Rob Birza, Drifting Circles X, 2017. Tempera op doek, 130 x 110 cm © courtesy, willem baars projects

Voor de cirkels die hij nodig had in zijn nieuwe werk gebruikte Rob Birza deksels van verfbussen. Eenvoudiger kan eigenlijk niet, die zijn in het atelier van de schilder sowieso aanwezig. Het werd een serie van twaalf schilderijen (in een paar formaten) die Drifting Circles heten. Zo zijn ze, nogal laconiek, begonnen. Hier kijk ik naar nummer tien. Eerst heeft Birza op het oppervlak van wit linnen, en met twee deksels die van verschillende grootte waren, met een zacht potlood een willekeurig patroon samengesteld en getekend van cirkels. Eerst was dat patroon overzichtelijk. Omdat de cirkels elkaar oversnijden ontstaat dan een versnipperd vormbeeld. Dat volgt uit de werkwijze. Je legt het opgespannen doek plat op een tafel. Het ronde deksel hou je stevig op zijn plek terwijl je er met potlood een dunne lijn omheen trekt. Hetzelfde deksel verschuif je dan naar een plek verderop en daar doe je hetzelfde. Tussendoor maak je cirkels met een kleiner deksel – eigenlijk zoals het uitkomt.

Zulke maatverschillen hebben een vreemde werking in het patroon, ze maken het onregelmatiger. Er zijn vaste handgrepen in deze voortgang en ook heeft de schilder ongeveer in zijn hoofd, denk ik, hoe dicht het patroon kan worden. Het wordt immers ontworpen om ruimte te bieden aan de kleuren die erin rond moeten gaan. Uiteindelijk is er dan niet één cirkel die niet door andere, ernaast, beroerd is. Het patroon is ook niet zo gearrangeerd dat de cirkels precies binnen de rand van het schilderij passen. Overal rondom worden cirkels door die rand afgesneden.

Daardoor krijgen we de indruk dat het patroon vanuit ongeveer het midden vorm ging krijgen om zich vandaar dan uit te breiden. Het groeide. Bloemen vouwen zich zo open – grillig en verrassend en tegelijkertijd met een stille regelmaat. De cirkels hangen los in het vlak van het schilderij en ze lijken echt op drift. In deze uitvoering van Drifting Circles was het patroon eerst een schema van potloodlijnen. Als ik goed heb geteld waren het zo’n 28 cirkels en delen van cirkels waar het patroon begon – een ensemble van segmenten en spits gebogen fragmenten, van vormen en tussenvormen.

De cirkels hangen los in het vlak van het schilderij en ze lijken echt op drift

Toen kwamen de kleuren erbij waar het steeds om te doen was – om hun straling en hun heldere licht. Het zijn er niet eens veel. Blauw en groen en rood en dan bevende tonaliteiten die daartussen liggen zoals een fris roze of gedempt oranje, verder naast het donkere blauw een ijl lichtblauw maar ook een grijzig lila met een spoor van blauw terwijl een ander lila tegen roze aan ligt – zulke onbeschrijflijke schakelingen van kleursoort. In het vormpatroon van dunne lijnen, een web eigenlijk, zijn de kleuren voorzichtig geschilderd in een matte verf (tempera) die zacht oogt als fluweel. De oorspronkelijke potloodlijnen zijn vrijwel onzichtbaar geworden.

Rob Birza, Zonder titel, 1988. Tempera op doek, 275 x 250 cm. © Gemeentemuseum Den Haag

De heldere scherpte waarmee het patroon nu geformuleerd wordt, komt van een nauwkeurige regie van kleurcontrasten en vooral ook door de kantige vormen wit doorheen het hele schilderij. Dat wit is geen achtergrond maar werkt in het beeld als een zelfstandige kleur die aan dit wonderlijk ensemble van versnipperde kleuren nog meer helderheid toevoegt. We zien dat de kleuren een soort cirkelachtige vormen zijn. Dat is hun herkomst. Als vorm en kleur is elke van hen, ook vanwege de plek in de samenhang van het ensemble, merkwaardig uniek. Hooguit lijken ze op elkaar – maar ik merk dat we ze één voor één bekijken. We tellen ze dan op tot een prachtig boeket van onophoudelijk verschillende beweeglijkheden van kleur.

Birza in optima forma is dit. Van ongeveer het eerste werk dat ik lang geleden van hem tegenkwam, Zonder titel uit 1988, herinner ik me hoe hij eigenwijs en resoluut het zeker toen heilige vierkant geheel overhoop haalde. Zeg dat een vierkant een stevig schema is. Met vier sets van rechte strepen, vaag vierhoekig, ontknoopte hij in dit weidse schilderij die stevigheid en maakte het vierkant weer los. Dat is nog steeds de kern van zijn kunst: met welke inventieve verwarring dan ook losmaken wat schematisch geworden is. Alles wat Birza maakt, ook Drifting Circles, gaat die kant op.

De nieuwe schilderijen van Rob Birza zijn nog tot 21 oktober te zien bij Willem Baars Projects aan de Hoogte Kadijk 17 in Amsterdam