Dodewaard, 19 september 1981. Eerste dag van de blokkade © Bert Verhoeff / HH

Het is zaterdag 19 september 1981. ‘Eet geen appeltáárt uit de buurt van Dodewáárd, eet nooit meer mosselen uit de buurt van Borssele. Daar krijg je kanker van onder je hersenpan!’ Vrolijk zingend bestijgen duizenden mensen wandelend de Waaldijk in Dodewaard. Een fanfare blaast een vrolijke deun. Twintigers en dertigers, punkers en meer hippie-achtigen zeulen bouwmaterialen met zich mee: balken, planken en zelfs oude beddenspiralen.

Het is de eerste dag van de blokkade van de kerncentrale in Dodewaard. Maandenlang is er in tientallen basisgroepen over vergaderd. Want hoe blokkeer je een centrale? Hoeveel geweld mag je daarbij gebruiken? Vooral die geweldsdiscussie vrat energie. Uiteindelijk is voor het compromis gekozen om met zelfgemaakte houten huizen en menselijke ketens de centrale te blokkeren. Er mag niemand meer in of uit. Dit is de doe-het-zelf-generatie in actie. De leus is dan ook niet ‘Dodewaard moet dicht’ maar ‘Dodewaard gáát dicht’.

Plok, plok, plok. Hamers drijven lange spijkers in balken. Na een half uur kan niemand meer de centrale bereiken. Opeens schuift er een linie ME’ers naar voren; actievoerders haken in en gaan voor de barricaden zitten. De agenten tikken met hun stokken op hun benen, de kleppen aan hun helmen klappen dicht.

37 jaar later, woensdag 12 december 2018. De dijk kronkelt met de slingerende Waal mee. De velden zijn wit uitgeslagen, honderden ganzen houden even pauze op hun trektocht naar het zuiden. Voorbij het dorp Dodewaard doemt links een rechthoekig betonnen blok op. De karakteristieke schoorsteen is verdwenen, maar voor de rest staat de kerncentrale er nog zo bij als toen.

De portiersloge is leeg. ‘Gelieve geadresseerde post en pakketten bestemd voor gkn, Waalbandijk 112a te bezorgen in het Ondernemerscentrum De Schalm in Andelst’, vermeldt een bordje in het raam. Het vermelde telefoonnummer is ook van De Schalm. ‘Die mensen van de centrale zijn hier hooguit een middag in de week’, zegt de telefoniste.

Dit is een slapende kerncentrale. Losgekoppeld van het hoogspanningsnet is het hoogradioactieve reactorvat ingepakt in meters dik beton. Drie camera’s bij de dubbele rij hekken moeten de veiligheid garanderen. ‘Maar die hangen er vooral voor hangjeugd en ongure types’, vertelt buurvrouw Baukje die met man en twee kinderen recht tegenover de centrale woont. ‘Het is hier op zich heel rustig, maar ’s nachts en in de weekenden werd het een ontmoetingsplek. Een auto reed dan om twee uur ’s nachts de parkeerplaats op, kort daarop gevolgd door een andere. Er werd iets overhandigd en gelijk gingen ze er weer vandoor. Dan weet je wel wat er aan de hand is.’

De camera’s maakten aan deze illegale handel een einde. Maar dat wil niet zeggen dat er nu rust heerst rond de centrale. Juristen namens de eigenaren van de centrale kruisen hun degens met de rijksoverheid. Geschilpunt: schuiven we de schuld door naar de volgende generatie of moet er nú al genoeg geld worden gereserveerd om dit nucleaire mausoleum te ontmantelen? En wie gaat die pot vullen?

Dodewaard is de eerste Nederlandse kerncentrale. Aanvankelijk is het de bedoeling van de samenwerkende elektriciteitsproducenten om een centrale van 150 megawatt te bouwen, maar dat blijkt financieel onhaalbaar. Uiteindelijk opent koningin Juliana in 1969 een minicentrale van 50 MW waarmee de Nederlandse industrie ervaring kan opdoen. De kokendwaterreactor wordt gekocht bij het Amerikaanse General Electric, maar de onderdelen komen van Nederlandse bedrijven als Stork en Philips. Het ministerie van Economische Zaken, de elektriciteitsbedrijven, het Europese agentschap Euratom en enkele geldschieters betalen de rekening. Beoogd doel: het optuigen van een Nederlandse atoomindustrie met centrales door het hele land.

Op 30 maart 1972 verschijnt de ‘Nota inzake het kernenergiebeleid’ van de minister van Economische Zaken Harrie Langman (vvd), een voormalig onderdirecteur van scheepswerf De Schelde. Het stuk straalt een groot geloof in kernenergie uit. Langman verwacht dat in 2000 de helft van de Nederlandse elektriciteit zal worden opgewekt met kernenergie, in zo’n 35 centrales van ieder 1000 MW.

Ook stapt Nederland onder deze minister voor vijftien procent in ‘Kalkar’, een zogenaamde snellekweekreactor vlak over de grens in Duitsland. De bouwkosten van deze centrale werden aanvankelijk geraamd op 1,7 miljard Deutsche Mark, maar zouden later oplopen tot acht miljard DM. Omdat de koeling met het sterk brandbare natrium als zeer gevaarlijk wordt beoordeeld, komen de laatste noodzakelijke vergunningen niet rond en wordt het hele project in 1991 afgeblazen. De nooit gebruikte centrale wordt dan gekocht door de Nederlandse recreatieondernemer Hennie van der Most, die er een pretpark van zal maken onder de naam ‘Kernwasser-Wunderland’.

In 1973 introduceert minister Langman ook een heffing van drie procent op ieders elektriciteitsrekening om de kosten van Kalkar te kunnen betalen. Deze maatregel geeft de opkomende antikernergiebeweging een wapen in handen: tegenstanders houden demonstratief drie procent van hun energierekening in.

Kerncentrales zijn onveilig, argumenteren de tegenstanders, de uraniummijnbouw is sterk vervuilend en het afval blijft honderden jaren radioactief. Bovendien is er een relatie tussen kernenergie en verspreiding van kernwapens. Zo kwam Pakistan aan zijn kernbom door een ingenieur die zijn kennis in Nederland had opgedaan. Door het ongeluk met de Three Mile Island-centrale in het Amerikaanse Harrisburg in 1979 wint de antikernenergiebeweging verder aan kracht.

Bijna alle plannen voor Nederlandse kerncentrales verdwijnen in de ijskast. Alleen in Borssele is nog een tweede centrale gebouwd.

‘Mannen, ik wil hier meer gas op links!’ De politiecommandanten geven hun orders per telefoon, die bewuste zaterdag in 1981. De gehelmde ME’ers hebben gasmaskers over hun gezichten getrokken. Ze rukken op naar de zittende mensenmassa. Traangasgranaten ontploffen tussen de demonstranten. De voorste rijen krijgen de volle laag uit spuitbussen met CS- en CN-gas, waarvan later zal blijken dat het kankerverwekkend is. De ME’ers delen ongeremd keiharde klappen uit.

Paniek! Proestend en huilend van de geïrriteerde ogen proberen mensen op te staan. Half blind rennen ze de dijk af, vaak recht het prikkeldraad in. Onder aan de dijk valt een jonge vrouw, met roze sokken in zwarte gympen en blond met paars geverfd haar. Ze hyperventileert. Strompelend sleept ze zich naar het basiskamp op een gekraakte weide een paar honderd meter verderop.

Daar is de ontreddering en de verontwaardiging groot. Mensen zijn gedesoriënteerd en verward. En woest. Waarom zet minister van Binnenlandse Zaken Ed van Thijn zoveel geweld in? Later zal de pvda’er als excuus aanvoeren dat hij nog maar kort de scepter zwaaide op het ministerie en noodgedwongen terugviel op het draaiboek van zijn voorganger – de vvd’er Hans Wiegel.

De discussie over de opwarming van de aarde en de uitstoot van CO2 zal niet voor een revival van kernenergie in Nederland zorgen

Die eerste dag vallen er meer dan honderd gewonden: hondenbeten, snijwonden, schaafwonden, been- en armbreuken, bedwelming door het gas. De eigen ehboheeft het er druk mee. Verschillende mensen moeten naar het ziekenhuis.

Oudere dorpsbewoners kunnen zich de veldslag 37 jaar later nog goed herinneren. ‘Mijn schoonouders woonden toen in dit huis’, zegt kerncentralebuurvrouw Baukje. ‘Ze stonden eerst als een soort toeristen in hun eigen tuin naar al dat volk op de dijk te kijken. Maar later moesten ook zij voor het gas naar binnen vluchten.’ De dikke rollen prikkeldraad lagen aan de rand van hun tuin, weet Baukje uit overlevering. ‘Ze hebben mensen nog geholpen weg te vluchten.’

Kerncentrale Dodewaard anno nu – ‘Monument van een dode techniek’ © Evert de Vos

‘Het rijk heeft zitten slapen.’ Het is inmiddels 2016 en burgemeester Kees Veerhoek van de gemeente Neder-Betuwe (waaronder Dodewaard tegenwoordig valt) is woedend. De bewoners zitten nog minstens twintig jaar met de centrale opgescheept, fulmineert hij tegen dagblad de Gelderlander, ‘maar daarna nog twintig en misschien daarna weer twintig jaar’. De eigenaren hebben niet genoeg geld om de centrale af te breken dus eeuwig uitstel dreigt. ‘Dat kun je ons dorp niet aandoen. Zo’n lelijk gebouw midden in het rivierenlandschap.’

Dodewaard was van 1969 tot 1997 in gebruik en al die jaren produceerde de centrale elektriciteit boven de marktprijs.

De splijtstof is inmiddels opgewerkt en opgeslagen bij de Centrale Organisatie Voor Radioactief Afval (Covra) in Zeeland. De rest van het zeer radioactieve en superhete materiaal is zogenaamd ‘veilig ingesloten’. In 2045 moet de centrale definitief zijn ontmanteld, zo zijn de plannen. Voor de afbraakkosten is inderdaad wel een spaarpotje gemaakt, maar daar zit lang niet genoeg in: zestig miljoen euro. De opbrengsten van rente en beleggingen vielen tegen en de kosten bleken hoger dan begroot. In 1994 was de sloop – na een afkoelingsperiode van veertig jaar – begroot op 1074 manjaren en 385 miljoen gulden. Dat is inmiddels opgelopen, schat de regering, tot tweehonderd miljoen euro. Met de verwachting dat het totale project van planning tot aflevering als groene weide in totaal veertien jaar gaat duren.

De aandelen van de Gemeenschappelijke Kernenergiecentrale Nederland, zoals Dodewaard officieel heet, zijn in handen van vier energiebedrijven, Engie, epz, Nuon en Uniper, die via hun moederbedrijven nog steeds betrokken zijn bij de Europese atoomindustrie. Het viertal stelt dat er geen extra geld beschikbaar is omdat er geen extra inkomsten zijn – de centrale is immers gesloten. Het ministerie van Financiën gaf in de inmiddels al jaren slepende rechtszaak als repliek dat toen Dodewaard ‘werd gebouwd al bekend was dat deze na verloop van tijd ontmanteld moest worden. Ook was bekend dat daar hoge kosten mee gemoeid zijn en dat een centrale na sluiting geen inkomsten meer oplevert. Het was dus ook voor de energiebedrijven vanaf het begin duidelijk dat er na sluiting voldoende geld moest zijn voor de ontmanteling.’

Onderhandelingen over een ‘out-of-court settlement’ liepen dit jaar stuk en de rechtszaak wordt voortgezet. Een aanbod van de vier aandeelhouders om 25 miljoen euro bij te storten als de staat de aandelen gkn en dus ook de verantwoordelijkheid voor de ontmanteling overneemt, werd door minister van Financiën Wopke Hoekstra en staatssecretaris Stientje van Veldhoven naar de prullenbak verwezen.

‘Die weigering is volkomen terecht’, stelt Peer de Rijk, directeur van Wise, een mondiaal opererende antikernenergiegroep. ‘Het principe dat de vervuiler betaalt, moet gewoon overeind blijven.’ De Rijk deed in 1980 op veertienjarige leeftijd samen met zijn ouders mee aan de eerste blokkade van Dodewaard. In 1981 lieten ze echter verstek gaan, ‘want mijn ouders waren strikt geweldloos’.

Dodewaard is volgens hem een ‘monument van een dode techniek’. ‘Want als je ziet hoe snel de innovaties gaan bij wind en zonne-energie en hoe langzaam bij kernenergie, dan is dat een volstrekt logische uitkomst. Er is bijvoorbeeld nog steeds geen oplossing voor het afval en op die veilige thoriumreactor wachten we ook al tientallen jaren.’

Ontmanteling is overigens geen sinecure, waarschuwt De Rijk. ‘Veel materiaal is nog steeds zeer radioactief en heet. Dat moet gesloopt worden door robots en de medewerkers moeten goed worden beschermd.’

Dinsdagmorgen 22 oktober 1981. De vijftienduizend blokkeerders zijn uitgedund tot enkele honderden. De dagen ervoor is de dijk voor Dodewaard zo goed en kwaad als het kon geblokkeerd. Regelmatig zijn er confrontaties met de ME. Een kat-en-muisspel. Steeds weer traangas en klappen. Groepen ‘stillen’ maken arrestaties.

‘Vandaag niet meer blokkeren’, is het besluit van de algemene vergadering ’s ochtends. Rechts-extremisten van het Oud-Strijders Legioen (osl) bedreigden het kamp die nacht, de actievoerders hielden gewapend met helmen, knuppels, zaklantaarn en portofoons de wacht. Iedereen is op. Fopma, woordvoerder van het ‘buurtkomité’, houdt een pleidooi voor opbreken van het kamp en de aanwezigen stemmen in. Een kleine groep blijft over om op te ruimen. Auto’s worden door de rechts-radicalen in de sloot gekieperd, mensen worden achterna gezeten tot aan het station.

‘Het was een pyrrusoverwinning voor de atoomlobby’, stelt Peer de Rijk nu. ‘Ook door dit soort radicale acties werd het steeds moeilijker om kernenergie in ons land in te voeren.’ Er kwam in de jaren tachtig een Brede Maatschappelijke Discussie over kernenergie, in honderden zaaltjes kruisten voor- en tegenstanders de degens. Formeel werd de mogelijkheid van kernenergie opengehouden, maar zeker na de ontploffing van de kerncentrale in Tsjernobyl in 1986 daalde in de politiek het animo tot onder het nulpunt.

In 2009 werd er nog wel gesproken over het bijbouwen van een tweede centrale in Borssele. ‘Maar niemand kreeg de plannen rond’, zegt De Rijk, ‘het is gewoon niet rendabel te krijgen’.

Ook de discussie over de opwarming van de aarde en de uitstoot van CO2 zal niet voor een revival van kernenergie in Nederland zorgen, verwacht De Rijk. De uitzending van Arjen Lubach en het proefballonnetje van vvd-fractieleider Klaas Dijkhoff – beide gunstig tegenover kernenergie – maakten weliswaar veel los, maar tot concreet resultaat zal dat volgens de Wise-directeur niet leiden. ‘Een nieuwe centrale kost minstens tien miljard euro. De opgewekte elektriciteit zal een stuk duurder zijn dan die van windmolens en zonnepanelen. Niemand zal erin willen investeren en ik denk ook niet dat de overheid er miljarden in gaat stoppen.’

Het rijk en de eigenaren rwe en Delta hebben in 2006 afgesproken dat ook die andere kerncentrale, die in Borssele, in 2033 dichtgaat. Vanaf dan ontsieren twee kolossale dichtgemetselde dozen de groene Nederlandse delta. Twee giftige cadeautjes aan volgende generaties.


Voor de reportages uit Dodewaard 1981 is de herinnering geactiveerd met het boek Dodewaard gaat dicht ’81: Een fotoverslag van Fotokollektief Nijmegen