Wat is nu precies de nalatenschap van True Detective? Bij die vraag hoort meteen een kanttekening, want de hbo-serie debuteerde afgelopen januari en is sinds deze week pas op dvd verkrijgbaar. Maar toch. Zelden werd een tv-serie zo snel gecanoniseerd als True Detective, een achtdelig epos bedacht en geschreven door Nic Pizzolatto en geregisseerd door Cary Joji Fukunaga. Na vijf afleveringen labelden zo’n beetje alle critici de serie als de beste, meest kunstzinnige politiethriller sinds Twin Peaks, na zeven afleveringen hadden alle vrouwelijke critici er het stempel misogyn opgeplakt, en na acht afleveringen waren de meningen even gepolariseerd, haatdragend en kolderiek als in een Italiaans parlement.

De eerste respons was overweldigend. True Detective zou het genre van de whodunit openbreken zoals dat in tijden niet was gebeurd, door een intenser, duisterder verhaal te vertellen dan de meeste tv-makers durfden. In 1995 wordt een meisje vermoord aangetroffen buiten een dorpje in Louisiana. Ze is een prostituee, haar handen zijn gebonden, haar ogen geblinddoekt, ze heeft een vreemde tatoeage op haar rug en iemand heeft haar een gewei van takken opgezet. Het is de eerste zaak die detective Marty Harte moet oplossen met Rust Cohle, die net vanuit een andere staat getransfereerd is na een lange tour undercover. De mismatch is in alles evident: Marty (Woody Harrelson) is alles wat je verwacht van een zuidelijke detective. Een familieman, getrouwd met de homecoming queen, twee lieve dochters, het type dat kantoorhumor uithaalt, bier drinkt en football kijkt met vrienden en in het weekend een barbecue erbij pakt – en af en toe de secretaresse te grazen neemt. Zijn gezicht is open en vriendelijk, als een aardappel waar een kleuter een mond in heeft gekerfd en twee vrolijke zilveruitjes als ogen in heeft geprikt.

Het gezicht van Rust Cohle daarentegen (Matthew McConaughey) ziet eruit alsof alle onderdelen koste wat het kost zijn hoofd willen ontvluchten: zijn jukbeenderen steken zo scherp door zijn huid heen dat je je aan ze zou kunnen snijden, zijn ogen poppen bijna uit hun kassen. En daarboven dan een keurig dissonant schooljongenskapsel. Wat zich in dat hoofd afspeelt moet net zo intens zijn: als Marty gezellig wat babbelt, veinst Rust geenszins ook maar de geringste belangstelling. Hij ontsteekt in kalme, meanderende monologen die een nihilistische filosofie verkondigen die ergens het midden houdt tussen James George Frazer, William Blake en een soort Nietzsche waarbij God is overleden maar als vampier uit de dood is opgestaan. ‘The honorable thing for our species to do is deny our programming, stop reproducing’, zegt hij tegen familieman Marty, die even later aan hem vraagt waarom hij als atheïst in zijn spartaanse appartement een crucifix heeft hangen: ‘I contemplate the moment in the garden, the idea of allowing your own crucifixion’, zegt Rust. Gezellig.

Wat zich in 1995 afspeelde wordt verteld door Marty en Rust zelf, die apart van elkaar geïnterviewd worden door twee andere agenten, blijkbaar nadat de oorspronkelijke moordzaak is heropend na de vondst van een meisje dat op een soortgelijke manier werd achtergelaten. Marty is in de tussentijd nauwelijks veranderd. Zijn hoofd is kaler, zijn buik boller, zijn trouwring is verdwenen. Hij is sadder and wiser, maar in de dingen die hij zegt en de manier waarop (‘I’m really just a regular guy… with a big-ass dick’) is hij nog dezelfde man die hij ooit was. Dat geldt niet voor Rust: hij heeft een paardenstaart en een druipende snor. Waar zijn ogen zeventien jaar eerder als twee maanstenen in zijn hoofd schenen, zijn ze nu dof. Tijdens het gesprek drinkt hij een sixpack bier leeg, want, zo zegt hij, ik doe dit gesprek in mijn vrije tijd, en in mijn vrije tijd drink ik.

Wat duidelijk wordt, is dat er in de tussentijd iets is voorgevallen waardoor Rust en Marty geen contact meer met elkaar hebben. Iets wat omineuzer lijkt als je gaandeweg merkt dat het verhaal dat ze vertellen steeds meer begint af te wijken van wat je te zien krijgt. Zijn de mannen die zijn omgekomen bij een schietpartij in de bossen met Marty en Rust wel de echte daders geweest? En hoe zijn ze precies omgekomen?

De donkere personages – niet alleen Rust en Marty, maar ook alle hoertjes, dealers, geestelijken, weeskinderen en daklozen waar hun zoektocht ze langs brengt – creëerden de zo geprezen sfeer; Harrelson en McConaughey zetten zo ongeveer de beste rollen uit hun carrière neer. Amerikaanse websites en tijdschriften publiceerden hele essays over het landschap van True Detective, de wilde bossen die tussen verlaten energiecentrales en staalfabrieken opbloeien en de nieuwe natuur van deze tijd vormen. De lof voor de regie bereikte een hoogtepunt na de slotscène van de vierde aflevering, waarin Rust undercover meewerkt aan een overval in een getto door een motorbende. De overval escaleert in een buurtrel met schiet- en vechtpartijen, en Rust sleurt de informant om wie het hem te doen is aan zijn nekvel mee uit deze oorlogszone, naar Marty die in een grommende vluchtauto klaar staat – en dit alles in een minutenlang onafgebroken tracking shot door één camera. Dit was, jubelde zo’n beetje iedereen, de meest ambitieuze cinematografie op tv in jaren.

De serie gaat over mannen, mannen die bang zijn, mannen die domineren, mannen die hun diepste ik onderdrukken

Dit was ook, schreven vooral de vrouwelijke tv-recensenten, de meest vrouwonvriendelijke tv-serie in jaren. Want terwijl de mannen alle ruimte hebben om hun spierballen en hun hersenen te showen, zijn de vrouwen de ontvankelijke partij. Ze moeten worden gered en anders gewroken. Of het nu prostituees zijn of niet, ze dienen zich aan en de mannen mogen gebruik van ze maken wanneer en hoe ze dat maar willen. Alle vrouwen staan te springen om geschaakt te worden. Als Marty een meisje ontmoet in een telefoonwinkel, stuurt ze hem binnen de kortste keren naaktselfies en hitsige sms’jes. Op Marty’s vrouw na (een heel sterke Michelle Monaghan) hebben alle vrouwen iets lijdzaams, iets onderdanigs. De cinematografie sluit daarbij aan, laat geen camerastandpunt onbenut om boezems, billen en andere welvingen in al hun gezonde glorie te tonen. De seksscènes zouden zo gechoreografeerd zijn dat de lichamen van de vrouwen vol belicht op de voorgrond komen – scènes die bovendien verder weinig aan het verhaal toevoegen.

Wat de cinematografie betreft, snijdt dat zeker hout. Het is een veelvuldig gehoorde klacht bij seksscènes in tv-series, Game of Thrones voorop, dat ze wel heel erg inspelen op de male gaze. Maar je kunt je afvragen of voor de rest het woord ‘vrouwonvriendelijk’ het juiste is. Misschien moet je tot de conclusie komen dat True Detective niet in vrouwen is geïnteresseerd, zoals Knielen op een bed violen niet geïnteresseerd is in de nawerking van de industriële revolutie, of Mad Men in het cultuurstelsel in Nederlands-Indië. De serie gaat over mannen, mannen die bang zijn, mannen die domineren, mannen die hun diepste ik onderdrukken. Als je de serie zou willen betrekken in het grote moderne feministische man-vrouwvraagstuk, dan zou je kunnen opmerken dat True Detective refereert aan wat de Duitse cultuurwetenschapper Christoph Kucklick afgelopen voorjaar opmerkte in een veelbesproken essay in Die Zeit. Kucklick had het over de ‘negatieve andrologie’ (de leer van de man): het idee dat ver voor het feminisme, al sinds de Verlichting, dat wat typisch ‘mannelijk’ is als negatief wordt beschouwd – geweld, seks, heerschappij – en dat de maatschappij afdwingt dat dit intern wordt afgeremd. True Detective speelt zich af waar die interne huishouding faalt, of juist wordt gebotvierd.

Daarmee kom je ook bij de derde golf van de kritiek, na de laatste aflevering, de grote ontknoping. Door de filosofische toon van de serie waren de verwachtingen hysterisch hoog gespannen – er ontstonden allerlei speculaties over verborgen visuele clous, over referenties aan boeken en films waarin moorden werden gepleegd en waarin hints te vinden zouden zijn hoe we True Detective moesten ‘lezen’. (Televisiecritica Emily Nussbaum schreef in The New Yorker dat de serie daarin zichzelf té serieus nam: ‘It has so much gravitas, it could run for president’.) Uiteindelijk bleek alles veel simpeler in elkaar te zitten. Er is een dader, een achtervolging, een ontknoping.

Dat zo veel mensen over zo’n eendimensioneel einde struikelden laat zien dat True Detective verkeerd werd gelezen. Namelijk dat het een detective is. Het is een misvatting die misschien wel het best werd weerlegd door de makers van de populaire bbc-serie Sherlock, toen die de klacht kregen dat het oplossen van misdaden in Sherlock wel heel erg naar de achtergrond verdween. Sherlock is geen detectiveserie, zeiden de makers, het is een serie over een detective.

Hetzelfde zou je kunnen zeggen over True Detective. Er is misschien wel een moord gepleegd, maar dat maakt het nog geen whodunit. Marty Harte heeft een schat van een vrouw en twee dotten van kinderen en toch kan hij zich niet inhouden om vreemd te gaan. Dat wordt dan misschien wat verlekkerd in beeld gebracht, maar als je hem zeventien jaar later met een gebroken gezicht ziet voelen aan de plek waar ooit zijn trouwring heeft gezeten, dan beklijft die missende ring toch aanzienlijk meer.


True Detective is nu verkrijgbaar op dvd en Blu-ray, € 34,99

Beeld: Rust Cohle (Matthew McConaughey) en Marty Harte (Woody Harrelson (HBO).