Op 3 februari 1933 hield Hitler een geheime toespraak voor de generaals van het Duitse leger. Dat gebeurde in de dienstwoning van opperbevelhebber Kurt von Hammerstein. Hitler zette zijn plannen uiteen voor de wederopbouw van het Duitse leger ter wille van expansie naar het oosten, waar hij meer Lebensraum wenste. Zijn oorlogszuchtige woorden waren in strijd met de vredelievende rede waarmee hij drie dagen daarvoor het ambt van rijkskanselier had aanvaard. De Duitse generaals waren opgetogen over Hitlers voornemens. Hier trad een staatsman aan die, godzijdank, een eind zou maken aan het vernederende Verdrag van Versailles (1919) waarin bepaald was dat Duitsland er geen volwaardig leger op na mocht houden. Alleen Von Hammerstein besefte dat Hitlers politiek tot een wereldwijde catastrofe zou leiden. Hij diende zijn ontslag in.
Von Hammerstein had tijdens de Republiek van Weimar (1919-1933) voortdurend gelaveerd tussen uiterst linkse en uiterst rechtse politieke krachten. In 1918 hadden de communisten een revolutie teweeggebracht die door het leger onder leiding van generaal Von Lüttwitz bloedig was onderdrukt. Honderden communisten, onder wie Rosa Luxemburg en Karl Liebknecht, waren in koelen bloede vermoord. Kort daarop had Von Lüttwitz zelf een staatsgreep gepleegd waarbij duizenden slachtoffers vielen. Maar deze rechtse coup was net als de linkse revolutie mislukt.
Von Hammerstein was in 1907 getrouwd met de dochter van Von Lüttwitz, Maria. De generaal vond Von Hammerstein (die toen nog luitenant was) aanvankelijk te onbenullig en te links om met zijn dochter te trouwen. Hammerstein voelde zich van zijn kant in verlegenheid gebracht door zijn ultrareactionaire schoonvader. Hij verafschuwde politiek extremisme en meende dat alle inspanning gericht moest zijn op het stabiliseren van verhoudingen die onder invloed van de economische crisis steeds verder polariseerden.
Hij vond dat het leger deze stabiliserende rol moest spelen. Om dat te bereiken moest het leger op serieuze sterkte worden gebracht. Dat kon alleen in het geheim, want de geallieerden zagen erop toe dat Duitsland niet zou herbewapenen. Dus knoopte Von Hammerstein, die snel in rang opklom, contacten aan met de Russische autoriteiten. De Russen hadden schreeuwend behoefte aan deskundigen voor de opbouw van hun leger. De Duitsers wilden deze deskundigen leveren in ruil voor de mogelijkheid om in Rusland kanonnen, vliegtuigen, bommen en gifgas te produceren. Zo ontstond een nauwe samenwerking tussen het Duitse en het Russische leger die van 1923 tot 1933 duurde. Hammerstein raakte bevriend met Russische generaals die tijdens de inname van Berlijn in 1945 goed de weg kenden, omdat ze daar tot 1933 regelmatig bij Von Hammerstein op bezoek waren geweest.
Hitler maakte aan deze samenwerking een eind. Hij vormde het Duitse leger om tot een militair apparaat ten dienste van zijn politieke ambities. Von Hammerstein besefte dat hij had gefaald en trok zich terug.
Hans Magnus Enzensberger, inmiddels 79 jaar oud, heeft een prachtige biografie geschreven over Kurt von Hammerstein. De generaal wordt daarin getoond vanuit diverse gezichtspunten: als man van adel, als militair strateeg, als politicus, als vader van een gezin met zeer opmerkelijke kinderen, maar vooral als speelbal van politieke omstandigheden. Enzensbergers boek is een prisma dat voortdurend wisselende kleuren werpt op een figuur die de lezer aan het eind van het boek scherp en helder voor ogen staat.
Hammerstein was een uitzonderlijk intelligente, maar luie man. ‘Er zijn vier soorten officieren’, gaf hij eens als antwoord op de vraag hoe hij zijn officieren beoordeelde. ‘Er zijn slimme, vlijtige, domme en luie officieren. Meestal gaan twee eigenschappen samen. Sommige officieren zijn slim en vlijtig: die komen in de generale staf. Andere zijn dom en lui, zij vormen negentig procent van alle officieren en zijn alleen geschikt voor het routinewerk. Dan zijn er domme en vlijtige officieren. Daar moet je voor oppassen, want ze zorgen voor allerlei onheil en mogen geen verantwoordelijkheid dragen. Tenslotte is er een zeldzame officier die slim en lui is. Hij kwalificeert zich voor het hoogste leiderschap, want hij bezit de geestelijke helderheid en stalen zenuwen die nodig zijn om moeilijke beslissingen te nemen.’
Het gezin Von Hammerstein verkeerde in kommervolle omstandigheden. Vader was bijna nooit thuis. Hij verdiende weinig geld, had geen eigen huis en vond dat zijn vrouw en zeven kinderen zich maar moesten redden. Dat deden ze door te bedelen bij hun adellijke familieleden. Von Hammersteins oudste dochter, Marie- Luise, kreeg een relatie met Werner Scholem, medeoprichter van de Spartacusbond. Ze trad toe tot de communistische partij en werd spionne voor de Russische geheime dienst. Maria-Therese leerde als klein meisje paardrijden: zonder zadel, zonder teugel. In haar tienertijd kocht ze een zware motor, ze leerde Russisch en raakte in verwachting van de zoon van een rabbijn. Helga, de derde zuster, kreeg een relatie met Leo Roth, een communist, beroepsrevolutionair en spion. Vanaf 1930 leefde ze onder een schuilnaam. Een gestenografeerd verslag van de geheime toespraak die Hitler op 3 februari 1933 in de ambtswoning van Von Hammerstein hield, lag drie dagen later op het bureau van de Russische geheime dienst in Moskou (Enzensberger citeert dit verslag, dat hij heeft gevonden in het Russisch Staatsarchief). Marie-Luise werd door de Gestapo verhoord op verdenking van spionage, maar de schuldige was waarschijnlijk Helga.
Ludwig von Hammerstein, hun jongere broer, was betrokken bij de mislukte aanslag op Hitler van 20 juli 1944. Alle coupplegers werden omgebracht, hun vrienden en verwanten gevangen genomen. Ludwig ontsprong als enige de dans. Hij kon ontsnappen, omdat hij het Bendlergebouw, van waaruit de coup werd georganiseerd, als zijn broekzak kende. Daar was de ambtswoning van zijn vader gevestigd, waar Hitler zijn toespraak had gehouden en waar hij tijdens zijn jeugd had gewoond.
Vader Kurt von Hammerstein was toen al dood. Hij stierf in 1943 aan kanker. Hij had de catastrofe niet kunnen voorkomen. Zijn vrouw en zeven kinderen overleefden de oorlog. Ze hebben nooit over hun ervaringen tijdens de nazi-tijd gesproken – dat doe je niet. Enzensberger heeft hun geschiedenis door naarstig speurwerk in archieven gereconstrueerd. Via deze archieven brengt hij deze unieke familie aan het woord.
Dichters & Denkers
Strateeg, speelbal en vader
HANS MAGNUS ENZENSBERGER
DE EIGENZINNIGHEID VAN HAMMERSTEIN
Uit het Duits vertaald door Olaf Brenninkmeijer
Cossee, 303 blz., € 26,90
Uit: De Groene Amsterdammer van
www.groene.nl/2009/7
www.groene.nl/2009/7