Suriname is in volle economische crisis, een crisis die de bevolking elke dag aan den lijve ondervindt. Het gesprek van de dag is dan ook al maanden hetzelfde: dat zowat iedereen steeds moeilijker de eindjes aan elkaar kan knopen. De discussies lopen daarbij hoog op. Aanhangers van president Desi Bouterse wijzen erop dat Suriname hevig getroffen is door de sterk gedaalde wereldmarktprijzen van olie en goud. Tegenstanders van de regering merken dan weer op dat Bouterse de internationale reserves heeft opgemaakt aan gratis gezondheidszorg en sociale woningbouw, en de begrotingstekorten heeft betaald door massaal geld bij te drukken.

Die discussies lopen zelfs zó hoog op dat de districtscommissaris (burgemeester) van het anders zo slaperige Coronie – 3500 inwoners in een gebied bijna net zo groot als Noord-Holland – de ambtenaren in zijn districtscommissariaat (gemeentehuis) heeft verboden onder werktijd nog over politiek te praten. ‘Tijdens gesprekken met personeelsleden ben ik erop gewezen dat er op de werkvloer mogelijkerwijs uitspraken worden gedaan in de politieke sfeer’, staat in de circulaire van districtscommissaris Wedperkash Joeloemsingh, een partijgenoot van Bouterse. ‘Ik wil u er hierbij op wijzen dat deze zaken niet getolereerd zullen worden. Indien wordt geconstateerd dat deze gesprekken wel plaatsvinden, zullen zware sancties getroffen worden tegen betrokkenen.’

Oppositiepartijen zijn niet te spreken over het opmerkelijke bevel van de burgervader van Coronie. Zo wijst de Nationale Partij Suriname in een persbericht op het recht op vrije meningsuiting, dat in de Surinaamse grondwet verankerd is. De partij eist dat president Bouterse ingrijpt: ‘Een dergelijke actie moet in de kiem gesmoord worden, want anders stevenen we in ons geliefde land opnieuw af op een dictatuur.’

Maar Bouterse, die heeft momenteel andere problemen aan zijn hoofd. Een jaar geleden ging de helft van de stemmen in Paramaribo naar het controversiële staatshoofd. Vandaag zou dat maar twintig procent zijn. En ook Joeloemsingh ziet er geen graten in, reageert hij in de Surinaamse media. ‘Iedereen mag een eigen mening of politieke kleur hebben. Alleen niet op de werkvloer. Daar is iedereen ambtenaar.’