President Joe Biden tijdens een gezamenlijke persconferentie met premier Fumio Kishida van Japan. 23 mei 2022. © Doug Mills / New York Times / ANP

Het begint te lijken op een rituele dans. Ook tijdens zijn recente bezoek aan Japan verklaarde de Amerikaanse president Joe Biden Taiwan te zullen verdedigen als het eiland wordt aangevallen. ‘Het idee dat Taiwan zomaar met geweld kan worden ingenomen, kan gewoon niet. Het zou de hele regio ontwrichten, vergelijkbaar met wat er in Oekraïne is gebeurd.’

Voor de derde keer in een jaar deed Biden controversiële uitspraken en weer kwam het Witte Huis – damage control! – kort daarna met een verklaring. ‘Er is zeker geen sprake van een koerswijziging, de Verenigde Staten voeren nog steeds een één-China-beleid’.

Beijing reageerde zoals altijd furieus en waarschuwde: ‘We dringen er bij de VS op aan het één-China-principe serieus te nemen. Stuur geen verkeerd signaal naar Taiwanezen die voor onafhankelijkheid zijn, wakker geen onrust aan in de Straat van Taiwan en beschadig de betrekkingen tussen China en de VS niet’, aldus een woordvoerder van het ministerie van Buitenlandse Zaken. ‘Niemand moet de wil en de mogelijkheden van het Chinese volk onderschatten om zijn nationale soevereiniteit te verdedigen. Ga niet tegenover 1,4 miljard Chinezen staan.’

Hij had het nog niet gezegd of Chinese gevechtsvliegtuigen scheerden door de Taiwanese luchtverdedigingszone, bijna dagelijkse kost. Over onrust gesproken.

De Chinezen voelen zich bestolen. In 1949 vluchtte de Chinese generaal Chiang Kai-Shek voor de oprukkende communisten naar het nabijgelegen Taiwan. Dat groeide uit tot een autonoom en democratisch eiland met 23 miljoen inwoners. Beijing beschouwt het echter als een ‘afvallige provincie’ en eist hereniging met het vasteland.

Zoals bijna alle landen erkent ook Amerika dat Taiwan deel uitmaakt van de Volksrepubliek China (één-China-beleid). Maar de keiharde claim die Beijing legt op het eiland gaat de Amerikanen te ver. De autoritaire president Xi Jinping wil de hereniging desnoods met geweld afdwingen; het is een persoonlijke missie geworden.

Dankzij de Amerikaanse Taiwan Relations Act van 1979 kan Washington hechte economische banden met het eiland onderhouden en het wapens verkopen zodat het zich kan verdedigen als het wordt aangevallen. De voorgangers van Biden lieten altijd in het midden of Amerika zich dan ook in de strijd zal mengen, de zogeheten ‘strategie van ambiguïteit’.

Biden geeft hier nu een andere invulling aan. Zijn uitspraken kunnen niet meer worden afgedaan als een slip of the tongue. De president geeft een duidelijk signaal aan China om geen oorlog met Taiwan te beginnen; tegelijkertijd deinst hij terug voor verdere provocaties. Taiwan wordt immers nog steeds buitengesloten bij belangrijke organisaties, ook door de VS.

Om een tegenwicht te bieden aan de groeiende macht van China in de regio lanceerde Biden tijdens zijn bezoek aan Japan een nieuw initiatief: het Indo-Pacific Economic Framework for Prosperity. ‘Vrienden en partners’ van de VS in de regio zullen de vrije toegang tot belangrijke vaarroutes in de Zuid-Chinese Zee waarborgen (zoals ook de Straat van Taiwan) en samenwerken op het gebied van digitale economie en technologie, toeleveringsketens, schone energie en anticorruptie. Een hele stoet landen zal zich op verzoek van de VS aansluiten bij het initiatief: Australië, Brunei, India, Indonesië, Japan, Maleisië, Nieuw-Zeeland, de Filippijnen, Singapore, Zuid-Korea, Thailand en Vietnam.

Taiwan – marktleider op het gebied van halfgeleiders – wordt echter gepasseerd. Amerika houdt het liever bij goede bilaterale verhoudingen.

Hetzelfde gebeurt tijdens de 75ste vergadering van de World Health Assembly (WHA) komend weekend. Het is ’s werelds hoogste orgaan voor het bepalen van het gezondheidsbeleid en samengesteld uit de ministers van Volksgezondheid van de lidstaten.

Dertien lidstaten dienden een voorstel in om Taiwan de status te verlenen van waarnemer. Amerika en het Verenigd Koninkrijk ‘steunden’ het voorstel maar ondertekenden het niet. Na diplomatieke druk van China besloot de voorzitter van de WHA het voorstel niet eens te agenderen. China blokkeert het lidmaatschap van Taiwan van de Verenigde Naties en aanverwante organisaties, al bijna vijftig jaar.

De diplomatieke isolatie begint te schuren in Taiwan, net als de hypocriete houding van westerse landen. Het autoritaire China wordt steeds agressiever en klopt zich op borst dat het zelfs Hongkong onder de duim heeft gekregen. Taiwan is daarentegen een robuuste democratie en een voorloper in Azië op het gebied van individuele vrijheden.

Toch gaat de internationale aandacht niet uit naar de belangen van Taiwanezen maar ligt de focus vooral op vragen als: hoe overstuur is China? Hoe waarschijnlijk is het vooruitzicht op oorlog? Hoe belangrijk is Taiwan strategisch gezien?

Dat moet volgens veel Taiwanezen veranderen, zo blijkt uit opinieartikelen in de Taipei Times. Want het is niet alleen gevaarlijk – zoals de oorlog in Oekraïne aantoont – maar ook moreel verwerpelijk én kostbaar om de nukken van een dictator zwaarder te laten wegen dan het zelfbeschikkingsrecht van een democratisch volk dat de terechte wens heeft om een volwaardig lid van de internationale gemeenschap te zijn. En niet een paria.