‘Zomerbroeders’, Mustafa Duygulu © VPRO

Zojuist begonnen: de dertiende en allerlaatste reeks van One Night Stand waarin NTR, BNNVARA en VPRO ‘single plays’, losstaande tv-films van veertig tot vijftig minuten, presenteren. Als dit seizoen afgelopen is, zijn er sinds 2004 in totaal 102 vertoond, van de hand van tientallen, overwegend jonge, regisseurs en scenaristen. Samen met Kort! (tienminutenfilms) vormen ze in mijn ogen zowel fundament als staalkaart van vaderlands tv-drama. Leerschool in zekere zin, maar gezien het gemiddelde niveau doe je die reeksen met zo een term eigenlijk te kort: weinig zwakke producties, veel redelijke tot goede en een aantal juwelen.

Bovendien: leerschool suggereert te veel dat de korte film geen genre van zichzelf is, maar trap op de ladder naar het grote werk: speelfilm, serie. In de vier beginjaren van One Night Stand werden er negen per seizoen gemaakt. Daarna werden het er vier seizoenen acht. Tegenwoordig zijn het er, vermoedelijk uit bezuiniging, zes: minder films, minder kansen, minder werkgelegenheid. Jammer dat de NPO One Night Stand überhaupt niet continueert, maar er blijven wel jaarlijks zes zelfstandige films van die lengte gemaakt worden onder de letterlijke en figuurlijke koepel van Rotterdams belangrijkste station: Centraal. Alle verhalen belanden vroeg of laat op die locatie en dat lijkt een poging om iets meer van een eenheid te suggereren. Want probleem is dat series klantenbindend zijn en single plays nauwelijks. Wat je hiermee wint verlies je aan de vergaande vrijheid van arena die in ONS bestond. Maar dat meesterscenarist Mieke de Jong de artistieke leiding heeft bij de samenwerking tussen makers om de verhalen met elkaar te verbinden, dat maakt nieuwsgierig en hoopvol. Kom dus maar op met Centraal in 2019.

De eerste drie van dit laatste seizoen ONS maken duidelijk hoe groot die vrijheid was. Nummer één speelt in een Turks badplaatsje (Zomerbroeders) tussen Turkse en vakantie vierende Hollands-Turkse tieners; nummer twee in de woonboerderij van twee Hollandse, kunstzinnige bejaarden (Mooi geweest); nummer drie rond de krappe galerijflat van een Surinaamse familie en in het luxe penthouse van een van de zoons in een Hollandse stad (Tom Adelaar). De makers zouden hun personages natuurlijk allemaal ook op Rotterdam Centraal kunnen laten belanden (hoewel, die zomerbroeders?), maar daaronder zou de essentie van die producties onverantwoord lijden.

Voor Zomerbroeders , viel ik als een blok. Coming of age, maar dan in een extreme situatie. Niet extreem natuurlijk zo een Turks-Hollandse puber die met zijn vader elk jaar naar het bij elkaar gespaarde vakantiehuis in het land van herkomst gaat. Dat hij fors overgewicht heeft is statistisch gezien ook nog niet extreem – je ziet dat steeds vaker, vooral in gezinnen van laaggeschoolde ouders, en Turkse en Marokkaanse kinderen lijken zelfs oververtegenwoordigd. Maar wel extreem dat zo een jongen, en de problemen die zijn lijf meebrengt, centraal staan in een film. Niet sexy genoeg en daar ligt meteen ook de thematiek. Want ja, ook hij heeft hormonen, verlangens en dromen, en het is zomer en vakantie en de meisjes zijn mooi en bloot. Maar of de meisjes met hun eigen hormonen en dromen en bikini’s hun verlangens op hem projecteren? Hoe groot is die kans? Wat mag hij afleiden uit het feit dat zijn leuke zomerbuurmeisje Burcu, met wie hij en zijn matties van kind tot jongere is geworden, hem aardig vindt (wat hij ook is)? Hoe moet hij haar geplaag en andere tekenen van sympathie interpreteren? Zou ze toch…?

Onzekerheid over hun kansen op de versiermarkt hebben bijna alle tieners (en ontelbare ex-tieners). Maar deze Bora, met zijn enorme lijf en moeizame gang helemaal. Wat een extra pijnlijke dimensie aan de film geeft: ongeacht de gebeurtenissen in het fictieverhaal zal de jonge acteur ongetwijfeld zijn eigen hoop en sores spelen. Hij doet dat heel mooi, ook dankzij een regie die hem, in al zijn lichamelijke en mentale onhandigheid liefdevol neerzet, zonder al te extreme acteerkunstjes te vergen. Die regisseur is Mustafa Duygulu, die ook het scenario schreef en putte uit zijn eigen jeugdvakanties. Maar omdat hij zelf ook nog eens acteur is (onder veel meer in de fraaie speelfilm Wolf) weten we dat de sores van Bora de zijne niet kunnen zijn geweest. Hij heeft ‘gewoon’ goed gekeken, gedacht en zich ingeleefd. Zoals hij dat eerder ook deed in het geestig-pijnlijke Roken als een Turk (uit de reeks Kort!), waarin niet alleen de feestelijke besnijdenis een jochie tot mannetje maakt, maar het kind ook op heel andere wijze met de verraderlijke wereld van volwassenen wordt geconfronteerd. Bora, die zich veel stoerder voordoet dan hij is, overspeelt herhaaldelijk zijn hand, wat hem in steeds meer problemen brengt met de mensen bij wie hij wil horen. De essentie van zijn tragiek wordt in een late, cruciale scène verbeeld en verwoord. Zonder dat daar een feel-good-uitsmijter op volgt. De compleet-Turkse cast van* Zomerbroeders* is voortreffelijk (vriendinnetje Burcu voorop) en geestig is het gebruik van een doodenkel Nederlands woord. Als zijn zomerbroeders vragen of er vriendinnetjes in Bora’s leven zijn, moet hij wel liegen en noemt hij Hollandse meisjesnamen: daar kunnen ze niet tegenop en ze kunnen het al helemaal niet checken.

Het contrast tussen deze openingsfilm en de tweede, Mooi geweest, kon nauwelijks groter. Tegenover zomerse tieners, zee en rotsen twee winterse bejaarden in kaal Hollands land. Tegenover Eros bijna alleen nog Thanatos, en wel in de zelfgekozen variant. Ooit maakten ze, op zijn initiatief, de afspraak er samen uit te stappen als de tijd daar was – haar instemming een liefdesoffer. Nu is het moment gekomen. Vindt hij. Daarin zit uiteraard de te verwachten spanning: ja, er is medicatie, maar ze zijn niet terminaal. Sterker, zij runt hun huishouden zonder veel problemen. Ze lijkt er bepaald niet aan toe, maar wil zich aan haar belofte houden. Maar: hoe vertellen we het onze dochter? Die blijkt het niet zo een goed idee te vinden, blijkt zo haar eigen relationele sores te hebben en werkt als katalysator die onder het vloerkleed geveegd vuil in het ouderlijk huwelijk te voorschijn brengt. Ook hier weinig hoop, hooguit berusting.

Scenario en regie zijn knap in het voelbaar maken van wat niet gezegd wordt, maar het fundament is me toch te ongeloofwaardig, te extreem, ook als je het ‘een sprookje’ noemt. Zeker, zulke afspraken bestaan; en zeker, zulke mannen ook die als de farao dat wat leeft in de dood mee willen nemen. Maar dat ze verbaasd blijken als de dochter, kennelijk nauwelijks of nooit hierop voorbereid, zich niet kan vinden in de beslissing is me een brug te ver in iets dat zo realistisch wordt aangepakt. Goede acteurs natuurlijk, Leny Brederveld, Cas Enklaar, Maria Kraakman. Er was liefde, maar ook ergernis en eenzaamheid – dat wordt mooi verteld. En dat zijn narcisme (want dat is het bedenken van zo een plan toch: bewijs dat je tot in het uiterste van me houdt) haar niet per definitie tot heilige maakt, ook dat is sterk. Daarom toch de moeite van het kijken waard.

‘Tom Adelaar’ is het pseudoniem dat twintiger Sharif N’Kongo DeMiranda aanneemt als hij bij een uiterst frauduleus callcenter merkt dat potentiële klanten afknappen op zijn exotische naam. Uit zijn vlekkeloze ABN konden ze geen Surinaamse roots afleiden, maar ja, die multicultinaam verraadt hem. En bingo! Binnen de kortste keren verkoopt hij het meest van al die ballerige patserige witte twintigers-in-pak en vangt hij zoveel poen dat hij zich een penthouse kan veroorloven (tja, ook een sprookje, maar dan anders). En een affaire krijgt met zijn bazin die wel van een kleurtje in bed houdt. Gelukkig maar, want zijn dominante moeder (geestige rol van Manoushka Zeegelaar Breeveld) zit hem in haar kleine flatje op de huid, omdat hij de eerste in de familie is die een universitair diploma kan halen. En zijn niet-deugende oudere broer is na schimmige avonturen ook weer in hun jongenskamertje getrokken. Weg dus. Maar deze slimme ‘spin Anansi’ komt er door schade en schande achter dat hij zich wel anders kan voordoen dan hij is (hij beheerst zelfs alle Nederlandse dialecten, wat zijn verkoopcijfers goed doet), de warmte, gezelligheid en het familiegevoel van zijn roots blijken sterker dan geld en identiteitsverlies; zelfs aan winti (geloof dat zijn moeder moeiteloos combineert met dat in de Here Jezus) geeft hij zich gewonnen. En nou niet moeilijk doen, want het is dus comedy en verre van dogmatisch en correct. Over the top soms en geen samenhangend meesterwerk maar wel een leuke film die speelt met culturele verschillen en stereotypen. Yannick Jozefzoon speelt Sharif vaardig.


One Night Stand jaargang 13, BNNVARA, NTR, VPRO. Zaterdags vanaf 6 oktober, NPO 3, 22.15 uur.

Mustafa Duygulu (regie en scenario), Zomerbroeders, 6 oktober.

Mari Sanders (regie), Cecile Levy (scenario), Mooi geweest, 13 oktober.

Gonzalo Fernandez (regie), Ashar Medina (scenario), Tom Adelaar, 20 oktober.