling van jonge, en langzamerhand ook vroeg-middelbare, talenten, met ruim aandacht voor video. Werk van onder andere Ram Katzir, Ida Lohman, Federico D'Orazio, Sandra Sterle e.v.a. Museum voor Moderne Kunst Arnhem, Utrechtseweg 87, Arnhem. T/m 15 november. Open: dinsdag t/m vrijdag van 10.00-17.00 uur, zaterdag en zondag van 11.00 tot 17.00 uur. Informatie: 026-3512431