
Op een zachte lenteavond in april dit jaar leek het alsof Turkije een functionerende democratie was. Na twee weken hertellen was Ekrem Imamoglu van de oppositiepartij chp eindelijk uitgeroepen tot winnaar van de burgemeestersverkiezing in Istanbul. Op het gemeentehuis verwelkomde oud-burgemeester Mevlüt Uysal van de regeringspartij akp zijn vers verkozen opvolger. Het meest fundamentele ritueel van iedere democratie, de geweldloze overdracht van de macht, kon beginnen.
‘Wij staan in dienst van het volk’, sprak Uysal plechtig. ‘Uiteindelijk is het onze plicht om het vertrouwen dat het volk van Istanbul ons gegeven heeft ook weer over te dragen. Er is een verkiezing geweest, meneer Imamoglu heeft zijn mandaat ontvangen, dus vertrouwen we de stad aan hem toe. Gefeliciteerd!’
De mannen gaven elkaar een hand en een bosje bloemen. Buiten het gemeentehuis kleurden de straten rood met Turkse vlaggen. Middelbare scholieren vlogen elkaar in de armen. Voetbalfans staken vuurwerk af. Vrouwen met en zonder hoofddoek dansten samen. En de politie, die liet de mensen dansen. Voor het eerst in jaren zag de Turkse oppositie dat de democratie er ook voor hen was.
Negentien dagen later was het voorbij. Even na zeven uur ’s avonds verscheen de politie voor de Hoge Kiesraad in Ankara. Het gebouw werd afgezet om protesten te voorkomen. Binnen vergaderden de poortwachters van de Turkse democratie over een verzoek van de akp en haar coalitiepartner mhp om de burgemeestersverkiezing in Istanbul te annuleren. Imamoglu was verkozen met slechts dertienduizend stemmen verschil. Dat kan niet, vond president Erdogan, die bovendien wees op ‘diefstal in de stembus’. De kiesraad gaf de president zijn zin.
De formele verklaring liet meer dan twee weken op zich wachten. Volgens de kiesraad was het onacceptabel dat de voorzitters van ruim zevenhonderd stembureaus geen ambtenaren waren. Opvallend genoeg maakte dit bezwaar alleen Imamoglu’s verkiezing ongeldig, maar niet die van de andere lokale politici die in diezelfde stembureaus gekozen waren. De kiesraad viel door de mand toen later bekend werd dat dezelfde voorzitters van de stembureaus zouden mogen aanblijven tijdens de nieuwe burgemeestersverkiezing van 23 juni. ‘De reden voor annulering is geannuleerd’, reageerde de oppositie razend.
Binnen de akp heerst stille schaamte. Volkssoevereiniteit was nu juist het argument geweest waarmee de partij zichzelf tegen alle kritiek verdedigde: autoritair oké, maar wel gewoon verkozen door het volk. Nu zelfs dat principe op losse schroeven komt te staan, vrezen prominenten binnen de akp voor de toekomst van hun partij. ‘Je geloofwaardigheid verliezen is een veel groter probleem dan een stad verliezen’, vertelde oud-presidentieel adviseur en voormalig directeur van de staatsomroep Kemal Öztürk me. Ook Osman Can, voormalig rechter-rapporteur aan het Turkse Constitutionele Hof en oud-bestuurslid van de akp, wees op de ongekende gevolgen van dit nieuwe dieptepunt: ‘Hiermee verliest de Turkse samenleving het vertrouwen dat een regering, of zelfs een burgemeester, vreedzaam kan worden vervangen via de stembus. Dat is een absoluut keerpunt in een land dat sinds 1950 vrije verkiezingen kent.’
Die geschiedenis drukt zwaar op Imamoglu’s schouders. Tot voor kort was de 49-jarige politicus uit het Zwarte-Zeegebied een relatieve onbekende. Nu is hij de hoop van half Turkije, die een antwoord moet vinden op een wanhopige vraag: hoe verdedig je de democratie als die niet meer bestaat?
Veel inwoners van Istanbul reageerden die avond hun woede af op potten en pannen. Het gekletter galmde door de donkere straten van de miljoenenstad. Anderen hadden het lef de straat op te gaan, maar stuitten al snel op colonnes oproerpolitie en militaire pantserwagens. Hun protest kwam de echokamer van oppositiebolwerken als de wijken Kadikoy en Besiktas niet uit.
Imamoglu zelf vond een ander antwoord. Het was de eerste dag van de ramadan en de politicus stond erop eerst rustig de afloop van de eerste vastendag te vieren met oude buren in de volkswijk Beylikdüzü. Vanaf een bescheiden eettafel met bordjes linzensoep plaatste hij een kort videobericht op Twitter: ‘Verlies de hoop niet lieve mensen, ik zal binnenkort mijn reactie geven. Maar eerst: eet smakelijk. Moge God ons vasten aanvaarden.’ Kort daarop vertrok de oppositieleider naar het centrale plein van de wijk om een toespraak te geven die nu al als historisch te boek staat. De afgezette burgemeester van Istanbul reageerde niet met woede of wanhoop, maar met een emotie die nog veel gevaarlijker zou blijken voor de macht van president Erdogan: liefde.
‘Ramadan is de maand van de eenheid’, benadrukte Imamoglu tegenover zijn razende aanhangers. De mensenmassa spuugde op de regering en brulde om het aftreden van de kiesraad, maar de afgezette burgemeester wilde er niets van weten. ‘Stop met dat boe-geroep’, maande hij de mensenmassa. ‘Op onze pleinen is er geen boe-geroep. Op onze pleinen zal voortaan alleen nog maar liefde zijn. Ze willen juist dat wij met elkaar vechten, maar wij, de mensen die niet willen dat dit volk met zichzelf vecht, wij zullen elkaar met klem blijven omarmen.’
De volgende dag begon Imamoglu zijn campagne gewoon weer opnieuw. In plaats van de hernieuwde verkiezing van 23 juni te boycotten, zoals sommigen binnen de chp hadden gewild, trok hij de straten van Istanbul in met een slogan van ontwapenend optimisme: ‘Alles komt helemaal goed.’ Terwijl de akp Imamoglu blijft wegzetten als een geïmporteerde Griek en een handlanger van terroristen roept de nieuwe ster van de Turkse oppositie juist op tot een einde aan de politiek van polarisatie. ‘Vind eens een buurman of buurvrouw die niet denkt zoals jijzelf of die een andere partij steunt’, verzocht hij zijn aanhangers. ‘En geef ze gewoon een knuffel.’
Volgens Imamoglu is dit niet alleen de beste manier om Erdogans akp te verslaan, maar ook een mogelijk antwoord op polariserende populisten elders. ‘De wereld heeft deze strategie nodig’, vertelt de afgezette burgemeester mij in zijn campagnebureau, omringd door een team adviseurs en duidelijk vermoeid door zijn eigen knuffeltactiek. ‘Overal ter wereld wordt populisme gebruikt om mensen uit elkaar te drijven, maar ik geloof dat we deze trend kunnen keren.’
Daar is meer voor nodig dan een paar knuffels. Imamoglu doet er alles aan om het seculiere imago van zijn chp te overstijgen en respect te tonen voor de religieuze levenswijze van veel akp-stemmers. Daarbij richt hij zich op economische ongelijkheid en trekt onvermoeibaar door verarmde volkswijken met beloftes van gratis brood, water en melk voor families die onder de armoedegrens leven. In plaats van terug te vallen op zijn eigen hoogopgeleide achterban richt Imamoglu zich bovenal tot de aanhangers van de regering die hem liet afzetten.
‘Populisme’ is dan ook geen vies woord, vindt Imamoglu. ‘Het gaat om wat je wilt bereiken. Als populisme wordt ingezet om mensen weg te zetten en uit elkaar te drijven is het gevaarlijk. Maar als een populistische stijl mensen kan verenigen, heb ik er geen problemen mee. Ik wil een politicus zijn die iedereen kan bereiken. Juist daarom krijg ik ook steun van akp-kiezers. Ze zien dat ik hen respecteer.’

Achter Imamoglu’s woorden schuilt een nieuwe partijstrategie. Dit jaar publiceerde de chp een kort manifest, Het boek van radicale liefde. De brochure van vijftig pagina’s bevat adviezen over de regels van respectvol campagne voeren, toegelicht met toegankelijke stripverhaaltjes, en sluit af met een citaat van de dertiende-eeuwse Anatolische soefi-dichter Yunus Emre: ‘Laat je ego varen, leer tolerantie kennen.’
De schrijver van het boekje, Ates Ilyas Bassoy, hekelt de hooghartigheid van zijn linkse Turkse vrienden. ‘Het grootste probleem van de Turkse oppositie is de arrogantie van hoogopgeleiden’, beweert hij in zijn kantoor in de hippe Istanbulse wijk Cihangir. Er ligt een MacBook op tafel. Aan de muur hangt een bordje met de tekst ‘Be Happy’. Oppositie voeren moet simpeler, aldus Bassoy. ‘Want wat simpel is, blijft bij mensen hangen.’
Bassoy komt uit de reclamewereld, maar is verslaafd aan politiek. In 2011 publiceerde hij het boek Waarom wint de AKP? Waarom verliest de CHP?, dat goed ontvangen werd, behalve door de chp zelf. ‘Ze vonden me naïef’, grijnst de 48-jarige, die vorig jaar alsnog door de partij werd ingehuurd als politiek strateeg. Niet zonder succes: bij de lokale verkiezingen van 31 maart won de chp veel cruciale steden. ‘Kijk naar Izmir, Ankara, Adana, Istanbul’, zegt Bassoy. ‘Onze succesvolle kandidaten waren de belichaming van radicale liefde. Ik had met ieder van hen regelmatig contact.’
Bassoy’s liefdesboek is gedrenkt in moderniteitskritiek voor millennials. ‘Zelfs in de bus praten we niet meer met elkaar’, begint de tekst, ‘want we zitten de hele dag op onze telefoon.’ Een open deur misschien, maar wel een die volgens Bassoy direct leidt tot politieke polarisatie. De digitale revolutie, zo stelt hij, heeft sociale contacten zo vluchtig gemaakt dat politici gemakkelijker kunnen inspelen op gevoelens van angst en eenzaamheid. ‘In een samenleving waarin alles aan ons voorbij schiet, klampen mensen zich vast aan een sterke leider.’
Tegenover die onrustige angst stelt Bassoy geduldige liefde. Het boek van radicale liefde bestaat dan ook vooral uit tips voor duurzaam contact met kiezers: praat meer, sta open voor nieuwe ideeën, stel jezelf voor als een persoon in plaats van als een politicus, vermijd ideologische discussies, en bovenal: kijk niet neer op Erdogan of zijn aanhangers. ‘De eerste regel van radicale liefde is heel simpel’, zegt Bassoy. ‘Negeer Erdogan, maar heb zijn liefhebbers lief.’
Daarnaast pleit het handboek voor een nadruk op economische in plaats van identitaire campagnethema’s. Bassoy groeide op in de sloppenwijken van de industriestad Bursa en noemt zichzelf een marxist. Hij kan er slecht tegen dat de linkse politiek in Turkije zich meer bezighoudt met het bekritiseren van hoofddoekjes en het bezingen van de Turkse vlag dan met armoedebestrijding. ‘Het relevante onderscheid in Turkije is niet dat tussen islam en secularisme of tussen Turken en Koerden, maar dat tussen arm en rijk’, aldus Bassoy. ‘Armoede is de gedeelde ervaring van miljoenen mensen. Het is de ideale uitweg uit onze echokamers.’
Die voorspelbare boodschap valt in de Turkse context gerust revolutionair te noemen, stelt Michael Wuthrich, politicoloog aan de Universiteit van Kansas. ‘Radicale liefde is een afstraffing van de chp door de chp’, aldus Wuthrich. ‘Dat is een diep gebaar dat het heel goed zal doen bij Turkse kiezers. Ineens zien Erdogans aanhangers dat een chp-politicus niet meer op hen neerkijkt, en ze staan er totaal versteld van.’ De geschiedenis van de chp staat dan ook niet bepaald in het teken van radicale liefde. De partij is gedoopt in de moderniseringsdrang van Mustafa Kemal Atatürk, die hardhandige secularisering boven sociaal-economische emancipatie plaatste. Hier kwam kort verandering in toen de chp in de jaren zestig en zeventig experimenteerde met klassenpolitiek en haar grootste verkiezingsoverwinning ooit boekte, maar de linkse koers werd de kop ingedrukt na de reactionaire staatsgreep van 1980. Daarop werd het gat op links in arme stadsdistricten grotendeels opgevuld door Erdogans islamistische voorgangers, en trok de chp zich terug in zelfgenoegzame tirades tegen de ‘religieuze achterlijkheid’ van politici die wél verkiezingen wonnen.
Door de achterban van de akp jarenlang te kleineren dolf de chp haar eigen graf, aldus Wuthrich, die uitgebreid onderzoek deed naar de geschiedenis van Turkse verkiezingen. ‘In werkelijkheid stemden veel Erdogan-aanhangers aanvankelijk op de akp uit economische en pragmatische beweegredenen’, stelt hij. ‘Maar juist doordat de chp voortdurend op religieuze identiteit bleef trappen, werd identiteit een belangrijkere factor in verkiezingen.’
‘We hebben fouten gemaakt’, erkent Imamoglu. ‘De oude chp heeft zichzelf losgekoppeld van de samenleving door een taal te gebruiken die veel gewone mensen niet begrijpen.’ Daarmee opende de chp de weg naar wat de afgezette burgemeester de ‘paradox van de akp’ noemt: zelfs nu Erdogans partij in economisch opzicht de elite vertegenwoordigt, kan de Turkse president terugvallen op zijn religieuze identiteit om zichzelf neer te zetten als de man van het volk.
Maar de chp is veranderd, benadrukt Imamoglu. Hij wijst op een reeks hervormingen onder partijleider Kemal Kilicdaroglu, die sinds zijn aantreden in 2010 een langdurige interne strijd uitvecht met de oude partijkern. In plaats van religieuze identiteit aan te vallen legt de chp onder Kilicdaroglu de nadruk op inclusiviteit en links economisch beleid. Juist door identiteitsverschillen te omarmen, zo is de achterliggende gedachte, kan polariserende identiteitspolitiek worden overstegen.
Volgens Imamoglu moeten politici hun boodschap kunnen inkleden in de culturele waarden van hun kiezers. ‘Je kunt best universele principes hebben, maar je moet ze wel uitleggen’, aldus de afgezette burgemeester. In de Turkse context vereist dat volgens hem soms een verwijzing naar de islam. ‘Als moslim heb ik er persoonlijk geen probleem mee om gelijkheid, vrijheid en fundamentele rechtsprincipes te integreren in mijn geloof. Daardoor voorkom je dat je een elitair imago krijgt. Sterker nog: het maakt je een man van het volk.’
Is dit niet gewoon een nieuwe vorm van populistisch opportunisme? Arlie Hochschild, socioloog aan de Universiteit van Berkeley, noemt het liever symbolstretching. ‘Het helpt mensen om onderwerpen door hun eigen morele lens te begrijpen’, vertelt ze over de telefoon. ‘We zien het ook in de Verenigde Staten met linkse klimaatactivisten die rechtse evangelisten overtuigen met de term “scheppingszorg”. Het klinkt misschien opportunistisch, maar het werkt.’
Hochschild deed vijf jaar lang onderzoek naar Tea Party-aanhangers die later op Donald Trump stemden. Net als Imamoglu is ze ervan overtuigd dat polariserende populisten het best kunnen worden bestreden door een handreiking te doen naar hun aanhang. De polarisatie waar politici als Trump en Erdogan op teren wordt volgens Hochschild dan ook niet alleen aangedreven door intolerantie op rechts, maar ook doordat zelfverklaarde progressievelingen zich verder terugtrekken in hun eigen ‘linkse bubbel’.
‘We kunnen veel leren van de Turkse oppositie’, aldus Hochschild. ‘Radicale liefde is precies de vaardigheid die wij ook nodig hebben. Het is een manier om tijdelijk uit je eigen identiteit te kruipen, niet om daarmee je morele principes aan de kant te zetten, maar om je te kunnen overgeven aan een oprechte nieuwsgierigheid naar de ander. Dat soort “emotionele arbeid” is van enorm belang in de politiek.’
Volgens Hochschild ontbreekt die emotionele dimensie in veel linkse antwoorden op het rechts-populisme. Aandacht voor de economische zorgen achter de opkomst van populistische partijen moet volgens de socioloog gepaard gaan met meer face to face contact met kiezers en een erkenning van hun gekrenkte trots. Niet om toe te geven aan alles wat ‘de boze witte man’ maar wil, benadrukt Hochschild, maar juist om het progressieve tegengeluid zo effectief mogelijk uit te dragen. ‘Radicale liefde is geen conflictvermijding, maar een manier om met onvermijdelijke conflicten om te gaan.’
Ook Ates Ilyas Bassoy staat erop dat zijn strategie niets te maken heeft met toegeeflijkheid. ‘Radicale liefde is strijd’, zegt de chp-strateeg kortaf. ‘Deze liefde is radicaal omdat ze zich juist richt tot mensen waarmee we het fundamenteel oneens zijn. Omdat we zien dat we Erdogan niet kunnen veranderen, vechten we door onszelf te veranderen. Alleen op die manier kunnen we de akp verslaan.’
Het succes van die tactiek lijkt vooralsnog een matigende werking te hebben op de akp. Sinds Imamoglu aan kop gaat in de peilingen probeert de regeringspartij teleurgestelde kiezers terug te winnen met een reeks symbolische acties. Zo beloofde Erdogan een reeks hervormingen om misstanden in de rechtsgang aan te pakken, begon zijn partij een charmeoffensief richting Koerdische kiezers en vond er afgelopen zondag een eerlijk televisiedebat plaats tussen Imamoglu en zijn tegenstander Binali Yildirim – voor het eerst in zeventien jaar. De vraag is echter of die schijn van normalisering de burgemeestersverkiezing van aankomende zondag overleeft. Nu de akp in staat is gebleken een verkiezingsresultaat naast zich neer te leggen, lijkt het onwaarschijnlijk dat de partij een eventuele tweede overwinning van Imamoglu ineens wel zou accepteren. De inzet in de Turkse politiek is te hoog geworden om een stap terug te zetten.
In dat opzicht lijkt het stadium van radicale liefde al lang gepasseerd. Maar volgens de afgezette burgemeester van Istanbul is er geen alternatief, ook niet als hij een tweede keer wordt afgezet. ‘De laatste kans van Turkije is om weer van elkaar te houden’, aldus Imamoglu. ‘Dat kan alleen als we vasthouden aan onze hoop, want zonder hoop is liefde leeg.’