Enkele succesvolle films later was daar, in 1975, ineens Jaws, die in succes alleen nog overtroffen zou worden door latere Spielberg-films. De slimme dramatische opbouw van Jaws kon door niemand ontkend worden, maar in datzelfde jaar was er ook One Flew over the Cuckoo’s Nest en die film vonden de vakgenoten, terecht, veel dieper. Dus daar gingen de Oscars heen.
Twee jaar later volgde Close Encounters of the Third Kind. De sciencefictionfilm die het genre niet vernieuwde maar wel op een hoger plan bracht. Met name de laatste veertig minuten - als het ruimtevaartuig geland is en de buitenaardse wezens net niet uitstappen - zijn van een magische, niet snel te vergeten schoonheid. En toen was er ET. Ik geef het maar toe: ook ik zat te janken in de bioscoop. En bij het nogal platte jongensavontuur Raiders of the Lost Ark merk je door de vaart en de effecten toch haast niet dat je naar een onwaarschijnlijk verhaal zit te kijken.
Spielberg is de meester van de openbaring. Hij toont het wonder. Het monster of het engelachtige wezen wordt geloofwaardig. Daar verdiende hij meer geld mee dan welke andere regisseur ook: vier van zijn films staan in de toptien-aller-tijden.
Maar de artistieke erkenning was er nooit. Dat vrat. Toen Spielberg in 1985 het relatief introverte en wel erg politiek correcte The Color Purple maakte, deed hij dat, zo zei hij zelf, omdat hij eindelijk artistieke erkenning wilde. De film kreeg elf Oscar-nominaties, waaronder geen voor de regie, en zou uiteindelijk geen enkele Oscar winnen. Ook was er veel kritiek op het glad geslepen profiel dat hij van het ‘rauwe’, dan wel ‘zwarte’ proza van Alice Walker gemaakt had. De twee serieuze films die hij daarna maakte, Empire of the Sun en Always, hadden nog minder succes.
ARME STEVEN. Vakman, miljonair en dan nog niet serieus genomen. Steven Spielberg stond voor Hollywood. Hij kon ‘andere’ films maken zoveel hij wilde, zijn naam hoorde bij al die platte spektakelfilms die tot events uitgroeien. Natuurlijk, met verbluffend creatief gefilmde scènes, maar bijna nooit met ruimte voor subtiel acteerwerk (waarvoor Spielberg trouwens altijd een gering deel van het budget reserveerde) en al helemaal nooit met enig artistiek experiment. Met nogal domme kaskrakers als Hook, maar vooral Jurassic Park (de meest bekeken film van allemaal) leek hij zich uiteindelijk bij zijn status neer te leggen.
Daarna kwam Schindler’s List en de hele beeldvorming sloeg om. Een regen van Oscars en een stortvloed aan artistieke waardering. Een film als statement, daar was iedereen het over eens. In 1994 zette Spielberg bovendien de Survivors of the Shoah Visual History Foundation op. Een mammoetproject, waarbij interviews met overlevenden van de holocaust op video worden vastgelegd: inmiddels meer dan veertigduizend. De gestandaardiseerde interviews (twintig procent over de tijd ervoor, zestig procent over tijdens, twintig procent over erna) worden gedigitaliseerd opgeslagen zodat de enorme bulk aan oral history op afroep beschikbaar zal zijn.
Juist de zelf ook joodse Spielberg - die toch zoveel goeds voor de zaak deed, zou je zeggen - werd overigens het mikpunt van de bijtende kritiek van Irv Rubin, hoofd van de radicale Jewish Defense League in Amerika. Spielberg is namelijk ook de producer van een dagelijks op Amerikaanse tv uitgezonden kindercartoon, The Animaniacs, waarin een figuurtje voorkomt, Walter Wolf, dat met een ‘joods accent’ zou praten, jiddische woorden gebruikt en de leugenaar is in de cartoon. Zo worden de kinderen rijp gemaakt voor antisemitisme, volgens Rubin, die van Spielberg persoonlijk eist dat de cartoon wordt stopgezet.
SPIELBERG ZAL er wel niet wakker van hebben gelegen. Hij heeft zorgen genoeg. In 1994 had hij een eigen studio opgezet, DreamWorks, samen met de platenbaas David Geffen en een topman van Disney Studio’s, Jeffrey Katzenberg. De plek: een kolossaal gebouwencomplex in Los Angeles, Playa Vista, waar ooit de legendarische Howard Hughes een thuisbasis had. Het heette dat de in potentie krachtigste media-combi van de Verenigde Staten was geboren. Een golf van publiciteit was er rond de lancering van DreamWorks, waarbij luchthartig door de in jeans gestoken heren werd gefilosofeerd over hoe het snelst de hele wereld in een keer te bespelen. Maar de resultaten zijn tot nu toe mager: een kwijnende sectie computerspelletjes, een wel aardige tv-comedy met Michael J. Fox, Spin City, een mislukte tv-serie, Ink, de ook mislukte poging om de carrière van zanger George Michael nieuw leven in te blazen en de geflopte film The Peacemaker met dure sterren als George Clooney en Nicole Kidman. Voor Spielberg persoonlijk staat daar dan weer wel financieel succes tegenover: zo leende hij zijn naam als producer aan de film Men in Black. De film werd een hit, en zonder er iets voor te doen kon Spielberg de afgesproken twintig procent vangen. Leven als Steven Spielberg: je knippert even met je ogen en je hebt 125 miljoen dollar binnen.
STEVEN SPIELBERG zelf had zich na Jurassic Park en de door de kritiek neergesabelde opvolger The Lost World (opbrengst: een miljard dollar) bij de dino’s kunnen houden, en bij zijn verantwoorde werk over de Shoah, maar hij wilde zich na The Color Purple opnieuw in Amerika’s gevoelige zwartwitproblematiek begeven. Het onderwerp ‘slavernij’ is twintig jaar nade tv-serie Roots weer buitengewoon in trek. Niet alleen staan er meer dure Hollywoodfilms over slavernij op het punt van verschijnen (waaronder Beloved, Oprah Winfreys film naar het boek van Toni Morrison), er zijn ook slavernijmusicals, -balletten en scheepsladingen ‘onthullende’ of ‘controversiële’ boeken.
Spielbergs Amistad werd in de Volkskrant omschreven als een pijnlijke confrontatie van de Amerikanen met zichzelf. Maar Amistad is juist zo nationalistisch als de pest. Want de verlichte Amerikaanse staat van die tijd wordt als modern boegbeeld afgetekend tegenover achterlijke landen als Spanje en Portugal. Al in het Amerika van toen, aldus Spielberg, begreep men niet alleen het concept van vrijheid, maar ook de moderne opvatting over een onafhankelijke rechtsorde.
Amistad is kwalitatief gezien een hele redelijke Spielberg-film, maar vanuit historisch oogpunt valt er nogal wat op aan te merken. Zo laat Spielberg de leider van de opstandige slaven, de in- en in-goede Cinque, terugkeren naar Afrika, maar vertelt hij er niet bij dat deze na de thuiskomst op het moedercontinent op zijn beurt slavenhandelaar werd. Nogal vreemd is ook dat de slaven, na maanden hongerig ronddobberen op zee, eruit blijven zien als van gezondheid blakende übermenschen met spieren als staalkabels: hoe edel steekt alleen al hun fysiek af tegen de soms haast trolachtige blanken! En dat Spielberg de Amistad-zaak voorstelt als de aanleiding voor de Amerikaanse burgeroorlog, is een wel erg vrije interpretatie van de werkelijkheid, evenals het maar weer eens opnieuw opvoeren van de mythe van de burgeroorlog als een principieel conflict over de slavernij.
Spielberg voert een volkomen fictieve zwarte Amerikaan op, ene Joadson, die hij een cruciale rol laat spelen in het bevrijdingsproces van de slaven. De reden voor het filmische bestaan van Joadson is dat Spielberg, in zijn politiek-correcte manie, even veel zwarte als witte hoofdrolspelers wilde hebben. Met name de protestanten, die in werkelijkheid een grote rol gespeeld zouden hebben bij de ‘vrijmaking’ van de zwarte slaven, worden in Amistad als wereldvreemde, amechtige zwijmelaars voorgesteld, die stiekem hopen op de dood van de slaven, want zo'n martelaarsrol zou hen goed uitkomen. Zo is het in werkelijkheid nooit geweest. Net zo min als er bij de rechtsgang een jonge katholieke rechter aan te pas kwam, die zijn goede hart liet spreken.
De persoonlijke appeltjes die Spielberg hier te schillen had met blanke protestanten en achterlijke zuiderlingen worden in Amistad als historische waarheid voorgeschoteld en dat is nogal irritant allemaal. Er is ook een Amistad-lespakket gratis op de Amerikaanse scholen verspreid, om maar iets aan te geven van de politieke ambities die Spielberg met dit project gehad moet hebben. Het zal daarom wel een extra klap voor hem zijn dat Amistad, zowel in commerciële zin, als bij de Oscar-uitdeling, aan alle kanten werd voorbijgestreefd door Titanic. Arme Steven.