Kwartfinale, 0-0, vijf minuten voor tijd. Ontelbaren vragen zich af hoe dit zal aflopen. Gebaart de Senegalese verdediger tegen de Turkse aanvaller: straks shirtje ruilen? Jammer dat Evert ten Napel de beurt niet had want die had ons vergast op een college Afrikaanse volksaard, waarbij alle eersteklas-vmbo-gemeenplaatsen rond klimaat, cultuur, mentaliteit en geschiedenis de revue zouden zijn gepasseerd tot hem de mond zou zijn gesnoerd door die Turkse goal in de verlenging.

Hoe dan ook, aangenaam schooltoernooi-achtig. Niet voor de voetbalgelovige want het heeft iets van de vrouw die tijdens de daad vaststelt dat vooral het plafond een beurt moet hebben. Praktisch is het wel: voor je het weet ruilt die Turkse indiaan met een collega en daarvoor heb je elkaar niet anderhalf uur bevochten. Hoewel het ook bedoeld kan zijn om Ümit uit zijn concentratie te halen.

Wat een toernooi. Die krankzinnige ochtendsessies, waarbij gans Nederland rond 9.30 uur lamlazarus zou zijn geweest. Die bezopen postmoderne neo-kitschtafel van waarachter de presentatoren ons toespreken. De buitengewoon modale expert Wim Rijsbergen die niet de indruk wekt spelers uit elkaar te kunnen houden en bij voorkeur spreekt van «die gasten». De verfrissende Youri Mulder, zoon van de vader maar zonder diens theater. En het vertrek der favorieten.

Hier strijden twee gevoelens: enerzijds sympathie voor de underdog, anderzijds treurnis over verlies aan kwaliteit. Eigenlijk ligt het nog ingewikkelder: bij aanvang van Senegal-Zweden ben ik politiek correct geheel op de hand van Afrika met zijn fraai ogende en bewegende atleten die compensatie moeten brengen voor hongersnood, burgeroorlog, epidemie en dictatuur. Maar na de eerste helft is me alle sympathie voor deze elleboogcriminelen vergaan: in plaats van toekenning van vier rode kaarten wordt vier keer zelfs geen overtreding vastgesteld. Bloedend ligt de Zweed naast het veld om gehecht te worden en des arbiters naam is haas. Dus hoop ik, vergeefs, dat Zweden wint.

Niks nieuws: alle grote toernooien worden mede beslist door scheidsrechterlijke dwalingen die, buiten de kring van direct gedupeerden, worden vergeten. Of zelfs bejubeld: Gods = Maradona’s hand. Hier lijkt dat nog sterker het geval: alle respect voor Guus, maar verder dan de laatste zestien had hij juridisch gezien niet mogen komen. Voetbal is net de schepping: gerechtigheid bestaat niet. En dat wordt met dertig camera’s getoond.