Wij doen mee aan de Postcodeloterij. Regelmatig komt er post met de aansporing het niet bij dat lullige lot te laten want bij winst krijgen we hooguit een paar ton, waar echte «leden» met vijf loten tot twee miljoen geraken. De vage angst dat we ooit zullen winnen is sinds Thom Verheuls NCRV-documentaire Zomerkanjers levensgroot geworden. Hij toog naar het Zeeuws-Vlaamse Oostburg waar de dorpsrust blijvend verstoord is door het Lot dat in de persoon van schikgodin Caroline Tensen per helikopter uit de lucht viel. Want wat de Postcodeloterij onderscheidt van lotto en voetbalpool is dat de winnaar wordt uitgeleverd aan de wereld die Endemol heet. Die bouwt in Oostburg een podium, sommeert ingezetenen daarheen te komen, stelt hen op in rotten en vakken per postcode, laat Henny Huisman op hen los en beslist dat alles overnieuw moet als in het winnende vak niet luid genoeg gejuicht is: vrijheid is een rekkelijk begrip en de bereidheid die op te geven lijkt mateloos. Met de winnaar van acht ton zijn ze ontevreden omdat hij geen partner heeft en als hij zijn familie wil bellen wordt hem dat verboden — tot hij op de goede plek staat met de camera erbij en Tensen aan zijn zij. Die het gesprek van de geëmotioneerde winnaar overneemt en diens moeder met «hallo mam» aanspreekt — voor eventjes universele schoondochter. Overigens stortte mam die avond hyperventilerend in en kijken sommige dorpsgenoten haar niet meer aan omdat zoon die prijs heeft gewonnen.

Anderhalf miljoen komt bij een echtpaar waarvan de man net heeft vernomen dat zijn vrouw wil scheiden: hij zou het geld graag inruilen voor huwelijksherstel, maar zo werkt dat niet. De hoofdprijs is voor een oude vrijgezel die voornamelijk bezorgd is dat ze op zijn centen azen. Het is onthutsend en, vrees ik, uit het leven gegrepen. Eerlijkheid gebiedt te zeggen dat die mensen extra gepakt zijn: eerst door Endemol, dan door de NCRV in wier kielzog ik onder het etiket «sociologische interesse» meevaar. Van harte gun ik de prijs aan twee vrouwen die in de Groningse Oosterparkbuurt het wijkkrantje maken. Geen cent te makken en in plaats van vakantie drinken ze koffie in een vermaard café aan de Vismarkt: heerlijk uitje. Ze waren, naast wethouders en universiteits bestuurders, hoofdrolspelers in Van Ditshuijzens mooie stadsportret. Maar ik vrees dat zulke smakken geld het beste naar echt rijken kunnen gaan: daar ontwrichten ze niets extra.