Journalist Pavel Kanygin woont in Amsterdam. Als ik hem in het voorbijgaan Russisch zou horen praten, zou ik me eventjes net zo ongemakkelijk voelen als lang geleden bij het horen van Duits – toen een besmette taal. Om meteen te beseffen dat ook kritische Russen voor Poetin moeten vluchten – zoals ooit Duitsers voor Hitler. Pavel zien we in een aflevering van Tegenlicht onder meer in archiefbeeld uit 2015. Hij is dan zichtbaar mishandeld als onafhankelijk verslaggever bij de oorlog in de Donbas (die wij lang negeerden); door gewapende separatisten te grazen genomen. In Rusland zelf werd die oorlog uitsluitend kritisch gevolgd door Kanygins Novaja Gazeta. Zijn hoofdredacteur Dmitri Moeratov werd met zijn blad vijftien keer genomineerd voor de Nobelprijs voor de Vrede, tot hij die in december 2021 daadwerkelijk uitgereikt kreeg.
We zien in Tegenlicht ook Moeratov zelf, dan nog in Rusland, op zijn redactie die tegelijk ‘museum’ is: aan de wand hangen postergrote foto’s van redacteuren die om hun kritisch werk vermoord zijn (Anna Politovskaja en anderen). ‘Zij zijn veel belangrijker dan alle onderscheidingen – die wij aan hen danken.’ Het was toen even feest bij de krant (Kanygin: ‘We zagen de prijs als een schild dat ons iets langer zou laten leven’), tot die, als laatste bolwerk van onafhankelijke journalistiek, kort daarna toch moest stoppen. Tenminste, in eigen land. Moeratovs Nobelmedaille is recent voor 103 miljoen dollar geveild. Het geld geeft hij aan Unicef, dat ontheemde Oekraïense kinderen helpt. Moeratov: ‘We willen ze hun toekomst teruggeven.’
Kanygin vertelt dat Moeratov hem kort na de Donbas opdroeg zich te verdiepen in de MH17. Hij was liever bij het front gebleven, maar besefte al gauw dat Moeratov het groter en historisch belang goed gezien had. En dat hij, als enige Russische journalist die zich erin vastbeet, moest doorgaan. Tot een hoge ome uit het Kremlin een NG-redacteur liet weten: ‘Jullie kunnen beter stoppen, want Moskou is heel gevaarlijk – vooral ’s nachts.’ Toen besloot Pavel te vluchten. Die foto’s hingen dus niet voor niets op de krantenredactie. Bij een horrorverhaal als dit probeer ik de situatie naar Nederland te vertalen (Haagse topambtenaar dreigt NRC/Trouw/Volkskrant/Groene dat Amsterdam ’s nachts heel gevaarlijk is), maar zelfs met een parlement waarin met tribunalen wordt gedreigd, lukt me dat niet. En bij het zien van de hardhandige arrestatie van satirisch blogger Joeri Chovanski (‘de Russische Arjen Lubach’) – beschuldiging: terrorisme – is een vertaling zo mogelijk nog absurder. Laten we hopen en verwachten dat dat zo blijft.
Dit alles en veel meer in de bijzondere special The Free Press Show, die Tegenlicht maakte, samen met de Russische zender Dozhd in ballingschap, ook bekend als TV Rain. Prijzenswaardig gebaar: stem geven aan wie in eigen land monddood, soms zelfs dood is gemaakt. Over Dozhd maakte filmer Vera Krichevskaja (zelf daar lang werkzaam) de fascinerende documentaire F@ck This Job, in maart door BNNVara uitgezonden. Wie die zag kent al een aantal van de hoofdpersonen in deze show: Krichevskaja zelf; Natalja Sindejeva, oprichter, mede-eigenaar en hoofdredacteur van Dozhd; Michail Fishman, anchorman, commentator, interviewer.
Sindejeva is een voyante persoonlijkheid: succesvol zakenvrouw, koningin van het Moskouse uitgaansleven, die in vrolijke tijden een lifestyle-kanaal begon dat, haast onvoorstelbaar, onder toenemende overheidsrepressie langzaam evolueerde tot belangrijke maatschappijkritische stem. En die net als Kanygin, Moeratov en talloze andere intellectuelen, kunstenaars, journalisten en ‘gewone’ democraten moest vluchten door de grootste breuk in de Europese geschiedenis sinds 1989: de ‘speciale militaire operatie’, in Kremlin-newspeak. Fishman vraagt zichzelf en ons wie hij nu, in ballingschap, nog is. Of zijn stem er nog toe doet; of en hoe de mensen van Dozhd zich opnieuw kunnen, moeten uitvinden.
Je zou het een rijk, met beelden en interviews geïllustreerd essay kunnen noemen, met als kern het gesproken betoog van mediawetenschapper Mark Deuze. De beelden, in een zwarte studio/kubus op de muren geprojecteerd, komen uit archieven, journaals, reportages, documentaires, maar ook van sociale media als TikTok, YouTube, Instagram, Facebook. Het is die veelheid die niet alleen de vorm van de vertelling bepaalt, maar tegelijk illustratie is van een stelling. Want ja, enerzijds wordt traditionele journalistiek in dictaturen de nek omgedraaid, maar daar staan twee ontwikkelingen tegenover.
De eerste: het ontstaan van nieuwe professionele vormen van dataverzameling en waarheidsvinding, zoals bedreven door onderzoeksjournalistiek netwerk Bellingcat. Middels ‘Open-source intelligence’ berichtten en onthulden ze over de Syrische Burgeroorlog, de Donbas, MH17 en Russische gifaanslagen door de overheid. Hun directeur Christo Grozev onderstreept, juist vanwege de gigantische datastroom, het belang van direct vastleggen, verwerken en checken van ‘alles’, voordat het door daders gemanipuleerd en vervuild wordt. Want het gaat Bellingcat er niet alleen om in real time verslag te doen, maar om de data in originele vorm te bewaren met het oog op later strafrechtelijk onderzoek.
De tweede ontwikkeling. Vroeger zagen we oorlog bijna uitsluitend via camera’s van persbureaus of omroepen in de vorm van oprukkende tanks, verwoeste gebouwen, bombardementsvluchten. Nu kan elke burger met smartphone verslaggever zijn van wat de oorlog in haar/zijn directe omgeving betekent. Wat oorlog beduidend persoonlijker maakt en dichter bij ons relatieve buitenstaanders brengt. Dat kan gruwelijk zijn: een tamelijk vrolijk jongerenfilmpje (juist jongeren zijn de alles-filmende generatie) dat plots door een ontploffende granaat tot bewijs van misdaad wordt. De Oekraïense soldaat die de droeve resten van een regionaal museum laat zien – niks per ongeluk geraakt want met grote precisie. De burger die lijken of rijen lijkenzakken filmt.
Dat kan ook vrolijk zijn als een meisje bij lekkere muziek een rondleiding door haar flatje geeft, waar een laagje water in bad (drink- en wasvoorraad) en afgeplakte ramen fysieke bewijzen zijn van ‘het leven gaat door’, zelfs als haar flatgebouw van buitenaf gefilmd een ruïne lijkt. En is. Of als, bewust hilarisch, een modieus meisje ons leert hoe je een pantservoertuig aan de praat krijgt. Dat ding is daar kennelijk door Russen in de sneeuw achtergelaten en de procedure is beduidend lastiger dan het starten van je kekke auto. Dit is oorlog dus ook, en wie zal het haar kwalijk nemen dat ze met de filmische methoden van jongerencultuur binnen de gruwel die die tank symboliseert iets lolligs doet ‘in deze prachtige, grimmige wereld’ (om, sorry, de grote Russische schrijver Andrej Platonov te citeren).
Wie denkt het allemaal wel te weten (tot mijn schande dacht ik dat zelf de eerste minuten) moet vooral kijken. Al was het alleen om de rijke verzameling sociale-mediafilmpjes die je niet kent en die, zelfs de simpele, binnen de context verbluffend worden. Maar Tegenlicht zou Tegenlicht niet zijn als er niet Het Grote Verhaal was over toen, nu en de toekomst. En zoals vaak zie je hoe hier gebalanceerd wordt op het akelig hoog gespannen koord tussen wanhoop en hoop. Waarbij bijna altijd optimisme een morele plicht blijkt. Sindejeva zegt dat bijna letterlijk in het slotinterview. Ze verwijt Poetin dat hij de laatste twintig jaar alle waarden en ethiek om zeep heeft geholpen, ‘dat je in Rusland alleen carrière kunt maken als je een klootzak bent’. Maar leven zonder hoop mag en kan niet. Die hoop moet Dozhd vanuit het buitenland levend houden door een brug te slaan tussen gevluchte en gebleven Russen.
En Bellingcat doet het enorme, zware werk met oog op een tribunaal als Neurenberg, waar Rusland ter verantwoording zal worden geroepen. Waar duidelijk zal blijken dat de Russische ‘heersende klasse’ geen bestaansrecht meer heeft. Wat het begin zal zijn van een zuiveringsproces (zoals dat ook in Duitsland lukte). Deuze hamert erop dat de nieuwe (sociale-)mediawereld een gevoel van machteloosheid kan geven, maar dat wij juist door smartphones, apps, clicks en de verhalen die we daarmee vertellen kunnen voorkomen dat de agressor wint. Mooi en bewonderenswaardig, dat alles.
Wat hebben zij eraan als ik grote twijfels heb en die ook zie bij een deel van de Russen in ballingschap. Want ‘niet het scheiden doet zo’n pijn, maar het afgesneden zijn’. De machteloosheid in exil van de Duitsers ooit is nu die van hen. En Duitsers die terugkeerden na Hitlers nederlaag werden bepaald niet met open armen ontvangen. En toch is de toon van Tegenlicht, Dozhd, Novaja Gazeta, Bellingcat en legio activistische emigranten nodig. Ondanks of juist vanwege het afsluitend eerbetoon dat Krichevskaja voor de aflevering maakte: een collage prachtige fotoportretten van een groot aantal journalisten en medewerkers van Dozhd. Allen dood. Echo van Moeratovs ‘museum’.
Bregtje van der Haak (regie); Arnout Arens, William de Bruijn, Paula Witkamp (research); Victoria Koblenko en Mikhail Fishman (presentatie): The Free Press Show, VPRO Tegenlicht + TV Rain Special, maandag 4 juli, NPO 2, 20.20 uur.
Vera Krichevskaja, F@ck This Job, BNNVara 2Doc, NPO Plus of NLZiet
20 jaar Tegenlicht wordt donderdag 7 juli gevierd in Pakhuis De Zwijger, Amsterdam, inloop vanaf 19.00 uur. Meet-up over The Free Press Show om 21.00 uur. Presentatie Mikhael Fishman en Victoria Koblenko. Reserveren: https://dezwijger.nl/programma/the-free-press-show