Drie weken na #LuxLeaks – u weet wel: die 28.000 gelekte PwC-documenten die een onthutsend kijkje opleverden in de ruim vijfhonderd ‘tax rulings’ die Luxemburgse multinationals met de Luxemburgse fiscus hadden gesloten en hun honderden miljarden aan fiscale voordelen hadden opgeleverd – sprak vorige week donderdag, in een interview met acht grote Europese kranten, de kersverse president van de Europese Commissie, Jean-Claude Juncker, voorzichtig zijn spijt uit over de wijze waarop de Luxemburgse jurisdictie de afgelopen decennia multinationale ondernemingen in staat heeft gesteld op massale schaal belasting te ontwijken.
Juncker: Als ik het opnieuw zou mogen doen zou ik kritischer en nauwkeuriger kijken naar die afspraken tussen bedrijven en fiscus die nu in opspraak zijn gekomen en zou ik de minister van Financiën meer controle geven over deze fiscale praktijken.
Het was een gekwalificeerde spijtbetuiging. Want Juncker gaf tevens aan dat het toenmalige Luxemburg geen alternatief had. Als armlastig ministaatje had het alleen staal en banken en toen staal wegviel moest er naarstig worden gezocht naar een alternatief. Het werd belastingontwijking, waar Luxemburg met Nederland, Ierland en het Verenigd Koninkrijk wereldleider in is geworden.
Juncker: Om onze afhankelijkheid van het bankwezen te verminderen, hebben we met alle middelen – maar geen illegale – geprobeerd om de economie te diversificeren. Soms tegen de wens van onze buurlanden in. Maar het doel was toch echt een bredere economische basis. Het is nooit de bedoeling geweest om andere landen te schaden, ook al hebben buurlanden vaak het tegendeel beweerd.
Maar Juncker de overlevingspoliticus zou Juncker niet zijn als het interview geen giftig angeltje bevatte.
Juncker: Ik ben niet boos maar wel een beetje teleurgesteld dat alleen Luxemburg nu wegens belastingontwijking onder vuur ligt. 6 november presenteerde de Nederlandse Rekenkamer een publiek rapport over belastingontwijking in Nederland. Daarin werd geconcludeerd dat multinationals in Nederland minder dan een procent belasting betalen. Maar daar heeft niemand het over.
Juncker verwijst naar het onderzoek dat de Algemene Rekenkamer op verzoek van de Tweede Kamer naar belastingontwijking in Nederland heeft gedaan. Het had het slotakkoord in het lopende debat over het Nederlandse belastingparadijs moeten worden. Het werd echter gelijktijdig met #LuxLeaks gepresenteerd en daar volledig door overstemd.
Het tekent het grote belang van belastingontwijking voor de BV Nederland dat zelfs de Rekenkamer niet om de sector zelf heen kon. Niet criticaster van het eerste uur, gevierd Kamerlid voor GroenLinks en lid van het presidium van de Rekenkamer Kees Vendrik mocht het rapport naar de Kamer dragen, maar oud-Deloitte-partner Paul Doop mocht dat doen.
Oftewel, een prominent lid van het alumninetwerk van een organisatie die net als PwC, KPMG en EY voor zo’n veertig procent van zijn omzet afhankelijk is van de verkoop van fiscale ontwijkingsconstructies was bij de Rekenkamer verantwoordelijk voor een cruciaal onderzoek naar belastingontwijking. En net als eerder bij de rapportage van Stichting Economisch Onderzoek zijn critici en ngo’s niet om commentaar gevraagd.
Geen wonder dat staatssecretaris Wiebes in het onderzoek vooral vergoelijkende conclusies las. De Belastingdienst volgt keurig de protocollen, en de Nederlandse protocollen zijn volledig in overeenstemming met Europese en internationale regels. Niets aan het handje dus. En ja de reële tarieven zijn laag, maar in lijn met omringende landen. En gelukkig maakte het persbericht (anders dan het rapport zelf) duidelijk dat daarmee Ierland, Luxemburg en het Verenigd Koninkrijk werden bedoeld, erkende belastingparadijzen.
Wie wat beter leest, slaat echter al snel de schrik om het hart. Ook de Belastingdienst weet namelijk vooral weinig. Wel totalen, maar geen verbijzonderingen omdat, en nu komt het: ‘deze sinds 2007 niet meer cumulatief worden bijgehouden’. En dus moest de Rekenkamer het met een steekproef van de Belastingdienst Grote Ondernemingen Rotterdam doen.
Uit die steekproef blijkt vervolgens dat er ondanks een nominaal tarief van vijftien procent ‘door verdragen en Europese regelgeving nauwelijks (minder dan een procent) dividendbelasting hoeft te worden ingehouden’. Over de schade die Nederlandse fiscalisten de schatkisten in omringende landen bezorgen, zweeg het onderzoek dan ook in alle talen. En dat is toch echt de eigenlijke kwestie.
Nu zelfs de Rekenkamer het heeft laten afweten, is gekissebis tussen belastingparadijzen onderling de enige hoop die de burger nog heeft om de pest van belastingontwijking door multinationals te beëindigen. Vandaar dat het klikken van Juncker zo veelbetekenend was: Luxemburg is bereid Nederland in zijn val van het belastingontwijkingslijstje mee te nemen.