Het boekenjaar 2013 kende wat mij betreft één uitschieter: de traktatie die Tom Lanoye ons uitdeelde voor zijn zilveren huwelijk met de literatuur. Uitdeelde? Hij slingert het ons vol in het gezicht. Vijfentwintig jaar na zijn debuut Alles moet weg is er nu Gelukkige slaven, dat leest als een actiefilm in up-tempo. Tweemaal Tony Hanssen uit het debuut opnieuw in de hoofdrol: de ene Tony belandt met een Chinese dame in Buenos Aires in een macabere klucht, de andere jaagt op een neushoorn in de Zuid-Afrikaanse wildernis. De gebeurtenissen suizen over elkaar heen. Het is snel, het is geestig, het is vooral ook allemaal erg onwaarschijnlijk, en Lanoye leert ons dat het in literatuur er niet om gaat of iets realistisch is, zolang het binnen de roman maar aannemelijk is, zolang het maar goed geschreven is, en Gelukkige slaven is dat op een manier die zelfs voor zo’n stijlkanon als Lanoye buitengewoon is.

Het is het dubbelgangersmotief van W.F. Hermans in een verfilming van Quentin Tarantino, bij wie je ook voortdurend de constructies doorziet, bij wie ook het onwaarschijnlijke voortdurend aan zowel het hilarische als het schrijnende grenst.

Natuurlijk geloven we niet, om maar eens een detail te nemen, dat Tony aan de roulettetafel al z’n geld op één nummer zet, precies dat waar iemand anders kort daarvoor al z’n geld verloor, en dat Tony dan juist alles wint. Natuurlijk geloven we al dat soort bizarre plotwendingen niet, maar we gaan erin mee, voluit, want zolang het binnen het verhaal klopt, is het zo plezierig om te doen alsof.

De timing is steeds perfect, het ritme swingt, en bij dat alles zegt Lanoye ook nog iets over de tijd waarin we leven, over de financiële crisis, over onze illusies en idealen. Dit is een boek dat je leest om te leren hoe het moet.


Tom Lanoye, Gelukkige slaven, Prometheus, 304 blz., € 19,95