Moe van al het verkiezingsgedoe bleef er één kreet in mijn hoofd hangen. ‘Doe. Normaal.’ Van de VVD. Op YouTube vond ik waar het me al die tijd aan deed denken. Aan twee popbands, van inmiddels lang geleden. Doe Maar. Normaal.

‘Wel een beetje raar’, zie ik een toen nog jonge Henny Vrienten zingen, ‘trillend op mijn benen.’ ‘Ik zeg Oe’, zingt Bennie Jolink, ‘ik zeg Aa.’ Doe Maar. Normaal. En dat Oerend Hard. Misschien had VVD-lijsttrekker Mark Rutte toch de Nederlandse volksaard te pakken, denk je dan onwillekeurig. Of is het nostalgie na vermoeiende weken?

De verkiezingsstrijd is ten einde, morgenochtend weten we wat Nederland kiest. Krijgt het ‘Doe. Normaal’ van de VVD van Rutte de meeste stemmen? Of wordt ‘Nederland weer van ons’ zoals PVV-leider Geert Wilders de nostalgische kiezer heeft voorgespiegeld? Hebben de normen en waarden van het CDA van Sybrand Buma in een slotsprint toch gewonnen? Of heeft D66 van Alexander Pechtold het toch voor elkaar gekregen? Of gaat misschien GroenLinks Nederland veranderen?

Terugkijkend op de campagne is op deze ochtend dat de stembussen open gaan één ding duidelijk: dat de verkiezingscampagne een strijd zou worden tussen alleen VVD en PVV is geen werkelijkheid geworden. Het was een frame en een makkelijk mediaformat, eentje waar deze twee partijen baat bij dachten te hebben, maar dat Wilders zelf om zeep bracht door pas afgelopen maandagavond voor het eerst in debat te treden. In de weken daarvoor ging het vooral over zijn afwezigheid in de campagne, niks inhoudelijke tweestrijd.

Als de PVV het morgenochtend – wanneer de stemmen zijn geteld – toch goed blijkt te hebben gedaan bij de kiezers, dan zal Wilders’ afkeer van debatteren overigens worden uitgelegd als slim en tactisch. Kijk eens hoe hij daarmee de rest van het veld uit elkaar heeft gespeeld, zal dan de analyse zijn, kijk eens hoe hij de kiezer heeft doen uitwaaieren over al die middenpartijen zodat hij dankzij die versnippering de grootste kon worden. Maar het was niet slim; slim klinkt positief. Het was laf, de democratie onwaardig.

Veel geklaag was er de afgelopen weken over het ontbreken van een focus in deze campagne. Maar ook bij dat geklaag zaten frames en mediaformats in de weg. Het klopt dat er geen focus was, het ging deze keer niet over één hoofdonderwerp, zoals vier jaar geleden, toen de verkiezingsstrijd in het teken stond van bezuinigen ja of nee, waar en hoeveel dan. Maar juist daardoor kon het over veel onderwerpen gaan. De Nederlander houdt zich niet alleen bezig met de zorg, of alleen met bereikbaarheid, of alleen met klimaat en duurzaamheid, of alleen met zijn identiteit en migratie, of alleen met de Europese Unie. Dat maakt het voor de media minder makkelijk om over de verkiezingsstrijd te berichten, en voor de Nederlander zelf ingewikkeld om te kiezen tussen de 28 partijen op kandidatenlijsten, maar de werkelijkheid terugbrengen tot één verkiezingsthema is die werkelijkheid geweld aandoen.

Het was een verkiezingsstrijd zonder game changer. Jammer voor de media. En mogelijk hoopte stiekem ook elke partij op een game changer, mits die in het eigen voordeel uitpakte natuurlijk. Maar was dat grote, alles veranderende moment er juist niet omdat al die lijsttrekkers zo getraind en mediabestendig zijn gemaakt dat ze als een soort robots door de verkiezingscampagne gaan? Dan schieten de politici met al dat trainen en al die uit het hoofd geleerde oneliners niks op. Dan wordt dat onlogische medialogica.

Maar er was wel een rel in deze campagne, die met Turkije. Ineens was er getouwtrek over van wie die Turken in Nederland nou eigenlijk zijn. Van ons, vindt Rutte, en handelde daar als minister-president naar door twee Turkse ministers te beletten in Nederland stemmen te winnen voor het Turkse referendum over de macht van de president. Van ons, zei ook het overgrote merendeel van de andere politieke partijen in Nederland. Van ons, vindt ook de Turkse president Recep Erdogan, waarmee die Turken dus niet van ons zijn. Niet van ons, zei ook Wilders, ze horen hier niet. Waarmee hij dus op de lijn van Erdogan zit.

Als het geen verkiezingstijd was geweest, was hier vandaag nog over gedebatteerd in de Tweede Kamer. Inclusief het ingewikkelde en gevoelige vraagstuk van dubbele paspoorten, lange armen en stemrecht in twee landen. De nieuwe Tweede Kamer zal die discussie aanmoeten, weglopen hiervoor kan niet.

Het was een campagne die morgen mogelijk eindigt met een Tweede Kamer waarin de grootste partij kleiner is dan ooit. Met een grootste partij die daardoor mogelijk tegelijkertijd verliezer is. Misschien wel met een grootste partij die niet behoort tot de traditionele grote drie, VVD, PvdA, CDA. Waarschijnlijk met een groot aantal partijen met tussen de vijftien en dertig zetels. Met op links een andere partij, GroenLinks, die aan die kant de grootste is, groter dan de PvdA, die traditioneel die plek had, met als gevolg bijltjesdag bij de PvdA. Met mogelijk de partij DENK groter dan de peilingen hadden voorspeld, omdat er te weinig Nederlanders met een allochtone achtergrond in de panels van de bureaus zitten.

Het was een campagne met welhaast zeker als vooruitzicht dat áls er vanaf morgen wordt aangestuurd op een coalitie die een meerderheid heeft in het parlement dat een brede coalitie zal moeten zijn. Want er zullen veel van die relatief kleine partijen nodig zijn om samen een meerderheid van 76 zetels te hebben.

Het grote gevaar dat daarin schuilt, is dat de kiezers naderhand zeggen: zie je wel, het is één pot nat, ze gaan naderhand toch met elkaar in zee, doen water bij de wijn, komen hun beloftes niet na. En was dat niet juist ook nu de klacht van de kiezer? Hoe gaat de politiek dat voorkomen? Een los regeerakkoord? Een coalitie met alleen centrum-rechtse partijen?

Maar dat is pas morgen, en de dagen, weken en misschien wel maanden daarna. Eerst stemmen vandaag. Doe maar. Dat is heel normaal. Sterker, elke stem kan ertoe bijdragen dat we morgen niet wakker worden in een land met een grootste partij die de grenzen en moskeeën wil sluiten. Ook al zal niemand met die partij willen regeren, die uitslag zou niet normaal zijn voor Nederland.