Pistolen en geweren. Bogen en paarden. Mijn ene oog vliegt gehoorzaam van hot naar her, mijn andere doet nauwelijks een poging om te volgen. Ik ben misschien toch niet voorzichtig genoeg geweest met mijn kijkoefeningen. Oog overtraind. Daarom met opzet een stukje military ingelast, niet de dressuur, maar de dag erna, wanneer ruiter en paard kalm en ruimtelijk over hellingen rennen, over hekjes springen, elkaar bij een succesvolle landing schouderklopjes geven en weer worden voortgestuwd door het applaus van het veel fotograferende publiek. Het moeizame oog krijgt de nodige rust, maar ik stuit op een probleem dat ik niet heb voorzien: de olympische televisiekanalen liggen niet naast elkaar, zijn niet met een plus of min eenvoudig te bereiken. De military gaat voor een deel verloren in schakeltijd. Van Engeland naar Duitsland naar Engeland naar Spanje… Maar het voordeel van meerdere zenders met hetzelfde is wel dat ik nu, aangezien Spanje blijkbaar plotseling belangrijkere dingen aan het hoofd heeft, ga handballen. Mooie sport, tijdens gymnastiek op school bakte ik er weinig van, de halve cirkellijn leidde me af — ik laat de bal uit mijn handen glippen en word gewisseld.

Een Zwitserse wint de triatlon, een Belgische haalt brons bij judo. Bij schermen sta ik op een andere markt dan bij gewichtheffen. De telefoon gaat en een vriend meldt dat de Engelse commentator bij het zwemmen zich vanwege de hoeveelheid records niet aan de indruk kan onttrekken dat de zwemmers naar beneden zwemmen. Maar de tweede vijftig meter dan? Zou het zwembad lichtjes worden gekanteld? Op Engeland wordt inmiddels een hockeywedstrijd gepeeld, het zwemmen zit op Nederland. Inge de Bruijn en Pieter van den Hoo gen band. Men vraagt: wat gaat er door je heen? Ik zeg: onwaarschijnlijk. Men vraagt: hoe is het dan mogelijk? Ik zeg: ik weet het ook niet. Men vraagt: is dit de beloning? Ik zeg: alles valt op zijn plaats. Men vraagt: zit er meer goud in het vat? Ik zeg: ik wil eerst weten wat ik heb gedaan. Men vraagt: heb je je moeder zien zitten? Ik zeg: ik heb haar gezocht. Men vraagt: had je een strijdplan? Ik zeg: het is alle pijn waard geweest. Men vraagt: maar wat gaat er werkelijk door je heen? Ik zeg: in principe wat ik gedaan heb.

Verder met volleybal, honkbal, tafeltennis, boksen, turnen. Gelukkig geen evenwichtsbalk, alleen al het kijken ernaar kan voor een valpartij zorgen. Ik maak bij het paardspringen een tweedubbel gehoekte salto met schroef en kom terecht in een reclame voor een geweldig keukenapparaat. Het is de wok van Ken Hom die zelf uitlegt wat de nadelen van andere wokken zijn en in drie minuten een maaltijd bereidt. Bij aanschaf tal van accessoires cadeau. De eetstokjes doen me even verlangen naar het roeien, maar dan zie ik dat Ken Hom, omringd door een paar mensen die net terug zijn van het judo, op het middenterrein van de wielerpiste staat na te praten met de regisseur van het reclamefilmpje en met degene die hem bewust onhandige vragen stelde. Op de baan met de langere bochten en de relatief korte rechte stukken fietsen Leontien Zijlaard en Marion Clignet de finale van de achtervolging. Na een rondje of wat maakt Zijlaard zich los van zichzelf: ze houdt de druk op de pedalen en stampt door en rijdt tegelijkertijd zegevierend het mid den terrein op, blij zwaaiend, de nagels gelakt in rood, wit en blauw. Haar voorsprong op Clignet komt boven de drie seconden, de Franse coach kijkt ongelovig rond, de Neder landse coach blijft gespannen. Zijlaard kust ondertussen dierbaren, doet haar helm af en leunt tegen een hokje. Dan schuift ze haar bril om hoog: ook haar ogen houden de druk op de pedalen.