Twee bewakers zitten bij de glazen toegangsdeuren. Pas als een Rappler-medewerker op de knop heeft gedrukt, kunnen bezoekers naar binnen. De kantoortuin van het mediabedrijf, gevestigd in de Filipijnse hoofdstad Manilla, oogt onverwacht somber. De ramen zijn geblindeerd met rolgordijnen. De muren zijn blauwgrijs. Tegen het donkere plafond hangen lichtbakken. Maar de stemming onder de medewerkers is opgetogen. Iedereen kijkt uit naar de eerste algemene vergadering in maanden. Bij het open keukentje waar grote schalen met mie en rijst staan, is het druk. De kip die een moeder heeft gebraden is al op. Nieuwschef Paterno Esmaquel II opent de koelkastdeur en wijst op twee blikjes Cola Zero. ‘Niemand mag hier aankomen. Die zijn voor Maria’, lacht hij, verwijzend naar Rapplers ceo Maria Ressa. Op de bank zit haar speciale beveiliger. Bij elke stap die ze buiten de deur zet, gaat hij mee.

In de open kantoorruimte werken verslaggevers en redacteuren op hun laptops aan artikelen voor het online nieuwsnetwerk. Rappler bericht niet alleen over politiek, sociale kwesties, economie, desinformatie en milieu, maar ook veel over sport. Op een drafje holt de tengere Ressa op haar nieuwe zwarte sneakers met witte zolen naar een overleg in een vergaderruimte, die met glazen wanden is gecreëerd. Met haar staf bespreekt ze financiën, data-analyses, plannen en projecten. Op een groot beeldscherm verschijnen medewerkers die inbellen. Ressa vraagt tot op de details door.

Tot het moment daar is. ‘Hallo allemaal!’ spreekt Maria Ressa de algemene vergadering toe. Met een stralende glimlach kijkt ze in het rond, naar de tientallen medewerkers. ‘Believe there is good in the world’, staat op het witte Rappler-shirt dat ze onder een grijs jack met capuchon draagt. Alle ogen zijn op haar gericht. Ze is een levendige spreekster die haar woorden met veel handgebaren onderstreept. Ressa wil weten wat de Rapplers vinden van de kwestie die haar al dagen bezighoudt. ‘Steek je hand op. Als je dat niet doet, dan kies ik je uit’, grinnikt ze. Is het beter of slechter onder de huidige president Ferdinand ‘Bongbong’ Marcos junior – zoon van de wijlen dictator – dan onder zijn autoritaire voorganger Rodrigo Duterte, wiens regime een geweldscampagne ontketende waarbij duizenden drugshandelaren en drugsverslaafden werden afgemaakt?

Het bewind van Duterte vervolgde ook media en andere instituties. In dit gevaarlijke klimaat werden minstens 22 journalisten, 421 activisten, 65 rechters, advocaten en aanklagers en 27 (vice-)burgemeesters vermoord.1 ‘Het is nu beter, maar ook omdat de hel de maatstaf was’, antwoordt een jonge journalist. Een verslaggeefster heeft een ander perspectief: ‘In mijn gebied is geen gerechtigheid voor slachtoffers en de moorden gaan nog steeds door, dus het is status quo voor mij.’ Een redacteur stelt dat de huidige kalmte bedrieglijk is. ‘Als je denkt dat er niks gebeurt, wordt de situatie eigenlijk slechter. Je weet van niets, totdat het explodeert’, zegt hij.

‘Zo spreekt een echte Rappler’, zegt Ressa enthousiast. ‘We waren in oorlog’, blikt ze terug. ‘Op dit moment verkeren we in relatieve vredestijd.’ In januari spraken de rechters Ressa en Rappler vrij in een zaak waarbij de autoriteiten sluiting van het mediabedrijf nastreefden. ‘Ik bereidde me voor op 34 jaar in de gevangenis. Maar hun zaak flopte. Dat maakt een enorm verschil’, zegt Ressa.

Zal de Filipijnse regering zich kalmer blijven opstellen? ‘Ik kan ook een worst case scenario geven’, zegt Ressa. Rappler zal de veranderingen kritisch volgen. Als het nodig is ‘zullen we keihard zijn in onze verslaggeving’, zegt Ressa strijdbaar, terwijl ze haar vuist naar voren duwt. Na haar speech gaat ze op een grote zwarte geluidsbox zitten, checkt haar telefoon en neemt hapjes halo-halo, een caloriebom van gezoete banaan, vruchtjes, kokos, bonen, zoete-aardappeljam, melk en schaafijs.

Maria Ressa werd geboren in 1963 in Manilla. Toen ze één jaar oud was, kwam haar vader om bij een auto-ongeluk. In grote armoede groeide ze op bij haar familie, lees ik in haar onlangs verschenen autobiografie Zo verzet je je tegen een dictator. Na familieruzie vertrok haar moeder naar de Verenigde Staten, om haar twee dochtertjes jaren later, in 1973, op te halen. Maria kreeg de achternaam van haar Amerikaanse stiefvader, woonde in Toms River, New Jersey, overwon de cultuurschok, haar angsten en introversie en bleek een briljante scholier. Na een jaar medicijnen op Princeton University stapte ze over naar taalwetenschappen, theater en dans. In haar afstudeerjaar in 1986 werd de Filipijnse dictator Marcos tijdens massale People Power-protesten afgezet. Op zoek naar haar identiteit en thuis toog Ressa naar haar geboorteland, waar ze in de opwindende wereld van de Filipijnse en internationale journalistiek terechtkwam en de turbulente overgang naar democratie meemaakte.

‘We noemden ons Chicken Noodle News’, vertelt Ressa over de begintijd van cnn, als ze me heeft uitgenodigd voor een snelle lunch in een Indonesisch restaurantje vlak bij de redactie. Jaren werkte ze in Azië voor de internationale nieuwszender, ze werd redactiechef Indonesië en de Filipijnen. ‘Voor de landen waarover ik verslag deed, werd ik het gezicht van cnn. Het vormde mijn identiteit’, zegt ze. ‘I would fly into a country and do the story.’

In 1999 raakten Ressa en ik bevriend toen we verslag deden van het historische referendum dat de Verenigde Naties organiseerden in Oost-Timor, dat al 24 jaar wreed door Indonesië werd bezet. Meteen viel op hoe aimabel, genereus en collegiaal Ressa was, al stonden we anders in ons werk in Oost-Timor. Het cnn-team huurde in de hoofdstad een huis in een wijk met Indonesische ambtenaren, en kreeg veiligheidsadvies van een Indonesische militair van de bezettingsmacht. ‘Het duurde te lang voor ik doorhad dat ik te zeer op de lijn van Indonesië zat’, realiseerde ze zich achteraf.

Met tranen in haar ogen vertelde Ressa tijdens een eerder interview over een hartverscheurende ervaring nadat Oost-Timor voor onafhankelijkheid had gekozen. Met haar cnn-ploeg was ze op weg naar de plaats Suai, waar milities gesteund door het Indonesische leger een bloedbad hadden aangericht. Onderweg ontmoetten ze een Oost-Timorees die angstig smeekte om hem mee te nemen. Ressa beloofde hem later, als ze het verhaal over Suai hadden gemaakt, op te pikken. Op de terugweg zagen ze de man niet. Hij bleek te zijn vermoord.

‘Ik wilde er alles van weten’, vertelt Ressa over al-Qaeda dat zich vanaf de jaren negentig in landen als de Filipijnen en Indonesië had genesteld. ‘Uiteindelijk kende ik de verhalen van al die jihadi-leiders.’ Ressa waarschuwde me nog voor een terreurgroep toen ik op de Molukken onderzoek deed naar de burgeroorlog tussen christenen en moslims. Na haar eerste boek Seeds of Terror (2003) volgde From Bin Laden to Facebook (2013) dat haar op het spoor van de destructieve rol van sociale media zette.

Tijdens een persconferentie nadat Rappler in hoger beroep is vrijgesproken van alle vier de aanklachten van belastingontduiking. Manilla, 18 januari 2023 © JAM STA ROSA / AFP / ANP

Ze is voor het eerst niet ergens in het buitenland, maar thuis, in de Filipijnen, waar ik haar kan volgen. In haar bescheiden kantoortje bij Rappler zie ik familiefoto’s, haar portret, een enorme tros accreditatiebadges uit de tijd dat ze nog verslaggeefster was, snuisterijen en stapels boeken die ze moet signeren. Ze leest er haar stukken, doet mails en heeft online meetings met mensen in de hele wereld. Ook ’s avonds gaat het werk door. Het is met Ressa’s volle agenda nog een toer om een moment te vinden voor een rustig gesprek.

In het weekend heeft ze tijd tussen twee meetings door. ‘In 2005 besloot ik thuis te komen’, vertelt Ressa, terwijl ze met opgetrokken benen in een stoel zit in haar ruime appartement, met magnifiek uitzicht op de skyline van Manila. Ze kreeg een topbaan als hoofd van de nieuwsdienst van abs-cbn, het grootste tv- en radiostation van de Filipijnen. Ressa bleek een stevige manager. Ze liet een systeem ontwikkelen om te zien welke medewerkers niets uitvoerden. Geraakt door het enorme leed dat de tyfoons en andere natuurrampen in de Filipijnen aanrichtten, liet ze de helikopter waarmee verslaggevers uitrukten voor de helft volladen met hulpgoederen. Toen de Filipijnse terreurgroep Abu Sayyaf drie van haar journalisten ontvoerde, overwoog ze geen seconde de overheid te laten onderhandelen. ‘Met ons eigen team hadden we ze binnen tien dagen vrij.’ Na een conflict over een politieke benoeming vertrok ze bij abs-cbn.

Ressa had vooral in het establishment van de journalistiek gezeten. ‘Ik kom van de macht’, zegt ze. Haar ogen lichten op als ze terugdenkt aan de start, toen ze met drie Filipijnse vriendin-collega’s het grote nieuwe avontuur begon. In 2011 zetten de vier ‘manangs’ (oudere zussen) met een startkapitaal van twee miljoen dollar het door vrouwen geleide Rappler op. ‘Om onafhankelijk en innovatief te kunnen zijn’, zegt Ressa, terwijl ze op de grote houten tafel tikt waaraan een van de oprichtingsvergaderingen plaatsvond. Ze zouden de boel opschudden. ‘Het was onze ambitie om nummer één van de Filipijnen te zijn. Om de tv-stations te verslaan. We wilden excellente journalistiek brengen door technologie te gebruiken waarmee we publiek konden bereiken dat niet door traditionele media werd bediend’, vertelt ze gepassioneerd.

Het was totaal vernieuwend dat Rapplers verslaggevers met hun smartphones filmden. Het publiek zou berichten, video’s en verhalen via hun mobieltje ontvangen. Rappler geloofde in de positieve kracht van sociale media en publiceerde aanvankelijk via Facebook. ‘Alles was een geweldig experiment. We wisten niet of we ons doel zouden bereiken. Je bent niet meteen op de Mount Everest. Toen het bleek te werken, was het een sensatie’, zegt ze. Binnen anderhalf jaar was Rappler de derde van Filipijnse nieuwssites. Het aantal medewerkers steeg van 12 naar 75. Vanaf 2012 publiceerden ze via hun eigen platform.

Het geëngageerde Rappler zag enorme digitale mogelijkheden voor het redden van mensen tijdens natuurrampen en begon een project dat paste bij de nieuwe journalistieke missie om actief bij de samenleving betrokken te zijn. Het online-platform Agos, waarvoor werd samengewerkt met overheden, instellingen en hulporganisaties, verschafte mensen essentiële informatie, zoals hoe een tyfoon zich in real time ontwikkelde. Cruciaal waren de gestandaardiseerde hashtags, waarmee mensen hulpdiensten konden waarschuwen. ‘Het was ongelooflijk. Wat we hadden bedacht, lukte ook echt’, zegt Ressa.

‘Ik denk dat mensen in wezen goed zijn. Dat is mijn fundamentele overtuiging’

Ze pakt haar laptop om het te laten zien. Toen in 2014 de tropische storm Mario over Manilla raasde, stuurde een vrouwengroep een noodoproep dat een zwangere vrouw aan het bevallen was op het dak van haar huis. De National Disaster Risk Reduction and Mitigation Council en hulporganisaties als het Rode Kruis hielden de Alert Map, die ook op de site van Rappler stond, constant in de gaten. De vrouw werd gered en beviel van een meisje. Rappler en hun partners werkten met Facebook en Google om het systeem te optimaliseren. ‘We wisten het aantal slachtoffers van honderden per ramp naar slechts enkelen te verlagen’, zegt Ressa.

Tot 2016. Tijdens de verkiezingscampagne had de onbehouwen Rodrigo Duterte tegen Ressa gezegd dat hij als president een einde zou maken aan criminaliteit. ‘Als ik daarvoor jou moet doden, zal ik je doden. Eigenhandig’, dreigde hij. Meteen na zijn beëdiging troffen Rappler-verslaggevers elke nacht vermoorde drugshandelaren en verslaafden aan. Volgens officiële cijfers heeft de politie tijdens Duterte’s drugscampagne ruim zesduizend mensen gedood. Mensenrechtenorganisaties wijzen op drugsmoorden door knokploegen en komen uit op 27.000 tot 30.000 slachtoffers.2 (Het Internationaal Strafhof doet onderzoek naar deze misdrijven.)

Woedend reageerde Duterte op media die over de moorden berichtten. Zijn aanhangers lanceerden via internet aanvallen op journalisten. ‘Als je wordt aangevallen, ben je gedwongen jezelf te verweren’, zegt Ressa. Rappler deed onderzoek en ontdekte al snel 26 valse accounts die ieder soms wel drie à vier miljoen accounts konden bereiken. ‘Ik had nog nooit zoiets gezien. We hadden met een totaal nieuw verschijnsel te maken’, zegt ze. Binnen een maand publiceerde Rappler een driedelige serie over ‘the weaponization of the internet’.

Na die publicatie ging het pas echt los. ‘Ik kreeg gemiddeld negentig haatberichten per uur. Dat is een frequentie waar niemand tegen bestand is’, zegt ze. Ressa werd online bedreigd met moord en verkrachting, en uitgescholden. ‘Het was zondagavond en ik was thuis. Ik dacht: is dit echt?’ De online campagne kwam uit Paleis-kringen. Op de vraag of het haar raakte, reageert ze met één woord: ‘Natuurlijk.’ Na aandringen zegt ze met enige tegenzin: ‘Hoe ik me voelde? Beroerd. Maar het ging niet echt over mij. Ik was slechts doelwit.’

Ressa liet het zo min mogelijk greep op haar krijgen. ‘Het is net als in een oorlogssituatie. Je weet dat er iets slechts kan gebeuren, maar je beschermt jezelf emotioneel. Ook omdat heftige gevoelens rationeel denken in de weg staan.’ Twee weken dacht ze na over welke stappen ze zou nemen. De uitkomst was geen verrassing. ‘Ik moest weten wat er gaande was. Het ging voor mij om het ontdekken, om het ontrafelen en om het bewijs.’ Zoals ze duistere terrorismenetwerken achterhaalde. Zoals de basis van haar werk altijd was: de feiten.

De aanvallen bleven doorgaan met miljoenen bedreigende, ondermijnende, misogyne, seksistische en denigrerende posts via Twitter en Facebook tegen Ressa (‘presstitute’, ‘Queen of Fake News’, ‘bitch’) en tegen Rappler (‘Just bomb the Rappler office so the problem is solved’). ‘Het is een campagne om iedereen tot zwijgen te brengen’, zegt ze. ‘Om je vrijheid af te pakken. Van de berichten was zestig procent gericht op het afbreken van mijn geloofwaardigheid als journalist. Het betekent dat je niet meer kunt werken. Dus je moet ermee aan de slag. Op een gekke manier was het een vloek en een zegen om doelwit te zijn. Als doelwit ben je degene die alles ziet.’

Rappler-medewerkers ontwikkelden zich tot forensische data-experts. ‘We zijn wereldwijd beter dan wie ook. Zelfs tot de dag van vandaag’, zegt ze ferm. Rappler ontdekte dat digitale haataanvallen en desinformatie waren georganiseerd door overheidsfunctionarissen en groepen rond Duterte, publiceerde de bevindingen en ontwikkelde Sharktank, een database die laat zien hoe vaak accounts een bericht posten. ‘Kijk, hier heb je de aanhangers van Bongbong Marcos en van Sarah Duterte. We kunnen ze precies volgen. Het is goddelijke macht’, zegt Ressa.

Tijdens het gesprek gaat opeens het wekkertje van haar smartphone. ‘Wacht, laat me even eten bestellen. Geef me tien minuutjes’, zegt ze. Een half uur later staan er bakjes met gerechten van haar favoriete Chinese restaurant op tafel. Ook haar partner schuift aan.

Hoe hield je het vol? vraag ik.

‘Ik richt me op hetgeen waarover ik controle heb. Maar ik wil me niet te veel zorgen maken over zaken waar ik geen controle over heb.’ Hoe luidt het Serenity Prayer ook al weer? Ze wendt zich tot haar partner, die de woorden uit haar hoofd opzegt: ‘God, grant me the serenity to accept the things I cannot change, the courage to change the things I can, and the wisdom to know the difference.’ Als baas van een mediabedrijf was bescherming van haar team het belangrijkste. ‘In 2018 hadden we de beveiliging zes of zeven keer opgeschroefd.’ Rappler bood medewerkers die weg wilden hulp bij het vinden van een andere mediabaan. ‘Geen journalist maakte er gebruik van. Wel enkelen van andere afdelingen’, zegt Ressa, en vraagt of de rijst haar kant op kan komen.

Maria Ressa met redactieleden bij Rappler. Manila, april © Angie de Silva

Kaye Cabal (31) zit aan de lange tafel van de sociale-media-unit van Rappler. Ze overlegt met collega’s, tikt snel een berichtje op haar laptop, en vertelt vrolijk over een grappig voorval. Cabal leidt Rapplers Digital Communications team. Ze herinnert zich de angstige momenten toen twee Duterte-aanhangers op 21 februari 2019 tot de glazen entree doordrongen, op enkele meters van waar ze altijd zit. ‘Die trollen waren echte mensen. Ze filmden met hun camera en zonden alles uit op Facebook Live. Ik vroeg me af waartoe ze nog meer in staat waren’, vertelt de zachtmoedige redacteur, die negen jaar bij Rappler werkt. Er kwamen online dreigementen als: ‘The people should attack, then drag that whore out of their office since they are destroying the Philippines!’ Bij elk

ontbijt checkt Cabal de sociale media. ‘Ik leerde dat ik het me niet persoonlijk moest aantrekken’, vertelt ze over de online aanvallen. ‘Het is echt georganiseerd. Ze weten precies welke stukken van Rappler ze moeten bedelven onder reacties.’ Zelfs op de sportredactie, waar ze ook werkte, ontvingen ze haatberichten. ‘Het is een dagelijks mentaal gevecht waar je verdrietig van kunt worden, terwijl ik eigenlijk niet een verdrietig persoon ben. Het is soms emotioneel uitputtend’, zegt ze met zachte stem.

Rappler leerde steeds beter te handelen. ‘Sowieso moet je meteen reageren op leugens om ze te corrigeren. Want we moeten ons publiek laten zien wat de feiten zijn. Om ervoor te zorgen dat feiten zich minstens zo snel verspreiden als leugens’, legt Cabal uit. Het is ook creatief werk, lacht ze. ‘Als zij memes inzetten, antwoorden wij ook met memes.’ Tot haar opluchting is er ook het project #FactsFirstPH, waarbij media zoals Rappler, maatschappelijke organisaties, de kerk, bedrijven, onderzoekers en juristen samenwerken om leugens aan te pakken.

In juli 2017 beschuldigde Duterte tijdens zijn jaarrede Rappler ervan in strijd met de grondwet ‘volledig in handen van Amerikanen’ te zijn. Ressa twitterde meteen: ‘President Duterte, u hebt geen gelijk. @rapplerdotcom is honderd procent Filipijns eigendom.’ Ruim een week later ontving Rappler de eerste dagvaarding. In januari 2018 trok de toezichthouder voor ondernemingen (Security and Exchange Commission) de vergunning in. Het doel was Rappler te sluiten. Er volgden vele aanklachten over belastingontduiking, buitenlands-eigendomskwesties en cybersmaad. Opgeteld riskeerde Ressa zo’n honderd jaar gevangenisstraf.

Op 13 februari 2019 genoot Ressa nog even van de zonsondergang. ‘Hier zaten ze’, wijst een medewerker naar de glazen vergaderkamer, waar de Rappler-ceo een presentatie begon voor Facebook-medewerkers. Tot plots agenten in burger binnen stonden om haar te arresteren. Het draaide om een onzinnige zaak waarbij een louche zakenman zich beklaagde over een Rappler-artikel uit mei 2012, toen de toegepaste cybersmaadwet niet eens bestond. Die nacht zat Ressa, met twee manangs, vast. Een schok ging door het team. Rappler zorgde voor een juridische training. ‘Een advocaat kwam uitleggen wat ons te wachten zou staan bij sluiting, of onze spullen geconfisqueerd konden worden en of ook medewerkers als ik aangeklaagd konden worden’, vertelt Cabal. Ze voelde zich gesteund door de manangs. ‘Ze checkten altijd hoe het met ons ging.’

‘Als een president zegt dat een appel blauw is, terwijl de appel rood is, moet je duidelijk maken dat iemand liegt’

De arrestatie toonde hoe ver de autoriteiten bereid waren te gaan. Een maand later werd Ressa opnieuw gearresteerd. Rappler voerde weer de beveiliging op. Ressa droeg al een kogelvrij vest. Ze had altijd geld voor een borgsom bij zich, en een vluchtkoffertje met kleding, tandenborstel, handdoek en kussensloop voor het geval ze gearresteerd werd. Inmiddels hadden Rappler en Ressa zowel een internationaal als een Filipijns team met topadvocaten. ‘Ik was ervan overtuigd dat mocht het slechtste scenario werkelijkheid worden, en ik in de gevangenis zou belanden, Amal en de andere advocaten ervoor zouden zorgen dat ik niet in de cel zou wegkwijnen’, zegt ze, verwijzend naar de beroemde advocate Amal Clooney.

Internationaal rees haar ster. Ze ontving de ene na de andere prijs. Time riep haar uit tot een van de honderd invloedrijkste mensen van 2019. Uitnodigingen om in het buitenland te komen spreken stroomden binnen. ‘Alle restricties waaronder ik nog steeds leef, vormen een van de redenen waarom ik zo veel reis. Het is een verademing om vrij te kunnen bewegen’, zegt Ressa met hoorbare opluchting. Maar voor elke buitenlandse reis moest ze de autoriteiten toestemming vragen en enorme terugkeergaranties betalen. ‘Vier keer hebben ze mijn reis geweigerd. Ik was zo boos toen ik naar de Verenigde Staten had moeten vliegen omdat mijn moeder, die gediagnosticeerd was met borstkanker, geopereerd zou worden. Een halve dag voor ik zou vertrekken, kreeg ik te horen dat ik het land niet uit mocht.’ Soms overviel haar een diepe paniek dat ze bij terugkeer op het vliegveld van Manilla gearresteerd kon worden.

Ressa reist constant de wereld over voor bijeenkomsten met internationale organisaties, digitale waakhonden, (ex-)regeringsleiders, internationale vips, ambassadeurs, vervolgde collega’s, wetenschappers, juristen, experts. George Clooney zet koffie voor haar. ‘Ik schreef dat in mijn boek, maar de redacteur schrapte het want hij vond dat het over Amal moest gaan’, twinkelt ze. Gevraagd naar grappige voorvallen, antwoordt ze serieus: ‘Ik denk dat mensen in wezen goed zijn. Dat is mijn fundamentele overtuiging.’

In haar woonkamer loopt ze naar een doos met honderden kaarten van mensen die haar een hart onder de riem steken. De helft komt uit Nederland. Velen namen deel aan schrijfacties van Amnesty International. ‘Al deze mensen namen de tijd om mij te schrijven. Ik weet niet eens hoe ik hen kan bedanken. De internationale gemeenschap heeft ons enorm gesteund waardoor we het konden volhouden. Ik denk dat we het anders niet noodzakelijkerwijs overleefd zouden hebben.’

Toen kreeg ze 8 oktober 2021 het telefoontje uit Noorwegen. Ze was sprakeloos. De anderen van Rappler geloofden het eerst niet. Op 10 december nam Ressa, samen met de Russische journalist Dmitry Muratov, de über-prestigieuze Nobelprijs voor de vrede in ontvangst. ‘Met gillende sirenes werden we door Oslo gereden’, lacht ze. ‘De Nobel is een erkenning voor alle journalisten, voor het belangrijke werk dat we doen en voor onze opofferingen. Voor Rappler was deze prijs immens. En voor mij? Ik hoopte dat het zou helpen om uit de gevangenis te blijven.’

Op 18 januari 2023 deed het fiscale hof uitspraak in de beroepszaak die kon leiden tot sluiting van Rappler. De meesten zagen het somber in. ‘Tot dan toe had ik mezelf bij vonnissen op het slechtste voorbereid. Al wist ik dat de autoriteiten geen poot hadden om op te staan. Maar nu dacht ik: als deze nieuwe regering internationaal serieus genomen wil worden, kan het alleen maar vrijspraak worden. Pas op weg naar de rechtbank schreef ik een verklaring mocht het toch een veroordeling worden.’ Die dag verliet Ressa juichend de rechtbank. Op video is te zien hoe ze een moment geëmotioneerd is, zich herpakt en de media over de vrijspraak toespreekt: ‘Vandaag winnen feiten. Wint de waarheid. Wint gerechtigheid.’ Rappler en Ressa hebben nog zo’n drie rechtszaken te gaan.

De aanvallen hebben grote impact. Rappler was bijna failliet. ‘De afgelopen zes jaar waren we een boksbal. Onze mensen zijn moe en getraumatiseerd’, zegt Ressa. Rappler biedt medewerkers counseling aan. Sommige redacteuren studeren met een beurs in het buitenland, of hebben een andere baan. Intussen trok Rappler nieuwe jonge medewerkers aan. Er werken nu zo’n 120 mensen, veelal vrouwen.

Het loopt tegen de avond als Ressa vanuit haar kantoortje een berichtje stuurt: ‘Wil je een uurtje voetreflexologie. Kom, een uurtje pauze.’ Even later stapt ze energiek de rustgevende massageruimte met gedimd licht en zacht wuivende gordijnen binnen. Als een masseuse haar voeten kneedt, zakt Ressa niet ontspannen weg. Het licht van haar smartphone schijnt op haar gezicht. Met haar vingertoppen beantwoordt ze berichten.

Maria Ressa tijdens een hoorzitting over cybersmaad. De regering trok op 11 januari 2018 de registratie van Rappler in wegens zogenaamde grondwettelijke schendingen van het digitaal eigendomsrecht. Manilla, 22 januari 2018 © EPA / ANP

Hoewel zwaar bedreigd door Duterte-kringen is Ressa’s strijd vooral gericht op de sociale-mediaplatforms en resoneert daarmee in alle uithoeken van de wereld. In 2016 waarschuwde ze Facebook dat de online menigte die haar bedreigde dat via hun platform deed. ‘Ze zeiden: “Tja, je bent een publieke persoon.” Wat een ongelooflijk fout antwoord!’ roept Ressa verontwaardigd uit. Facebook greep niet meteen in, maar liet de bedreigingen en scheldkanonnades eerst passeren. Terwijl 16.744 medewerkers van het platform toegang hadden tot accounts en posts konden stoppen.

Onderzoek toont aan dat leugens en berichten vol haat en woede zich op sociale media veel sneller verspreiden dan feiten en de waarheid. ‘De tech-bedrijven verdienen daar kapitalen mee, ten koste van individuen en de samenleving. In de oude wereld zouden we dit woekerwinstbejag noemen’, zegt Ressa, die zelf ervaart wat het betekent als over je rug met afschuwelijke haatberichten geld wordt verdiend. ‘Sociale media nemen geen verantwoordelijkheid voor het beschermen van mensen en de publieke sfeer.’

Tot haar verdriet ziet ze dat kwaliteitsmedia, die verantwoordelijkheid voor berichtgeving dragen en gatekeepers voor informatie zijn, de strijd met de platforms als nieuwsdistributeurs verloren hebben. Regimes, politici en groepen gebruiken sociale media voor desinformatiecampagnes en digitale oorlogvoering om het denken, gedrag en handelen van mensen te beïnvloeden. ‘De tech-bedrijven staan het toe dat ons informatie-ecosysteem vervuild raakt. Maar als je geen feiten hebt, is er geen vertrouwen. Dat leidt tot de verwoesting van de democratie. Hier in de Filipijnen waren we de kanarie in de kolenmijn’, herhaalt ze haar boodschap die ze overal uitdraagt.

Ze zag hoe de dominostenen omvielen. ‘Duterte werd gekozen met behulp van Facebook’, stelt Ressa. De informatie-operaties rondom de Marcos-familie startten in 2014 om het negatieve imago van de kleptomaan-dictator weg te poetsen en zijn zoon aan de macht te helpen. Ressa wijst op Cambridge Analytica, dat de Filipijnen als ‘proeftuin’ gebruikte, en daarna data van miljoenen Facebook-gebruikers ‘roofde’ om kiezers gericht te benaderen voor politieke campagnes voor Donald Trump en de Brexit. ‘Big Tech staat ook Rusland toe een informatie-oorlog te voeren en gewone mensen te manipuleren’, zegt ze. Ze verwijst naar sociale media die Amerikaanse opruiers hun gang lieten gaan toen deze online opriepen tot bestorming van het Capitool op 6 januari 2021.

Haar zorgen deelt ze ook met Rappler-medewerkers tijdens de algemene vergadering. ‘We staan op een keerpunt waarbij vele illiberale leiders sociale media gebruiken om op democratische wijze verkozen te worden’, benadrukt ze, over aanstaande verkiezingen die wereldwijd plaatsvinden. ‘Als ze winnen zullen ze de instituties in hun eigen land van binnenuit verwoesten. Ze zullen samenwerken om de geopolitieke macht te veranderen’, waarschuwt Ressa met opgeheven vinger. ‘Al hoop ik dat het niet gebeurt.’

Ze maakt een scheppend gebaar als ze stilstaat bij de dagelijkse fact checks door Rappler. ‘We nemen een glas water uit de vervuilde rivier, zuiveren het en gooien het water terug. Maar we moeten er eigenlijk voor zorgen dat de fabriek stopt met het vervuilen van de rivier met leugens.’

Ook Rappler zit op Facebook, Twitter en YouTube. ‘Wees voorzichtig’, zegt ze over TikTok. Om er met zelfspot aan toe te voegen: ‘Maar niemand van Rappler luistert naar mij!’ Ze vertelt hoe verslavend sociale media zijn, dat vrienden ’s nachts de telefoon van hun kinderen afnemen, ‘anders slapen ze niet’, en over jongeren die suïcidepogingen deden. ‘Dat is de impact op de volgende generatie’, zegt ze. Niet voor niets is ze betrokken bij internationale strategieën om wettelijke ‘vangrails’ te creëren die mensen moeten beschermen tegen ‘de algoritmes van het systeem’.

‘Ik kreeg gemiddeld negentig haatberichten per uur. Dat is een frequentie waar niemand tegen bestand is’

Als de algemene vergadering is afgelopen, stapt een groepje meisjes in wit-roze outfits het kantoor binnen. Zodra de camera’s, regie en de girls band klaar zijn, begint het optreden dat wordt uitgezonden door Rappler, dat ook vrolijk en bruisend kan zijn. Ressa is dan al naar een etentje. Tijdens het gesprek bij haar thuis vraag ik of ze Facebook zou willen runnen? ‘I would love to. We zouden zoveel goeds voor de samenleving kunnen doen. En nog steeds zou ik winst maken, al zal het minder zijn.’ Grappend doet ze alsof ze Facebook-ceo Zuckerberg toespreekt: ‘Mark, geef het aan mij. Ga zelf maar naar de Metasfeer!’ Ze verzucht over Big Tech: ‘Ze zijn meer een dictator dan Duterte ooit was.’

Opgewekt leidt nieuwsredacteur Paterno Esmaquel II een groepje opgetogen studenten rond op de redactie van Rappler, waar hij elf jaar werkt. Op zijn blauwe coltrui bungelt een mondkapje. Esmaquel (36) – baardje, snor en bril – vertelt over zijn carrière, Rappler en het belang van journalistiek. ‘Voor mijn nieuws volg ik Rappler’, vertelt een studente, die groot fan is van Ressa. ‘Ze is een rolmodel, want ze strijdt voor de waarheid’, zegt ze.

Als de studenten zijn vertrokken, loopt Esmaquel over de redactie. Hij schudt zijn hoofd. ‘Ik bereid elke dag de nieuwsagenda voor. Maar het is lastiger. Want wat is vergeleken met de Duterte-tijd nog groot nieuws?’ Zeker, de recente moord op gouverneur Roel Degamo en de immense olieramp met een tanker die met achthonderdduizend liter brandstof aan boord kapseisde, zijn heftige gebeurtenissen.

Een dag eerder had Lorenz Pasion (24) zijn smartphone gepakt om de aangrijpende beelden van het zwaar getroffen eilanddeel Oriental Mindoro te laten zien. Gewoonlijk werkt hij als fact checker, nu was hij er met steun van Rappler-collega’s op uit gestuurd voor zijn allereerste reportage. ‘Ik ging in m’n eentje naar een afgelegen dorpje. Er was niet eens een mobiel netwerk’, zegt Pasion. Hij filmde hoe dorpelingen het tropische strand schoonmaakten. ‘Ze schepten de smurrie van olie en zand op en deden het in emmers’, vertelt hij met een bezorgde blik. Zodra ze met opruimen stopten, deden ze de verstrekte maskers af, terwijl ze nog op het vervuilde strand stonden. ‘Ze inhaleerden, net als andere dorpelingen die niet eens maskers hadden, de giftige dampen’, zegt Pasion ontdaan. De mangroves zijn aangetast. Er ligt olie op de rotsen. ‘De penetrante geur hing zelfs in de bergen.’ Veel vissersgemeenschappen zijn in hun bestaan getroffen. Het dorpje dat Pasion bezocht heet Buhay na Tubig – Levend Water. ‘Hoe ironisch is dat. Mensen leven van het water, dat nu het grootste gevaar is’, concludeert hij bitter.

Rappler is als ‘meest onafhankelijke medium van de Filipijnen’ van groot belang, stelt Esmaquel. ‘Veel andere nieuwsredacties zijn afhankelijk van hun eigenaren uit het bedrijfsleven en de politiek. Rappler is een veilige plek, want Maria en de manangs hebben de controle over de redactionele beslissingen. Wij zijn bevoorrecht dat we een verhaal kunnen vertellen zoals het verteld moet worden.’ Klein in omvang, groot in invloed. Rappler neemt ook stelling, zoals tegen de detentie van senator Leila de Lima. ‘Andere media zeggen dat ze geen standpunt innemen. Maar als een president zegt dat een appel blauw is, terwijl de appel rood is, moet je duidelijk maken dat iemand liegt. Ik denk dat onze ziel intact is.’

De avond is gevallen als Ressa op weg is voor haar boekpresentatie in Baguio, een stad in de koele bergen vijf uur rijden ten noorden van Manila. In de achterbak van de wagen ligt haar kogelvrije vest. Haar beveiliger is mee. Plots daalt de kilometerwijzer. De chauffeur zwenkt de fourwheeldrive naar de vluchtstrook van de snelweg, waar na de motor ook de wagen tot stilstand komt. Weldra arriveert de volgwagen die op lange trajecten voor de zekerheid meerijdt. In het donker razen vrachtwagens, auto’s en bussen langs. De motorkap gaat open. Vanaf de overkant roept de overheidspatrouilledienst die er toevallig staat met de luidspreker of ze hulp nodig hebben. Ressa houdt zich in de auto schuil. Eén telefoontje naar foute types kan fataal zijn. Als de motor niet wil starten, constateert ze rustig en gedecideerd: ‘Hier blijven staan is het slechtste wat we kunnen doen.’ Na overleg met het Rappler-team trekt ze haar capuchon over haar hoofd en stapt in de volgauto, die meteen vaart maakt. ‘Nu zijn we allemaal wakker’, grapt ze.

’s Ochtends kiest ze in vijf-sterrenhotel Baguio Country Club een beschutte plek in het open veranda-restaurant met uitzicht op de golfbaan. Ze ontbijt met knoflookrijst, omelet, vis en worstjes. De baseballpet om niet herkend te worden werkt niet. Beschroomd komt een mevrouw met een bril met pareltjessnoer naar haar toe: ‘Dank voor wie je bent en voor het volhouden.’ Ontroerd zegt een andere vrouw: ‘Zij had de moed zich uit te spreken. Zij is de stem.’ Een man spoort haar aan: ‘Je moet president worden!’ Hele families willen met haar op de foto.

In de donkerste dagen, toen Ressa was gearresteerd en iedereen zweeg, verleende de dappere University of the Cordilleras haar een eredoctoraat. De Baguio Chronicle, eveneens getroffen door cybersmaadzaken, hield ook de rug recht. Daarom ging Ressa akkoord met deze boekpresentatie, tot nu toe buiten de lancering in Manilla de enige in de Filipijnen. Als ze na een autoritje door de stad, waar het verkeer telkens vast staat, aankomt bij de universiteit, wordt ze pats-boem in volle vaart meegevoerd door een dansgroep van traditioneel geklede mannen met blote dijen en vrouwen in decente klederdrachten. In de aula ontvangt Ressa een kunstig boeket met bloemen en aardbeien, Baguio’s specialiteit. Tot ze weer wordt opgehaald om op het podium deel te nemen aan een traditionele dans.

Tijdens de enthousiaste speeches en dialogen met het publiek begint de aula steeds meer te voelen als een veilige haven voor gelijkgestemden die het zwaar hadden onder het Duterte-regime en zich koesteren in de weldadige open sfeer die de boekpresentatie biedt. Al blijft waakzaamheid geboden. Voor Ressa’s veiligheid werd het event pas de avond tevoren aangekondigd. Achter in de aula staan zeker tien bewapende politiemannen.

Het is Emma (10), een meisje in een wit jurkje, die met haar toespraak de show steelt. Als ze memoreert dat Ressa de eerste Filipino is die de Nobelprijs won, klinkt gejuich en geklap vanuit de zaal. Emma legt uit dat ook Harry Potter ‘werd gezien als een bedreiging, en net als bij jou probeerden sommigen hem het zwijgen op te leggen. Net als jij gaf hij niet op.’ Als ze het motto ‘Courage On’ uitspreekt, omhelst Ressa haar geroerd. Emma noemt haar een inspiratie die de jonge generatie hoop biedt. ‘Wat de wereld echt nodig heeft is: papier, een pen, de waarheid en meer mensen zoals jij’, zegt de jonge spreekster, waarop applaus losbarst. Aandoenlijk voegt ze eraan toe: ‘Ik heb net mijn werkelijke favoriete held ontmoet.’

Voor het podium vormt zich een lange rij van oud en jong die hun boek willen laten signeren. Ressa luistert, schrijft een opdracht, zet haar handtekening, geeft advies en gaat met iedereen op de foto. ‘Mijn familie mag niet weten dat ik hier ben. Ze zijn extreem conservatief’, vertelt een studente. Ze volgt Ressa sinds ze haar op Al Jazeera zag. ‘Ik kon me niet voorstellen dat ik haar ooit zou ontmoeten. Ze is een vrouw die zich uitspreekt. Ze is een enorme kracht. Ze is een icoon. En ze is klein van stuk, net als ik’, lacht de studente, die geen boek kon betalen, maar een exemplaar van iemand kreeg. Haar ogen glinsteren als ze vertelt over haar gesprekje met Ressa. ‘Ze zei: probeer je angsten te overwinnen. Met haar woorden geeft ze me zoveel vertrouwen. Ik heb het gevoel dat ik alles aankan.’

Muzikant Pepi Cosio Mercado (19) gaf Ressa een briefje waarin hij haar bedankte voor haar strijd voor de waarheid. Hij luchtte zijn hart over zijn boosheid over de situatie in de Filipijnen. ‘Ze antwoordde dat ik me samen met anderen kan inzetten voor een betere wereld, en heeft me enorm geholpen.’

Op het podium is Ressa na ruim drie uur bijna klaar met signeren. De gedistingeerde Ray Dean Salvosa, hoofd van de universiteit, praat nog wat na met mensen. Wat Ressa voor de Filipijnen betekent? ‘Ze is een symbool van moed en hoop’, zegt hij.