We leven in een liberaal land. Alle politieke partijen zijn hier liberaal van denken. Hun leiders noemen het wel eens anders, maar hooguit Jan Marijnissen van de Socialistische Partij zal ook na lang doorvragen ontkennen dat zijn partij streeft naar een liberale samenleving. Femke Halsema van GroenLinks heeft een ontspannener notie van liberalisme dan Balkenende, maar in de kern lopen hun ideeën meer parallel dan die van oud-GroenLinks-coryfee Andrée van Es en oud-CDA-leider Ruud Lubbers dat ooit deden. Ook Bart Jan Spruyt, de directeur van de Edmund Burke Stichting, die recent Piet Keizerachtige schaarbewegingen ontwikkelde over wel of niet deelnemen aan de politiek, spreekt tegenwoordig over liberaal-conservatisme. Over de strategie (waarheen?) zijn we het min of meer eens. Mooi. Alleen over tactiek (hoe?) nog niet. Dat hoeft niet erg te zijn, want Lenin (eigenlijk ook een liberaal) zei al: strategische fouten zijn onvergeeflijk, tactische niet.
Maar problematisch is dat extremisten de tactiek bepalen. Tien jaar geleden was de Derde Weg populair. Toen veroorzaakten technocraten veel tactische overlast maar ze moordden niet. Vrolijke oefeningen om markt werking als socialisme uit te dossen kostte de sociaal-democratie toen haar gezicht. Nu laten de liberalen zich in de luren leggen, door fundamentalisten van allerlei kunne. Theo van Gogh had niet veel concrete plannen met zijn polemiek tegen de islam. Zijn dood is echter aangegrepen voor een storm van woede over de vrijheid van menings uiting terwijl een denkend mens weet dat je niets bereikt door anderen overhoop te schelden. Plots staat het recht om geitenneuker te zeggen tegenover het verlangen om geschonden eer te herstellen met bloed. De ene stelling is oneindig gevaarlijker dan de andere, maar beide zijn gespeend van wijsheid. Gerrit Zalm spreekt over een «oorlog» tegen de terroristische islam. De extremisten zwaaien hem blij tegemoet.
De minister van Financiën begint niet over een oorlog omdat hij die wil, maar omdat Geert-en-anders-hoepel-je-maar-op-Wilders de helft van zijn VVD-zetels wegkaapt in opiniepeilingen. Dat drama kennen ze nog van 2002. «Uiteindelijk gaan we natuurlijk gewoon weer op in de VVD», zei Mat Herben kort na de entree van de Lijst Pim Fortuyn in de Tweede Kamer. Als de VVD wat naar rechts zou gaan, was de LPF niet meer nodig, dacht Herben. Zo geschiedde. En op het moment dat de LPF inderdaad op verdwijnen staat doemt de Wildersbeweging op, als garantstelling voor de aanhoudende krimp van de VVD. Men buitelt over elkaar heen in xenofobie. Dat we allemaal liberaal zijn zal met de teloorgang van de moederschoot snel betekenis verliezen.
Of we te laks of te lomp zijn geweest in het negeren van de moslimgemeenschap laat zich niet meer vaststellen. Om te voorkomen dat de tactiek uitroken versus ingraven wordt, moet de staat (en niet de eigen gemeenschap) eventuele ophitsers snel voor de rechter brengen. We moeten ook erkennen dat het gesprek tussen autochtoon en allochtoon nu niet alleen onvermijdelijk is, maar voor alle par tijen in een tragisch licht staat. Net als de vrije interpretatie van de islam biedt ook onze eigen moderniteit genoeg inspiratie voor fundamentalistische gekken. Geef daarom voor iedere moslim die op tv vertelt dat hij heus vóór democratie is op straat een migrant een hand. Als dat soft klinkt is het nog een bewijs voor de teloorgang van het huidige liberalisme.