
Bij verschijnen was The Hours van Michael Cunningham een sensatie. Alom werd de roman in 1999 onthaald als een vernuftige manier om een iconisch schrijfster, Virginia Woolf, en haar bekendste werk, Mrs Dalloway, een nieuw leven te geven. Niet alleen leek Cunningham in Woolfs geest te kunnen kruipen en iets te ontraadselen van haar muzen en demonen, ook gaf hij de roman een actuele en universele lading door thema’s en personages te verplaatsen naar modernere tijden. Wanhoop en de neiging tot zelfdestructie in het licht van ziekte en dood projecteerde hij in het Californische doorzonbestaan van de jaren veertig en in het New Yorkse artistieke milieu van de jaren negentig. Een complexe en talige roman die zich niet eenvoudig naar toneel te vertalen lijkt, zij het dat hij ook verfilmd bleek te kunnen worden (in 2002, door de Britse film- en theaterregisseur Stephen Daldry).
De oorspronkelijk uit Noorwegen afkomstige regisseur Eline Arbo (1986) maakte in een relatief kort tijdsbestek naam met toneeladaptaties van oude en nieuwe literaire klassiekers, zoals Het lijden van de jonge Werther, Drie zusters en Weg met Eddy Bellegueule, van Édouard Louis, dat in 2020 werd onthaald als de beste theatervoorstelling van het jaar. Met het ita-ensemble zette ze vorig jaar al The Hours op toneel, dat daar als gevolg van de culturele ijstijd maar een kort leven was gegund. De hoop is dat het nu in reprise genomen kan worden, want als waarlijk spektakelstuk, scherend langs de grenzen van kunst en kitsch, is het niet te missen.
Om maar met de kitsch te beginnen: bij nader inzien ligt die al in de roman besloten, in zijn poging iets te kunnen oplichten van het raadsel van het genie wiens scheppend talent zich tegen hem keert. Cunningham schrikt er niet voor terug mét Virginia Woolf de stenen uit te zoeken die ze in haar jaszak stopt opdat ze in staat zal zijn te verdrinken, en haar ook nog laatste gedachten op de lippen mee te geven. Arbo pakt de handschoen met verve op door Chris Nietveld als Virginia Woolf met hoedje op en kromgebogen, al prevelend en mompelend, zichtbaar gek te laten worden, en uiteindelijk into the light te laten verdwijnen.
Daarvóór hebben we kunnen genieten van een ongekend levendig schouwspel, waarin Arbo ingenieus gebruik maakt van de mogelijkheid om op toneel, anders dan in boek en film, de dingen gelijktijdig te laten gebeuren. Deze vorm van juxtapositie kan bestaan dankzij een ronddraaiend toneel, waarop de drie personages elk a room of one’s own hebben, bijeengehouden door de verteller als dompteur, een soepele Steven Van Watermeulen. En dus zien we Chris Nietveld, schrijvend op de rand van haar bed, babbelend met de zorgzame Leonard Woolf, en in een andere hoek Ilke Paddenburg als Laura Brown die zoveel jaar later Woolf leest en bijna stikt in haar liefde voor man en zoon, en in de derde taartpunt de onweerstaanbare Marieke Heebink als Clarissa Vaughn, de woolfiaanse vrouw die zelf de bloemen koopt en het afscheid van haar jeugdliefde onder ogen moet zien. Quel spectacle.
De uren, 10 t/m 20 februari door ITA; ita.nl