
En dat is hier: een bombardement van kunst kitsch. Met het kruis van Mick Jagger en de waterige ogen van Sneeuwwitje. En tegen het eind een zwart vierkant. En een beroemde, door muzikanten uitgevoerde stilte.
Caligula werd tussen 1939 en 1945 geschreven door Albert Camus. Het stuk toont een intelligente tiran, wiens drijfveren (aldus de auteur in een brief) ‘zowel merkwaardig als diepzinnig lijken’ omdat hij welbewust ‘de macht zelf bespottelijk maakt’. Hij heeft de politieke representanten van zijn volk, de senatoren, in een permanente houdgreep van angst. Zijn gedachtenexperimenten en fysieke martelingen zijn ‘ijselijk’ in de dubbele zin van dat woord – ze worden onderkoeld bedacht en steriel uitgeserveerd. In de schemerzones van het absurde levensgevoel jongleert Caligula met zijn twee centrale raadsels: schoonheid en dood. Hij ensceneert daarbinnen uiteindelijk het superieure kunstwerk: zijn eigen zelfmoord.
Camus’ Caligula is geen doorsnee repertoirestuk. Thibaud Delpeut is geen doorsnee regisseur. Dat gaat dus goed samen. Hij heeft met zijn team het stuk drastisch ingeklonken. De personele bezetting is gereduceerd tot vijf. Vincent van der Valk toont de fragiele, intens beschadigde, hyperintelligente usurpator Caligula op zijn zoektocht naar een geestverwant. Wendell Jaspers etst het portret van de second best zielsmaat (minnares Drusilla is bij aanvang van de vertelling gestorven). Zij kan de grillige bewegingen van haar levensgezel amper bijbenen. Bram Gerrits speelt de dubbelrol van een slachtoffer en een slippendrager. De jonge toneelhospitant Warre Kerremans speelt de jonge Scipio, Caligula’s doodsengel. En Martijn Nieuwerf toont met de sobere middelen van zijn sterke toneelspelerstalent de figuur van Cherea, de enige Realpolitiker die zijn heerser durft voor te houden dat hij schadelijk is, voor hem, maar in feite voor de complete wereld die hij zegt te bestieren.
De grote troef die de voorstelling meedogenloos uitspeelt is de balanceeract tussen existentiële radeloosheid aan de ene kant (uitmondend in de zinderende toonsoorten van groots toneelspelen) en een willens en wetens doorgedreven, rationele vernielzucht. Caligula is een vanuit de onderbuik hardop denkende toneelavond. Met een hoge inzet. De zoektocht naar een geluksgevoel dat misschien inzicht heet, of doorzicht, of verband, of een vérgaand weten over het hoe en het waarom van het gevecht tegen de sterfelijkheid. Veel lager leggen Delpeut en zijn spelers de lat van hun toneel echt níet. De karig gemeubileerde en uitbundig van beelden voorziene voorstelling geeft zich niet gemakkelijk prijs.
Dat is ook haar grote verdienste. Caligula/Camus: ‘Dat is pas geluk, deze onverdraaglijke bevrijding, deze universele minachting, dit weergaloze isolement van de mens, deze onverbiddelijke logica die mensenlevens verplettert. Om uiteindelijk te komen tot de eeuwige eenzaamheid waarnaar ik verlang.’
T/m 17 mei door het hele land. Zie ook de website.
Beeld: Caligula, Vincent van der Valk als Caligula (Roel van Berckelaer).