
Wie na deze satire gesitueerd in de wereld van de moderne kunst nog naar conceptueel werk kan kijken zonder te blikken of te blozen moet sterk in zijn schoenen staan. Iets zoals de installatie bestaande uit hoopjes gruis: al tijdens de eerste scène waarin het betrokken kunstwerk in beeld komt, denk je onwillekeurig: daar moet geen stofzuiger in de buurt komen. Een tijdje later is het inderdaad raak: ongelukje, laat een schoonmaker weten.
The Square van Ruben Östlund bevat dezelfde nuchtere, conservatieve ideeën over de moderne maatschappij als die in Force Majeure, de film waarmee hij drie jaar geleden doorbrak. Legt Östlund in deze laatste film de leegte van moderne opvattingen over liefde en relaties bloot (een vrouw van rond de dertig die vertelt dat ze poly-amoreus leeft en daar dolblij van is, wordt uiteindelijk weggezet als een gek), in The Square steekt hij de draak met de wartaal die tekstschrijvers over de moderne kunst uitslaan. Kunstjournalist Anne (Elisabeth Moss) stelt in een interview met curator Christian (Claes Bang) een vraag over tekst op de website van het museum in Stockholm. Ze is ‘geen academicus’, zegt ze, en ze wil weten wat het stuk over kunst zegt. Maar Christian heeft géén idee.
Het mooie is dat Östlund willekeur als motief gebruikt om zijn eigen film van gewicht te voorzien. Het vierkant uit de titel verwijst naar een kunstwerk bestaande uit straatklinkers. Hiermee wil de maker laten zien ‘hoe mensen in een sociale omgeving in verhouding tot elkaar staan’. Dat is weer zo’n wollig statement zonder inhoud, en toch is precies dat het thema van The Square: de absurditeit van een samenleving die tot op het bot verdeeld is. Aan de ene kant zijn er ‘gewone mensen’.
Aan de andere is er de wereld van cultuur en geld, verpersoonlijkt door Christian en Anne. Wat kunnen we van hen leren? Deze intellectuelen duiken samen in bed. Na afloop doet de eerste het condoom eraf. Dan volgt er een ruzie – om het sperma. Anne biedt aan het zaakje weg te doen, want ze gaat toch naar de wc. Maar Christian weigert. Ik doe het zelf weg. Waar heb je het over? wil Anne weten. Nee, antwoordt Christian, ik doe het wel. Zo gaat het heen en weer. Christian: zeg, blijf van mijn sperma af. Anne: doe eens normaal.
De scène is hilarisch, maar wat er aan de hand is, is onduidelijk. Zingeving en betekenis zijn ver te zoeken in de abstracte wereld waarin Christian en Anne leven. Dat blijkt ook als de tentoonstelling opent met een door de pr-afdeling bedachte act: een gespierde man met ontbloot bovenlijf loopt tussen de tafeltjes van de dinerende gasten door. Hij speelt een aap. Ruikt aan de mensen. Wriemelt hier en daar aan een vrouw. Langzaam stijgt de spanning. Hij springt op een tafel. Maakt oergeluiden. Het publiek beweegt tot op het randje van paniek. Wat nu als dit echt is?
The Square toont de tragiek van leven in het abstracte: hoe vrijblijvend dat kan zijn. Dan kun je alles zeggen terwijl je nooit iets van belang zegt, dan kan een deel van een kunstwerk in een stofzuiger verdwijnen zonder dat iemand het verschil merkt.
Te zien vanaf 9 november