Wie de afgelopen jaren zicht wilde krijgen op de veranderde verhoudingen in de popmuziek kon kijken naar de Vlaamse broers David en Stephen Dewaele.
Bekendheid hadden ze opgebouwd met hun band Soulwax. Zeldzaam lang toerden ze daarmee door Europa (en dan vooral de Benelux) na het uitkomen van het album Much Against Everyones Advice. De monumentale popplaat en de trefzekere combinatie van een vooruitgestoken borst en een knipoog op het podium plaatsten de band op het affiche van ieder relevant festival en poppodium, en later ook de minder relevante.
Maar roem, de échte, ver van de kleedkamers die naar bezorg pizzas en afhaalchinees ruiken, de roem van dollars, champagne en vipboxen in nachtclubs, die vergaarden ze niet als popmuzikanten, maar als deejays. Onder de naam 2 Many Djs mixten ze ogenschijnlijk onverenigbare platen tot uitbundige nieuwe muziek. Nick Hornby nam het deejayduo zelfs op in zijn bundel 31 Songs. Zoals de broers de hiphop van Salt N Pepa samensmolten met de punk van The Stooges, dat vond Hornby «de droom van een muziekliefhebber». Het prikkelde zijn verbeelding zoals zijn kinderfantasie over een samenwerking van Spider-Man en Superman.
Die nieuwe Soulwax-plaat leek er nooit meer te komen. Er werd wel aan gewerkt, vertelden de Dewaele-broers steevast, maar ja: die deejay-optredens, hè? Wat de climax daarvan had moeten worden, werd een keerpunt. Afgelopen zomer zegde David Bowie op het laatste moment af voor Rock Werchter, het Pinkpop van België. De Dewaele-broers mochten hem vervangen. Niet met Soulwax, maar als 2 Many Djs. Waardig bevonden worden om iemand met de statuur van Bowie te vervangen, het voelde als een eer. Tegelijk werden de broers overvallen door dezelfde twijfels die de (getalsmatig gestaag geslonken) afkerigen van de deejay-als-popheld al jaren verkondigen: bestaat die gelijkwaardigheid tussen uitvoerders van hun eigen composities als Bowie en hoe vernuftig ook draaiers van andermans platen als zijzelf wel? Het Werchter-publiek leek die twijfels overigens allerminst te hebben: dat danste het laatste gras van de weide.
Hun bepaald voortvarende deejaycarrière bracht de broers in contact met grote producers. Zoals Flood, die het nieuwe Soulwax-album Any Minute Now produceerde. En dat is te horen. Flood werkte in het verleden met onder meer U2 en Nine Inch Nails. De vaak kille, vervormde, industriële toonzetting van het Soulwax-album roept onmiddellijk vergelijkingen met die laatste band op. Dat is geen compliment, want die vergelijking wint Soulwax geen moment. Waar de broers hun inmiddels gigantische dance bagage combineren met hun onverminderde liedjesambacht, daar is Soulwax een gloedvolle popband, vastbesloten de zelfherhaling te vermijden. Maar wanneer Soulwax klinkt als Nine Inch Nails, valt te meer op hoe niets ontziend die band op zijn meesterwerk The Downward Spiral te werk ging. De vaak donkere teksten ten spijt, Soulwax ontbeert dat gevaar. Het verschil zit m niet alleen in het gebrek aan muzikaal mededogen van Nine Inch Nails-brein Trent Reznor: toen Johnny Cash zijn nummer Hurt coverde op alleen een akoestische gitaar bleef het een keelknijper: «Every one I know/ Goes away in the end/ You could have it all/ My empire of dirt/ I will let you down/ I will make you hurt».
Geschreven door een man die de fascinatie voor zijn eigen zelfkant de vrije loop liet, nestelde Hurt zich diep onder de huid. Zo ver reikt Soulwax lang niet.