Het ecm-label behaagt de eerste categorie. Sterker nog, de koptelefoonmuziek die eigenaar/producer Manfred Eicher sinds de oprichting in 1969 creëerde, heeft bijgedragen aan de verkunsting van de jazzmuziek. Hij vond dat jazz als geestverruimende muziek, net als de klinisch klinkende klassieke albums, perfecte condities verdient, anders dan de toentertijd vaak halfgare café-opnamen met geroezemoes en rinkelende glazen op de achtergrond.
Of jazz nog wel jazz mag heten in een weloverwogen sereniteit is in de loop der jaren een evolutionaire in plaats van semantische discussie geworden. ecm (Edition of Contemporary Music) is nu zonder twijfel het bekendste, meest productieve en vooral meest gerespecteerde, onafhankelijke jazzlabel van Europa. Er zijn tal van labels en muzikanten die hierdoor zwaar zijn beïnvloed; ecm wordt zelfs als subgenre geclassificeerd.
Een mijlpaal in onze jazzgeschiedenis: na 46 jaar staat een volledig Nederlandse band op de loonlijst van ecm. Pianist Wolfert Brederode (1974), die eerder twee albums met zijn internationale kwartet onder ecm uitbracht, kreeg van Eicher een carte blanche. Hij koos voor een trio, met kompaan Gulli Gudmundsson op bas en drummer Jasper van Hulten, muzikanten zonder ecm-verleden. Het zegt veel over het vertrouwen van Eicher in de pianist uit Den Haag.
Black Ice is een album dat ecm goed past. De opzet is kaal, stukken zijn vaak tot nakend uitgekleed. Wat overblijft is de essentie in klanken die mogen klinken. Brederode denkt niet in een strakke opzet, maar laat elke compositie, zelfs elke toon evolueren. De sfeer en harmonie zijn allesbepalend. Anders dan de muzikanten in zijn internationale kwartet onthouden Gudmundsson en Van Hulten zich bijna compleet van muzikale versiersels. Typisch zijn de twee korte variaties aan het einde van de plaat op stukken (Bemani en Fall) die je eerder hoorde: splinters van reeds bladerloze takken.
De ruimte en vrijheid die voor Eicher wezenlijk zijn, voel je op Black Ice: meerdimensionaal, alsof je eromheen en doorheen kunt lopen. Het trio beweegt zonder zwaartekracht, vertragend dansend met elkaar. Ook de spanningsboog is zoals we dat van ecm-platen gewend zijn. Eicher vraagt de uitvoerders hun muziek als film te benaderen met allesbehalve een hak-op-de-tak dynamiek, waarin geforceerd wordt getoond wat mogelijk is. De energie ligt niet in het beklimmen van een ruw gebergte, maar in het sierlijk balanceren op een lang, dun koord dat gespannen is over het massief. Het fraaie uitzicht en de kans om erin te vallen maken het verhaal.
Nederland beschikt over eigenwijze muzikanten die goed bij ecm passen. Er zijn bovendien enkele pianisten die beschikken over een verstilde, poëtische kracht, waar Eicher zo van houdt. We denken aan Harmen Fraanje en Jeroen van Vliet. Maar voorlopig is Brederode de Nederlandse diamant binnen ecm. Met Black Ice laat hij horen waarom.
Wolfert Brederode Trio speelt op 10 april in Den Haag (Theater Dakota) en op 14 april in Leiden (Schouwburg)