Stembureau bij het C.T. Martin Natatorium and Recreation Center in Atlanta, Georgia op 12 oktober, de eerste dag van de vroege stemperiode voor de verkiezingen © Jessica McGowan / Getty Images

‘Mijn werkende leven heeft altijd in dienst gestaan van de publieke zaak. Stemmen zit in mijn wezen’, vertelt Linda Marshall (67). ‘Toen ik twee jaar geleden van het seminarie in Virginia naar Atlanta, Georgia verhuisde, registreerde ik me meteen voor de eerstvolgende verkiezingen. Ik was alert; ik kende de verhalen over deze staat. Helaas werd die reputatie bewaarheid. Ik bleek niet in het kiesregister te staan en mijn wettelijke recht om met een tijdelijk noodbiljet te stemmen op verkiezingsdag werd me in het stemlokaal geweigerd. Voor het eerst in mijn leven heb ik niet kunnen stemmen. Het was vernederend. Welkom in Georgia.’

Je hoeft in Georgia niet lang te zoeken naar verhalen zoals die van Marshall. Verhalen van kiezers die uren in de rij moeten staan om een stem uit te brengen. Kiezers die van het ene op het andere jaar ineens twee uur moeten rijden naar het dichtstbijzijnde stemlokaal. Kiezers van wie de naam zonder aankondiging uit het stemregister blijkt geschrapt. Kiezers van wie het identiteitsbewijs dat ze altijd gebruiken om te stemmen een maand voor de verkiezingen daar ineens niet meer voor mag worden gebruikt. Kiezers die, net als Marshall, op verkiezingsdag zonder geldige reden het recht wordt ontzegd om te stemmen via een tijdelijk noodbiljet.

Het is slechts een greep uit het ruime assortiment tactieken om de toegang tot het stemproces via wet- en regelgeving te bemoeilijken. Kiezersonderdrukking kent een lange en met racisme doorspekte geschiedenis in de Verenigde Staten. Tot de jaren zestig werd in veel zuidelijke staten bijvoorbeeld nog een belasting op stemmen geheven en een verplichte geletterdheidstest in het stemhokje afgenomen. Regels die op papier voor iedereen golden maar in realiteit vooral zwarte kiezers benadeelden of alleen bij zwarte kiezers werden toegepast. De Voting Rights Act uit 1967 maakte aan die praktijken een einde; het was de kroon op het werk van de burgerrechtenbeweging.

Eigenhandig kieswetten maken was er voor staten en districten met een historie van discriminatie in het electorale proces sindsdien niet meer bij. Elke wijziging moest worden voorgelegd aan het landelijke ministerie van Justitie. De resultaten waren spectaculair: in Mississippi steeg de registratie van zwarte kiezers van tien procent in 1964 naar zestig procent in 1968 en in Alabama van 24 naar 57 procent. De registratie van zwarte kiezers in het zuiden steeg naar een recordhoogte van 62 procent. De Voting Rights Act wordt niet voor niets een van de effectiefste wetten in de historie van de Verenigde Staten genoemd.

In 2013 kwam daar een einde aan. Het Hooggerechtshof oordeelde in de zaak ‘Shelby versus Holder’ dat de inperking van statelijke bevoegdheden op deze manier niet meer in verhouding stond tot de noden van deze tijd. De landelijke toetsing werd geschrapt. Sinds de uitspraak hebben 25 staten striktere kieswetten geïntroduceerd en zijn er al ruim achttienhonderd stemlokalen gesloten, waarvan 240 in Georgia. Telkens laten onderzoeken zien dat minderheden, jonge en arme kiezers het vaakst last hebben van die barrières in het stemproces. Een gesprek over hoe je mag stemmen is in Amerika altijd een gesprek over wie er mag stemmen.

Maar de golf aan nieuwe kiesrestricties wakkert in Georgia ook een wervelwind van activisme aan. Organisaties en initiatieven tegen kiezersonderdrukking schieten als paddenstoelen uit de grond. Burgerrechtenorganisaties voeren aan de lopende band rechtszaken om kiezers terug in de bestanden te krijgen, maatschappelijke organisaties regelen inspraak bij politieke vergaderingen om stemlokalen open te houden, informatie over het kiesproces wordt verspreid via kerken, buurtwinkels, in wijken en in afgelegen dorpen en de digitale informatiestroom lijkt onuitputtelijk. Terwijl wetgevers kiezers proberen weg te houden, zijn activisten bezig om zo veel mogelijk kiezers politiek actief te maken. Niet alleen vóór, maar ook ver voorbij de verkiezingen van 3 november.

Shanté Wolfe-Sisson (27) excuseert zich voor het tweemaal verzetten van onze afspraak: ze had corona en is nog aan het herstellen. Onvermoeid vertelt ze over haar missie als directeur mobilisatie bij Woke Vote: zwarte kiezers die nu niet deelnemen aan het stemproces politiek actief maken. ‘Meestal richten organisaties en campagnes zich op kiezers van wie aantoonbaar is dat ze interesse hebben in verkiezingen, bijvoorbeeld doordat ze in het verleden weleens gedoneerd of gestemd hebben of een politiek bericht hebben gedeeld op sociale media. Dat is een nauwe bandbreedte van de bevolking: de gemiddelde opkomst bij landelijke verkiezingen is zestig procent en lokaal ligt dat vaak nog lager.’

Ze licht toe: ‘Wij richten ons op de groep kiezers die vanuit dat oogpunt is afgeschreven. “Onwaarschijnlijke stemmers” worden ze in vaktermen genoemd. Ik vind dat misleidend omdat die term suggereert dat het gedrag al vaststaat. Ja, veel van deze kiezers zijn slecht geïnformeerd; ze weten niet op wie, hoe of waar ze moeten stemmen. Ik zie ook ontzettend veel apathie; mijn stem doet er toch niet toe, laat maar zitten. Maar zullen we het eens over de systemische oorzaken hebben in plaats van deze kiezers af te schrijven? Als je door die bril kijkt naar verkiezingen in Georgia, zie je een heel ander plaatje.’

Dat plaatje tekende zich al af bij de oprichting van de republiek, legt professor Kim Wehle uit. Wehle is verbonden aan de Universiteit van Baltimore en gespecialiseerd in de Amerikaanse grondwet. ‘Het begint ermee dat in onze grondwet geen expliciet recht om te stemmen is opgenomen. Wij kennen een “nee tenzij”-systeem: daarin moet je aantonen dat je het recht hebt om te stemmen. Andere democratieën kennen een “ja tenzij”-systeem; je hebt automatisch het recht om te stemmen en kunt besluiten daar geen gebruik van te maken. Bij de oprichting van de republiek gold alleen de stem van witte mannen. Via amendementen kregen meer Amerikanen later het recht om te stemmen, maar de onderstroom van uitsluiting – van nee tenzij – is nooit verdwenen.’

Omdat er geen expliciet stemrecht in de grondwet is opgenomen, is het aan de staten te bepalen hoe ze hun kiezers toegang tot dat proces geven. ‘Het is verboden om wetten aan te nemen met de intentie om een bepaalde groep uit te sluiten’, zegt Wehle, ‘maar het is ook heel moeilijk om te bewijzen dat een wet om die reden is aangenomen. Daar begint het spel. Republikeinse districten in Texas waar je je bijvoorbeeld bij het stemlokaal kunt identificeren met een wapenvergunning, maar niet met je studentenkaart. Stemlokalen in het traditioneel Republikeinse Georgia die vaker in zwarte dan in witte wijken worden gesloten.’

Rustig lepelt Nse Ofut (40) een lange rij aan vergelijkbare voorbeelden op. Ofut is ceo van New Georgia Project, een organisatie die jongeren, minderheden en alleenstaande vrouwen – 63 procent van het electoraat in Georgia, waarvan nipt de helft is geregistreerd – als kiezer politiek actief maakt. ‘Wij hebben een geschiedenis van verantwoordelijke ministers in Georgia die regels introduceren om stemmen moeilijk te maken in plaats van makkelijk. Doordat wij zoveel mensen registreren, kunnen we dat blootleggen.’

‘Stemlokalen sluiten in het Republikeinse Georgia vaker in zwarte dan in witte wijken’

De eis dat je naam op je registratieformulier exact overeen moet komen met de gegevens die de overheid van je heeft, is zo’n voorbeeld. In 2006 werd dat voorstel van Georgia door het ministerie van Justitie nog afgewezen vanwege de Voting Rights Act. Minderheden hebben vaker namen met koppeltekens en leestekens. De kans dat er iets fout gaat bij registratie – een typfout, een ambtenaar die iets verkeerd invoert – is groter. Bij de verkiezingen in 2016 werd de status van 35.000 kiezers door deze regeling niet bekrachtigd: 75 procent van hen was zwart, latino of Aziatisch-Amerikaans. Rechtzetten kan; kiezers krijgen bericht als de gegevens niet overeenkomen, dan moeten ze alsnog de juiste informatie aanleveren. ‘Maar de deadlines daarvoor zijn lang niet altijd realistisch. En in het stemlokaal kun je alsnog geweigerd worden’, zegt Osu.

Ze vervolgt: ‘De verantwoordelijkheid voor registratie ligt in de eerste plaats bij kiezers en organisaties zoals die van ons. Dat is nou eenmaal het systeem. Maar dat systeem kan het je wel ontzettend ingewikkeld maken.’ > Wolfe-Sisson: ‘Kiezersonderdrukking gaat om macht. Wie de macht heeft, wil de macht behouden en ons systeem maakt dat mogelijk. Het is een effect dat zichzelf bovendien versterkt, want wie niet stemt, wordt niet vertegenwoordigd. Beslissingen over leefomstandigheden, over scholing en over gezondheidszorg worden genomen zonder de stem van deze gemeenschappen.’

De stemrechtorganisatie The New Georgia Project houdt een registratiebijeenkomst op de South Cobb High School in Austell, Georgia © Chris Aluka Berry / Reuters / ANP

Die macht is in Georgia traditioneel in handen van de Republikeinen. In 2018 leek daar een einde aan te kunnen komen in de nek-aan-nekrace voor het gouverneurschap tussen Republikein Brian Kemp en Democraat Stacey Abrams. De race trok niet alleen landelijke aandacht vanwege de onverwachte kansen voor een Democraat in het dieprode zuiden, maar ook vanwege de dubbelrol van Kemp, die naast kandidaat destijds als minister in Georgia ook de baas over het kiesproces was. Onder zijn bewind werden onder andere 120.000 inwoners van Georgia onaangekondigd uit de kiezersadministratie verwijderd omdat ze sinds 2012 niet meer gestemd hadden. Vaak kwamen ze daar pas achter in het stembureau. Ruim vijftigduizend kiezers werd net als Marshall het recht om toch te stemmen met een tijdelijk noodbiljet geweigerd.

‘Weet je wat me nou echt dwarszit?’ zegt Marshall. ‘Dat ik noodgedwongen weer lid ben geworden van een politieke partij. Ik stem al jaren op onderwerp als onafhankelijke kiezer. Ik vind het politiek bijzonder oncomfortabel om lid te zijn van de Democraten. Want vergis je niet, de Democraten hebben ook bloed aan hun handen, in politiek ontkom je daar niet aan. Maar ik kan alleen maar concluderen dat Republikeinen hier grossieren in onderdrukking. En dus heb ik geen keuze.’

Over die opzet doen Republikeinen lang niet altijd geheimzinnig. Gouverneur Kemp zei op een besloten campagnebijeenkomst in 2018 dat ‘de opkomstverhogende inspanningen van Abrams’ campagne hem zorgen baarde, in het bijzonder als die kiezers ook echt van hun stemrecht gebruik zouden maken’. President Trump zei in maart over voorstellen van Democraten over het stemproces die waren opgenomen in de coronasteunwet dat bij goedkeuring ‘de opkomst zo hoog wordt dat er nooit meer een Republikein zou worden verkozen’. Hoogleraar Wehle wijst erop dat Mitch McConnell, voorzitter van de Republikeinen in de Senaat, al sinds januari een wetsvoorstel op zijn bureau heeft liggen om de Voting Rights Act in ere te herstellen. ‘Hij weigert simpelweg het voorstel in stemming te brengen omdat hij het eens is met de argumentatie van het Hooggerechtshof dat er sinds de jaren zestig te veel is veranderd. Maar een alternatief bieden de Republikeinen niet. En dus verandert er niets.’

‘Ze zijn er ook zo verschrikkelijk goed in, de valseriken! In onzichtbare hobbels’, zegt Marshall. ‘Ik ben opgeleid op Harvard, ik heb drie politieke benoemingen achter mijn naam. Het heeft mij dagen gekost om erachter te komen dat ik niet geregistreerd stond en wat ik kon doen om dat recht te zetten. Op de verkiezingsdag ben ik in de zeikregen door ambtenaren in het stemlokaal van het kastje naar de muur gestuurd en het is dat stel idioten gewoon gelukt om mij niet te laten stemmen.’

Die verkiezing is een open wond in Dekalb County, Atlanta, het kiesdistrict van Marshall. Het is het kloppende hart van Martin Luther Kings nagedachtenis: de kerk waar hij pastoor was, zijn geboortehuis, het King-museum en bezoekerscentrum bevinden zich in een rauw stukje stad op minder dan een vierkante kilometer van elkaar. Levensgrote schilderingen van Stacey Abrams, George Floyd en Colin Kaepernick springen van de muren, kleine houten huisjes met informatie over stemmen staan langs de kant van de weg en elke dag wordt er nog gedemonstreerd tegen politiegeweld. De herinnering aan de burgerrechtenbeweging loopt naadloos over in de realiteit van vandaag.

Terwijl staten enerzijds hordes opwerpen, maken ze het kiezers soms ook makkelijker om zich te registreren. In Georgia worden kiezers nu automatisch geregistreerd als ze een rijbewijs aanvragen of een auto inschrijven; een argument dat bestuurders vaak tegenwerpen als ze beschuldigd worden van kiezersonderdrukking. ‘Dat is zoiets als zeggen dat je in plaats van iemands hele been maar driekwart afhakt. Wat een onzin!’ roept Wehle. ‘Vind je het belangrijk om kiezers toegang te geven tot het stemproces of niet? En zo ja, maak het dan zo makkelijk mogelijk, op alle manieren.’

Toch brengt ze een nuancering aan. ‘Niet alle chaos in het kiesproces is kiezersonderdrukking. Staten werken zich een slag in de rondte om stemmen tijdens de pandemie mogelijk te maken, maar veel staten zijn niet gewend te stemmen per post, er is weinig financiering, dit is een nieuwe situatie: er gaan dingen fout. Dat is heel pijnlijk, maar niet omdat het opzettelijke onderdrukking van kiezers is. En ook niet omdat het fraude is, zoals de president graag zegt. Het is een imperfect proces en er zullen een hoop mensen door de kieren vallen bij deze verkiezing. Soms is het kiezersonderdrukking, soms is het menselijk falen en historisch gezien is het in een uitzonderlijk geval fraude.’

Je zou er makkelijk moedeloos van kunnen worden of het zelfs opgeven – een sentiment dat ik in gesprekken met Amerikanen over het kiessysteem vaak tegenkom. Shanté Wolfe-Sisson: ‘Ik zie het veel terug onder mijn vrienden en zeg dan steevast: zelfs als je het gevoel hebt dat het niet uitmaakt omdat je stem onderdrukt wordt, realiseer je dan dat onze voorouders in Selma op de brug stonden. Wij zijn als zwarte Amerikanen historisch benadeeld en dus zet je juist een stap extra.’

‘Ze zijn er ook zo verschrikkelijk goed in, de valseriken! In onzichtbare hobbels’

Ze vervolgt: ‘Toen de opstand na de dood van George Floyd begon, voelde ook niet iedereen zich comfortabel om de straat op te gaan. Toen zeiden wij: dat is oké, maar bedenk wat je wél kunt doen. Misschien kun je koken voor demonstranten, borden maken of misschien zeg je in stilte een gebed; ook met kleine daden van verzet kun je de koers verleggen. Als je je recht niet gebruikt raak je het kwijt. We lopen allemaal op dezelfde weg naar verandering. We hebben verschillende manieren om daar te komen.’

Linda Marshall zegt tegen de moedelozen wat ze haar studenten vroeger vertelde: ‘Democratie is een rommelig proces. Amerika heeft nooit bereikt wat we hebben opgeschreven in onze grondwet: dat alle mensen gelijk zijn. Zwarte Amerikanen tellen niet meer als drie vijfde burger, zoals oorspronkelijk in de grondwet was vastgelegd, maar we zijn nog altijd op weg naar die idealen.’ De boom van de vrijheid wordt van tijd tot tijd ververst met bloed van patriotten en tirannen, citeert ze Jefferson. ‘Als zwarte vrouw in Amerika doe ik wat mijn voorouders voor mij hebben gedaan: doorgaan, opeisen waar ik recht op heb, op de best mogelijke manier. En als ik dat niet krijg, reken maar dat ik stampij maak.’

Ze werd vroeger niet voor niets Angela Davis genoemd. ‘Ik had een vette afro en kon behoorlijk fel uit de hoek komen. Ik groeide op bij mijn moeder in een zwarte buurt in Sint Louis, Illinois. Het was de tijd van de burgerrechtenbeweging en reken maar dat we de straat op gingen. Politiek was geen keukentafelgesprek, het was een gesprek in de gemeenschap. Er werd ons twee dingen geleerd: je maakt je school af en je gaat stemmen. Zo krijg je een plek aan tafel. Dat gesprek in de gemeenschap heb ik mijn hele leven voortgezet. Mijn ervaring in Georgia laat me geen andere keuze dan daarmee door te gaan.’

‘Die hobbels in het proces waren voor mij onzichtbaar omdat ik ze niet kende. De tragedie is dat kiezers twee jaar later nog steeds tegen diezelfde hobbels aanlopen. Dat probeer ik zo goed en zo kwaad als ik kan te voorkomen, maar deze gevechten kun je niet in je eentje winnen. Je moet je organiseren. Ik ben mijn verhaal gaan vertellen aan iedereen die het wilde horen: aan buren, in winkels en aan elke organisatie die zich met het onderwerp bezighoudt. Dat zijn er een hele hoop in Georgia! Voor ik het wist was ik betrokken bij rechtszaken en sprak ik via die organisaties elke week wel voor een publiek dat wilde luisteren.’

‘Wij hebben diepe banden met allerlei groepen in Georgia’, vertelt Nse Ofut. ‘Van de witte suburban huismoeders die zich na de verkiezingen van Trump zijn gaan organiseren tot de klassieke burgerrechtenbewegingen. En het zuiden is nog altijd de black belt: we werken met meer dan vijftienhonderd geloofshuizen, een anker in veel gemeenschappen hier. Dit is geen individuele strijd, dit is een gevecht van de hele gemeenschap.’

De voorlichtingsinspanningen door inwoners zoals Marshall en organisaties zoals The New Georgia Project en Woke Vote compenseren een schamel tekort in het Amerikaanse onderwijssysteem, legt Kim Wehle uit. ‘In zes van onze vijftig staten is maatschappijleer verplicht op de middelbare school. Amerikanen wordt geen burgerschap onderwezen; we leren niet wat het betekent om onderdeel te zijn van een democratie. We leiden onze kiezers niet op, sluiten ze uit en verwijten het ze vervolgens dat ze niet meedoen.’

Het bracht de professor ertoe de handleiding What You Need to Know About Votingand Why te schrijven. ‘Ik merkte dat mijn studenten de simpele basis over ons kiessysteem niet of steeds slechter kennen. Het electorale proces is een van de bouwstenen van onze democratie. We moeten weten waar we het over hebben, juist omdát ons systeem zo complex en imperfect is. Juist nu, omdat het systeem van binnenuit wordt aangevallen.’

‘Politiek kan groot en overweldigend voelen’, zegt Wolfe-Sisson, ‘daarmee kun je het ook makkelijk op afstand plaatsen; het gaat niet over mij. Daarom trainen wij vrijwilligers vooral hoe je politiek dichtbij en tastbaar kunt maken; keukentafelpolitiek noem ik dat. Stel dat iemand zegt: politiek interesseert me niet, mijn stem doet er toch niet toe. Door vragen te stellen laten we mensen inzien dat iedereen om hen heen – hun huisbaas, de leraar op school en de wijkagent – wel degelijk aan politiek doen. Dat elk aspect van hun leven raakt aan een politieke beslissing. En dat zij daar onderdeel van kunnen zijn, niet alleen door te stemmen maar bijvoorbeeld ook door naar een buurtvergadering te gaan. Politiek is meer dan stemmen alleen.’

‘Die beslissingen worden niet eens in de vier jaar genomen, die worden elke dag genomen’, zegt Ofut. ‘De jongeren die deze zomer protesteerden omdat ze boos zijn vanwege de behandeling van zwarte Amerikanen vertel ik bijvoorbeeld dat ze alleen jurylid in een rechtbank kunnen worden als ze zich registreren. Protesteren is ontzettend belangrijk, maar als je echt iets wilt veranderen kun je geen mogelijkheid onbenut laten. Elke paar maanden zijn er wel verkiezingen in Georgia en de beslissingen die in het schoolbestuur, in het politiekorps en in de lokale politiek worden genomen hebben ontzettend veel invloed op het dagelijks leven van mensen. Daarom doen we ons werk elke dag, het hele jaar rond. Het houdt nooit op.’

Het werk werpt vruchten af. ‘Ik ben uitzonderlijk hoopvol’, zegt Ofut. ‘De eerste dag dat er gestemd mag worden in Georgia zagen we een 41 procent hogere opkomst dan in 2016. Registratie van jongeren tussen de 18 en 24 is in Georgia met 34 procent gestegen ten opzichte van 2016. De lange rijen zijn verschrikkelijk, maar ze laten zien dat mensen willen stemmen, dat ze zich het recht niet laten ontzeggen. Misschien is dat het lichtpuntje in deze ellendige pandemie: dat het kraakhelder is wat er moet gebeuren om het Amerika op te bouwen waar we allemaal weer tellen.’

Wolfe-Sisson deelt Ofuts optimisme, maar beseft dat het een proces van de lange adem is. ‘De opstand kán meer mensen naar de stembus brengen, maar we zijn er nog lang niet. We vechten niet alleen tegen expliciete racisten maar ook tegen mensen die zeggen dat we met kleine stapjes tevreden moeten zijn.’ Hoe ze in dat verband tegen Biden en Harris aankijkt? Ze lacht, denkt even na en zegt: ‘Schrijf dit maar op: ik kan niet wachten om op hen te stemmen zodat ik ze ook écht verantwoordelijk kan houden.’

‘Ik heb besloten in de schaduw van God te leven, natuurlijk ben ik hoopvol’, zegt Marshall tot slot. ‘Maar dat betekent niet dat ik altijd blij ben met wat ik zie. Onderdrukking is levensecht. Hoe meer de Afro-Amerikaanse gemeenschap groeit, hoe groter de poging ons te onderdrukken. Toch heb ik vertrouwen dat die verandering er komt. Ik ben blij dat ik daar deel van uitmaak. De echte verandering, dat zijn wij.’


Deze publicatie is tot stand gekomen met steun van het Fonds Bijzondere JournalistiekeProjecten, fondsbjp.nl