Barack Obama is op studiereis, van Kabul naar Bagdad, naar Berlijn en verder. Je zou willen dat de Amerikaanse grondwet iedere presidentskandidaat daartoe verplichtte. Want hoewel de afgelopen acht jaar het ambt veel van zijn gezag en glorie heeft verloren, is de Amerikaanse president nog altijd de machtigste man van de wereld. En wie dan ook in november wordt gekozen, de verhoudingen in de internationale politiek zullen er aanmerkelijk door veranderen. Na de Koude Oorlog tot 11 september 2001 was Amerika nog de enige supermacht, met als dure plicht de ordening van de planeet te verzorgen. Dat dachten we in het Westen tenminste.
Het was niet de eerste keer dat deze vergissing werd gemaakt. Na de overval van Saddam Hoessein op Koeweit in 1990 ontwikkelde George Bush sr. een aantrekkelijk denkbeeld: de Nieuwe Wereldorde. Maar nadat Saddam was verslagen en hermetisch binnen zijn grenzen opgeborgen werd de Nieuwe Wereldorde door de internationale gemeenschap weggelachen. De twee ambtstermijnen van Bill Clinton zullen door de historici misschien nog worden gezien als een tragikomisch intermezzo. Tragisch omdat het Westen in zijn eigen directe invloedssfeer tweehonderdduizend Joegoslaven liet vermoorden. Komisch omdat tegelijkertijd de nieuwe welvaart met de digitale revolutie uitbarstte terwijl dit presidentschap in een illegale romance zijn einde vond. Aan internationaal leiderschap leek geen behoefte meer.
Bush jr. ging alles anders doen. Na 9/11 heeft hij geprobeerd de wereld naar het Amerikaanse voorbeeld te hervormen. Die revolutie is ruimschoots mislukt. Na de voorlopige overwinning in Afghanistan begonnen met leugens of enorme vergissingen – dat moet nog worden uitgezocht – de voorbereidingen tot de aanval op Irak. Het eerste resultaat daarvan was, nog voor er een schot was gelost, de desintegratie van het westelijk bondgenootschap. Tussen 2003 en 2007 ontwikkelde zich een oorlog die het land tot een bloedige chaos reduceerde. Vervolgens heeft het succes van de surge de hoop doen herleven, maar intussen is gebleken dat de echte oorlog zich nu afspeelt in Afghanistan.
Terzijde daarvan is het Washington van Bush in zijn laatste dagen begonnen met een diplomatieke opening naar Teheran, nadat gebleken is dat quarantaine met militaire dreiging geen succes heeft. Niet Bush maar president Sarkozy heeft het initiatief tot een conferentie van regeringsleiders uit het Midden-Oosten genomen. En wat daarvan op langere termijn ook de waarde mag zijn, het is in ieder geval een principiële wending, na bijna acht jaar vruchteloze Amerikaanse politiek. En dan is er het vraagstuk van de militaire aanwezigheid in Irak. In een gesprek met Der Spiegel heeft premier Noeri al-Maliki gezegd dat hij het met Barack Obama eens is: een vertrek binnen zestien maanden. Daarna heeft hij dit weer ontkend, maar wie de tekst leest krijgt het sterke vermoeden dat de premier zich er nu uit probeert te draaien. Zijn woorden passen nauwkeurig in de context, en Der Spiegel denkt niet aan rectificatie.
Tot zo ver een paar beelden van het wereldtoneel dat een van de beide kandidaten wacht. Zoals gebruikelijk in een Amerikaanse verkiezingsstrijd nemen verdachtmakingen en haat toe naarmate de dag van de beslissing nadert. Obama is erop betrapt dat hij geen Amerikaans vlaggetje op zijn revers droeg. Het wordt McCain kwalijk genomen dat hij zich vriendschappelijk door Bush heeft laten bekloppen. The New Yorker komt met een satirische tekening van Obama verkleed als moslim op het omslag. Een idiote keuze van dit mooie weekblad, maar het zal iets met de vrijheid van meningsuiting te maken hebben. McCain is ‘te oud’, want als hij gekozen wordt, zou hij op zijn 72ste aan zijn nieuwe carrière beginnen. Dat kan zelfs volgens minister Donner niet. Obama mag van Angela Merkel niet bij de Brandenburger Tor spreken, want die is van John F. Kennedy. Verstandig van de bondskanselier; daarmee behoedt ze de kandidaat voor zelfoverschatting.
Maar al die kleinigheden leiden de aandacht af van het probleem waar het echt om gaat. Op langere termijn bezien, misschien al sinds begin jaren negentig, is het Westen bezig aan een wereldpolitieke zelfafbraak. Eerst zou, nadat de Sovjet-Unie was verslagen, de oorzaak daarvan het ‘gebrek aan een vijandbeeld’ zijn geweest. Daarna hebben Bush en de neoconservatieven de Alliantie en hun eigen geloofwaardigheid verder gesloopt door de oorlog tegen Irak te beginnen en Afghanistan te verwaarlozen. Intussen manifesteerden zich de nieuwe wereldmachten, India, China, Brazilië. Dan hebben we de problemen van het klimaat en de economie. Dat is de mondiale werkelijkheid die de nieuwe president straks aangrijnst. Verstandig dus van Obama dat hij nu al poolshoogte gaat nemen. McCain is ook welkom.