
De nieuwe Hollywood-productie Renfield, een in onze tijd gesitueerde hervertelling van Bram Stokers Dracula met de geliefde acteur Nicolas Cage in de rol van het monster, is gespeend van zelfs maar een greintje menselijke emotie. Het meest lijkt het werk nog geproduceerd door kunstmatige intelligentie met als beoogd publiek tieners die nooit meer een boek lezen. Tot zo ver niets nieuws onder de zon. Maar waarom beleefde ik dan zo’n plezier aan dit Renfield?
De oplettende lezer zag het al: Nicolas Cage als de graaf. Natuurlijk, dat. In de jaren tachtig was Cage de meest opwindende acteur, een soort Marlon Brando, een natuurkracht in films gemaakt door echte cineasten. Daarna ging het bergafwaarts met hem, hoewel hij af en toe liet zien waarom hij zo’n reputatie had. Uiteindelijk werd hij een cliché van zichzelf, een acteur die over-acteerde om nog eens te laten zien hoe goed hij werkelijk kan zijn. Zijn rol als Dracula in Renfield onderstreept dit: we kijken naar hoe Nicolas Cage een performance neerzet die draait om het punt dat Nicolas Cage in de rol van Dracula te zien is, met andere woorden, elke seconde dat hij op het scherm is, is een exercitie in zelfreflexiviteit.
Maar de film heet Renfield. Door Stokers roman is de assistent van de graaf, hier gespeeld door Nicholas Hoult, een cultfiguur geworden: de arme sloeber die compulsief insecten eet in de hoop net als z’n baas het eeuwige leven te krijgen (een hoogtepunt van Stokers roman zijn de gesprekken tussen Renfield en de psycholoog John Seward; je krijgt sympathie voor het hulpje dat leeft in de ban van het charismatische monster en zijn eigen knagende geweten). In Renfield belandt hij om onduidelijke redenen in New Orleans waar hij verse lichamen, blijkbaar nog het liefst ‘busladingen vol cheerleaders’, voor zijn baas moet regelen. Alleen dan kan Dracula weer de oude worden. De rest kun je invullen en dat heeft de AI-chatbot netjes gedaan: vechtpartijen, liters bloed, en een grappige, vrouwelijke bijrol, een agent gespeeld door Awkwafina. Die blijft volledig op de rand van de vertelling.
Als alles zo dom is, dan moet je maar uitgummen en je eigen film voor je geestesoog maken. Dat lukte! Die van mij duurde vier minuten, twee aan het begin, twee in de aftiteling. Dat eerste: even zien we beelden in zwart-wit en in het klassieke vierkante formaat en verschijnt Cage terwijl hij Béla Lugosi nadoet, die Dracula in de jaren dertig speelde. Wát mooi. En dan het einde tijdens de aftiteling als het lijkt of de fysieke film ‘ontspoort’ (je ziet de perforaties). Dit is een hommage aan de jaren-zeventigfilms van de Britse studio Hammer met Christopher Lee als Dracula, maar nu met Cage die Lee als de graaf speelt. Mét bloedrode tanden. Prachtig.
Te zien vanaf 25 mei