Het voetbal komt terug bij de publieke omroep met de garantie dat om 19.00 uur wordt afgetrapt. Raadselachtig waarom dat ‘bord op schoot’ altijd wordt genoemd, gezien het feit dat ons trotse volk in meerderheid tussen17.30 en 18.00 uur de avondmaaltij d aanvangt, zoals telkens weer uit marktonderzoek blijkt. Kennelijk is ook het debat over ‘voetbal en televisie’ in handen van een laat etende maatschappelijke elite die in achterkamertjes oude omroeppolitiek bedrijft.

Oftewel ‘mijn soort mensen’ want inderdaad schuif ik klokke 19.00 uur met prak voor het toestel, of nu Talpa, rtl4 of nos leverancier van dienst is; die miljoen verdwenen principiële De Mol-mijders, daar hoor ik niet bij. Dat maal heb ik dan gekookt, luisterend naar Radio 4 (dat in tegenstelling tot Radio 1 de uitslagen niet verraadt), waar vanaf 18.00 uur Ernst-Daniël Smid Muziek aan tafel verzorgt – want de Tros weet natuurlijk wél precies hoe laat gewone mensen eten.

Die muziek bestaat voornamelijk uit opera-aria’s (Smid is zelf zanger), en dan vaak die waarnaar ik uit mezelf niet zo gauw zou luisteren: het ijzeren negentiende-eeuwse repertoire van Gounod, Puccini, Verdi. Een mens is nooit te oud om te leren, want ik begrijp steeds minder welk snobisme me daar toch altijd van heeft weerhouden: prachtig is het meestal, ook al omdat het door Grote Stemmen wordt gezongen. Smid praat de stukken aan elkaar, met anekdotes over componist, werk en zanger, waarbij de tekst meestal van de anonieme samensteller van het radioprogramma is, maar waarbij Smid zich soms niet kan inhouden en eigen ervaringen of opvattingen met ons deelt.

Dan ontpopt hij zich als rabiaat tegenstander van de dramaturgen- en regisseursopera waarin malle concepten en fratsen de zanger hinderen in het helder overbrengen van de coloraturen waarom het allemaal begonnen is. Zijn woede over de Mozarttrilogie van De Nederlandse Opera is groot, groots en kleinburgerlijk: de fraai gezongen maar dodelijk saaie Nozze di Figaro die ik ooit in Wenen zag moet voor hem het summum zijn. Smid is in de kunst voor ‘doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg’ en hij verdedigt dat met wat ik het Bourgondisch stemgeluid van de amateurtoneelspeler zou willen noemen: te veel adem, speeksel, (de)crescendo, versnelling en verschil in toonhoogte. Juist dat maakt hem geliefd bij een groot publiek en draagt bij aan zijn Bekende-Nederlanderschap. (Overigens draagt de Tros ook bij aan de Zaterdagmatinee en is haar Radio 4-afdeling beduidend minder populistisch dan de televisietak.)

Sinds enige tijd presenteert Smid ook de ncrv-tv-reeks Kaaskoppen en Waterlanders over de vaderlandse geschiedenis, gebaseerd op de vijftig hoofdstukken uit de Canon van Nederland. Per aflevering komen twee personen of gebeurtenissen aan bod – de eerste keer bijvoorbeeld Leeghwater en Van Gogh, curieuze combinatie. Smid verschijnt ter plekke in de Beemster en in Nuenen en vertelt hoe het water weggemalen werd en de aardappeleters geschilderd werden. Het is In Nederland met Smid als een Geert Mak voor lager opgeleiden. ‘Meesterverteller’ heet hij op de ncrv-site, wat misleidend is in de zin dat zijn teksten van anderen komen.

Ook kunnen we daar te weten komen dat hij zich als protestant schaamt voor de Beeldenstorm en dat hij gek is op het koningshuis. Eerlijk geeft hij toe altijd gedacht te hebben dat dat bij Willem van Oranje begon, en daarmee is hij de ideale representant van een publiek dat blijkens onderzoek ook in meerderheid de monarchie tot de Tachtigjarige Oorlog herleidt.

Misschien zijn die olijk vertelde en knullig gespeelde geschiedenislesjes van Kaaskoppen dus wel goed, omdat het geschiedenisonderwijs veel kinderen en volwassenen niet meer bereikt. En misschien is het flauw daar badinerend over te doen, omdat je toevallig later eet dan iemand anders.

Kaaskoppen en Waterlanders, NCRV, woensdag, Nederland 2, 19.25 uur