Mountain, regie Jennifer Peedom © Cinemien

Bergen zijn zo diep in films geworteld dat er zelfs een genre van bestaat: de ‘bergfilm’, in de jaren twintig uitgevonden door de Duitse regisseur en geoloog Arnold Fanck (1889-1974), vaak met een atletische Leni Riefenstahl in de hoofdrol. Wat nu precies die aantrekkingskracht van de berg is, laat Mountain zien, een filmessay waarin muziek van het Australisch Kamerorkest samensmelt met spectaculaire beelden van besneeuwde toppen en bergbeklimmers op grote hoogte onderweg naar de top zonder ook maar een stukje touw. De kern van deze obsessie ligt in de spaarzame zinnen van de vertelling, ingesproken door acteur Willem Dafoe, en die gaan over ons zoeken naar het sublieme.

De voice-overtekst, gebaseerd op het boek Mountains of the Mind (2003) van Robert Macfarlane, bevat zinnen als: ‘Terwijl het alledaagse veiliger wordt, speuren we elders naar gevaar.’ En: ‘Nooit voel je je meer levend als tijdens het moment waarop je weet dat je kunt sterven.’ Dit klinkt behoorlijk clichématig. Maar de context van de overweldigende beelden van bergen stroopt de woorden van geijkte betekenissen waardoor ze alleen maar krachtiger worden. Ook de muziek, composities van Chopin, Grieg, Vivaldi en Beethoven, draagt bij aan het gevoel dat je overweldigd wordt door iets wat eigenlijk bekend is.

Als filmessay vraagt Mountain de kijker stil te staan bij wat er achter het alledaagse aan de hand is. In de film zien we beelden van massa–toerisme op de pistes, wat schaamte oproept: hoe is het mogelijk dat de mens de berg bewust stroopt van alle mysterie? De natuur wordt achteloos weggehaald; grote machines slopen hele bossen om nog maar eens een fijne afdaling te creëren. Dit drama speelt zich niet alleen in Europa af. Ook de Everest is inmiddels aan de ‘macdonaldisering’ van de natuur ten prooi gevallen. We zien lange rijen bergbeklimmers tegen de wand van de machtige berg onderweg naar de top. ‘Dit is niet bergbeklimmen’, klinkt de stem van Dafoe, ‘dit is in de file staan.’

De film biedt geen rationeel betoog, maar de mogelijkheid via het gevoel iets van de kracht van bergen te ervaren. De fotografie is een prestatie van formaat; het is een raadsel hoe de Australische regisseur Jennifer Peedom erin is geslaagd de adembenemende beelden te maken van klimmers die een enorme bergwand op klauteren. Of van een jonge man – hij ziet eruit als een toerist – die op een hoogte van vele duizenden meters op een richel van nauwelijks een paar centimeter breed heen en weer loopt.

En de vraag: waarom toch? Als een geest aanwezig in Mountain is de Duitse regisseur Werner Herzog die bergen heel vaak heeft gefotografeerd voor zijn films, en die in dit verband spreekt over het sublieme, zowel de filosoof Kant als de obscure Griekse schrijver Dionysius Longinus citerend. Komt erop neer: geconfronteerd met de onweerstaanbare kracht van de natuur realiseren we onze menselijke nietigheid. En Longinus: een verhoogde staat, verheven boven onze eigen natuur, bereiken we door contact met het sublieme, dat ons treft als een bliksemschicht.

Te zien vanaf 22 maart