Zal de rechter, als hem om een uitspraak wordt gevraagd, het algemene demonstratieverbod dat burgemeester Jozias van Aartsen voor de komende twee maanden instelde voor de Haagse Schilderswijk intact laten? De Haagse burgemeester kondigde het tijdelijke verbod in deze woonwijk vorige week aan, nadat het bij een eerdere demonstratie tot ernstige ongeregeldheden was gekomen. Juridisch gezien ligt een algemeen demonstratieverbod voor een bepaald gebied moeilijk; een burgemeester moet volgens de wet per keer beoordelen of er sprake is van – in het geval van de Schilderswijk – gevaar voor wanordelijkheden, waardoor de veiligheid van bewoners in gevaar komt.

Twee jaar geleden kondigde de Amsterdamse burgemeester Eberhard van der Laan een onderzoek aan naar een algemeen demonstratieverbod bij het monument op de Dam. Dat deed hij na een betoging, op de trappen van het monument, die was georganiseerd door Sharia4Holland. Tijdens die betoging werd pvv-leider Geert Wilders in uitlatingen met de dood bedreigd. Van der Laan vond dat de waardigheid van het monument zich niet verdraagt met een wanordelijke demonstratie. Uiteindelijk kwam het niet tot een algemeen demonstratieverbod. De burgemeester liet de gemeenteraad in 2013 weten per keer te zullen bekijken of een demonstratie kan plaatsvinden op de Dam. Van der Laan had ingezien dat de wet een algemeen demonstratieverbod niet toestaat.

Van Aartsen heeft vorige week zijn verantwoordelijkheid om het recht van burgers te waarborgen om – ongeacht hun opvattingen – te demonstreren, moeten afwegen tegen een andere verantwoordelijkheid van een burgemeester, het handhaven van de openbare orde. Hij heeft dat laatste zwaarder laten wegen. Daarbij zal zeker een rol hebben gespeeld dat Van Aartsen weet dat als er bij ongeregeldheden slachtoffers vallen weinigen in het oververhitte domein van de sociale media het recht om te kunnen demonstreren nog belangrijk zullen vinden.

De Haagse burgemeester had zich tijdens de vorige week gehouden raadsvergadering formeel kunnen opstellen en kunnen zeggen dat hij de komende tijd per keer zou beoordelen of demonstreren in de Schilderswijk verantwoord is. Als hij echter al wist dat de uitkomst daarvan hetzelfde zou zijn als een algeheel verbod voor de komende twee maanden, dan is het voor de rust in de wijk wel zo eerlijk dat vooraf duidelijk te maken, ook al staat dat op gespannen voet met de wet. Aanvragen voor demonstraties in de naastgelegen wijk Transvaal kan hij per keer blijven beoordelen.

Met het tijdelijke verbod voor de Schilderswijk maakte Van Aartsen bovendien in één keer duidelijk dat het verbod zowel geldt voor extreem-rechtse demonstranten, voor aanhangers van de Islamitische Staat en voor de pvv, allemaal groeperingen die al hadden aangekondigd in september (weer) in de Schilderswijk te willen demonstreren. Door één lijn te trekken houdt de Haagse burgemeester zich aan het vereiste in de wet dat hij geen verbod of beperkingen mag opleggen op basis van de inhoud van een demonstratie.

Dat veel organisaties uit de Schilderswijk om een demonstratieverbod hadden gevraagd, zou eigenlijk geen rol mogen spelen bij de afweging van een burgemeester. Wijkbewoners gaan niet over het recht om te demonstreren. Dat de Schilderswijkers aandacht vroegen voor hun veiligheid is echter begrijpelijk. Ze willen bovendien niet dat hun wijk het speelveld wordt van groeperingen die pretenderen voor hen op te komen, maar in de praktijk over hun rug een andere strijd uitvechten.