Door TV Dits reeks over en betaald door Joop van den Ende ben ik niets te weten gekomen wat ik niet al wist of vermoedde. Een autoritaire en sentimentele man (wat geen prettige combinatie is); met een groot zakelijk talent; met een ijzeren gevoel voor de smaak van «het volk» die ook de zijne is; en met een ambivalente verhouding tot de kunstwereld die lijkt te wortelen in een overschreeuwd minderwaardigheidscomplex. Ik ken dat wel: het gevoel dat je er nooit helemaal bij hoort omdat je afkomst verkeerd en je talent te klein is. Dat van die afkomst kan nog wel van pas komen: «Ik ben toch mooi beland waar het niet leek te kunnen.» Maar dat talent, dat is noodlot. Dan kan de ultieme genoegdoening zijn dat de getalenteerden je wel serieus móeten nemen, al was het alleen maar omdat je een deel van hun markt gaat beheersen, dat je hen uit de financiële nood helpt of dat je, positiever nog, wat jong en veelbelovend is gaat subsidiëren. Mecenaat en charitas der 21ste eeuw. Legio lakeien om je heen. Veel armen om elkaars schouders, uit vriendschap en vreugde om geslaagde samenwerking, maar vermoedelijk ook altijd lichte argwaan over mogelijk dédain bij de ander. Misschien heb ik het helemaal mis.
«Bent u zelf ook kunstenaar?»
«Ja», was het antwoord, zij het afgezwakt tot «creatief persoon». Dat is eer zelfover- dan onderschatting, want «artiest» lijkt een betere benaming. Zijn habitat is de musical, dat eigenaardige niemandsland tussen hoge en lage cultuur die erfgenaam van de operette. Mij lukt het zelden vreugde te beleven aan wat er via radio en televisie van tot me komt. (Wat, gezien de tijdgeest, zonder twijfel het verwijt van snobisme, zo niet minachting voor het volk oplevert. Hoezo? Musical doet niemand kwaad en laat mensen vooral genieten. Maar waarom moet het naast plezier en kapitaal ook het stempel van Grote Kunst opleveren? Hofregisseur Eddy Habbema verklaart gebrek aan waarde ring voor het genre louter uit het feit dat het geld oplevert platter redenering is niet denkbaar.)
Je zag Joop vooral doende met De drie musketiers (de documentaire zelf is trouwens pion in de marketing rond dat product) en rijmelende tekst noch muziek uit de Bolland-fabriek raakte een snaar. Pikant waren niet zozeer Joops uitvallen als wel de begrijpelijke reserve die caster Job Gosschalk uitte ten aanzien van het acteervermogen van Tooske die de hoofdrol kreeg. Joop zag dat met wat extra lesjes best lukken.