Levent Guzel is een typische stedeling. Ook in Berlijn, Amsterdam, Barcelona of New York zou de 38-jarige eindredacteur van boeken zich prima thuis voelen. ‘Het is puur fascisme’, vindt hij. ‘Ik vast niet. Maar toch word ik blootgesteld aan dat kabaal. Dit soort tradities zijn ervoor om de wil van de meerderheid aan de rest op te leggen. Trouwens, ik betwijfel of de meerderheid in de grote steden aan de ramadan doet. Iedereen die ik ken eet gewoon.’
De trommeltraditie is afkomstig uit de Ottomaanse tijd. Eeuwenlang hebben de trommelaars de moslims wakker geroffeld, begeleid met allerlei zelfgeschreven gedichtjes over het mooie van het vasten, om uiteindelijk aan het eind van de maand bij alle deuren langs te gaan voor fooien.
In de huidige steden wonen mensen in grote wooncomplexen, ze vasten vaak niet en hebben geen idee wie de trommelaar van hun wijk is. De verwarring is dan ook groot wanneer de ene na de andere trommelaar aan het eind van de maand op de deur klopt voor geld. ‘Ik heb meegemaakt dat een man met geweld mijn huis probeerde binnen te komen omdat ik weigerde geld te geven. Hij duwde me bijna tegen de muur. Gelukkig kwam mijn man aansnellen en rende hij met trommel en al weg’, vertelt Guzide Aslan, een 44-jarige arts. Ze steekt een sigaret op. ‘Sindsdien doe ik nooit de deur open voor die trommelaars.’
Moeten de trommelaars helemaal weg? Niet als het aan de regeringspartij akp ligt. Deze islamitische partij heeft een zwak voor gelovige tradities en dus worden de trommelaars de hand boven het hoofd gehouden. In steden waar de akp de macht heeft worden de trommelaars klaargestoomd voor de ramadan. Lessen in ritme krijgen ze, en ze leren op een vriendelijke manier langs de huizen te gaan voor fooien.
Dat extra onderwijs levert echter niet altijd succes op. In het zuidelijke Osmaniye heeft een man de trommelaar met een geweer achterna gezeten. En de ramadan was nog maar halverwege.