Een goed plan, en toen kwam Snowden, en het Merkel-schandaal, en toen stond de angst die tot dat afluistermisbruik had geleid weer op elke voorpagina. Alhoewel – als dat inderdaad die ‘overweldigende angst’ ís, want het is een lastig begrip. Is het de angst voor terrorisme die tot indringende surveillance leidt, of is het juist de angst voor die surveillance en de tirannie die daarmee wordt ingeluid? Voor Van ’t Zelfde is het allebei. En dan nog wat.

Nu heeft De Hallen al eens een zeer goede tentoonstelling gemaakt, dankzij de curatorenwerkbeurs, en deze is zeker interessant, origineel en de moeite waard, maar ik moet zeggen dat het verhaal niet helemaal uit de verf komt. Dat zit hem in drie dingen. Ten eerste weet ik niet precies of dat woord ‘dread’ wel de lading dekt van alle kunstwerken die worden getoond. Neem On Air van Laurent Grasso, een film van zeventien minuten waarin een valk van een camera voorzien over een dor landschap in de Verenigde Arabische Emiraten vliegt. Duidelijk: dat gaat over observatie, spionage, en over hoe knullig dat kan zijn, maar meer ook niet. Hetzelfde geldt voor They Watch the Moon van Trevor Paglen. Een intrigerende foto, bij volle maan gemaakt, van een afluisterbasis in de bossen van West Virginia. Geheimzinnig, zeker – maar vreeswekkend, nee. Dan is er The Devil’s Gate van Mark Bain, een installatie die een drenzende drietoon voortbrengt. De drein refereert aan de gewone betekenis van drone; bovendien is de drietoon de ‘duivelsnoot’, een drieklank die in de Middeleeuwen in de ban werd gedaan. Voor mij zijn dat heel verschillende dingen. In de visie van Van ’t Zelfde zijn kunstwerken ‘interfaces’ naar ‘angst en stress’. Dat is Bains werk, misschien, maar die andere twee niet.

Ten tweede: er zijn voortreffelijke werken gekozen – Roger Hiorns’ tot stof verpulverde motor van een passagiersvliegtuig, bijvoorbeeld – maar het zijn er niet veel. Sommige zijn hermetisch – Dead Language Poetry van Espen Sommer Eide gorgelt met uitstervende talen – en sommige zeer klein. Ik kon zelf een half dozijn werken bedenken die er misschien best bij hadden gekund – die geweldige film 5.000 Feet is the Best van Omer Fast bijvoorbeeld, die in het catalogusje wel wordt vermeld. Ik vermoed dat het een stijlkwestie was, niet een inhoudelijk mankement, maar toch.

Ten slotte: dat idee, het kunstwerk als interface naar angst en stress. Dat veronderstelt een directe, bijna instrumentele relatie tussen een kunstwerk en zijn context of zijn ‘bedoeling’. Ik vermoed dat veel werken in Dread zijn uitgekozen met het idee dat hun betekenis duidelijk was, veel minder om hun mogelijke ambiguïteit. Dat maakt ze, vreemd genoeg, een beetje gedwee.


Dread: Fear in the Age of Technological Acceleration, De Hallen Haarlem, t/m 24 november, dehallen.nl

Foto: Trevor Pageln, courtesy Galerie Thomas Zander, Keulen / Altman Siegel Gallery, San Francisco / Metro Pictures, New York