Vorige week was hier de documentaire over Han Bentz van den Berg aan de orde. Over smaken valt niet te twisten en op elk werkstuk valt af te dingen. Maar ondenkbaar lijkt me dat iemand met verstand van zaken een zo liefdevol en genuanceerd document afbrandt — zoals Volkskrants Hein Janssen deed. Hij verketterde aandeel en optreden van Hans’ zoon Roel, wiens bewogen (zelf)onderzoek precies het verschil uitmaakt tussen brave documentaire en wat daar bovenuit stijgt. Regisseur Hans Keller wilde al lang een programma over Bentz maken maar vond geen vorm: Roels inbreng gaf die volgens hem, mij en ieder bij wie ik navraag deed.

Navraag deed ik omdat ik wilde weten of ik nou gek was of Hein Janssen. Dit soort goedkope beschadigrecensies doet zich vaker voor inzake televisie dan bij kunsten. Televisie is een dankbaar instrument voor zelfverheffing van de recensent en het lijkt er vaak niet meer toe te doen wat er gemaakt is maar dát het gemaakt is: voor televisie, wel te verstaan. Pieter Verhoeffs De vuurtoren (recent in filmversie uitgezonden ter gelegenheid van zijn hoofdrol in het Utrechts Festival) werd destijds als serie door dezelfde krant afgeserveerd als «ouwe-lullen-gezeur over vroeger». En het veelgeprezen Pleidooi van Maria Goos en Hugo Heinen ging bij Volkskrants tv-kenner al bij de eerste aflevering door de plee. Met Cornald Maas en Paul Brill is de krant van die heilloze weg teruggekeerd, maar vorig jaar beweerde columnist Gerard Mulder opeens weer dat de Nederlandse televisie allang niks meer voorstelt en Nederlands drama al helemaal niet «omdat Nederlandse acteurs niet kunnen acteren».

Deze buitengewoon deskundige analyse werd recent zowaar ook op de televisie uitgedragen door niemand minder dan Jan Mulder. Wat is die een voorspelbare en vervelende karikatuur van zichzelf aan het worden. De man van Greenpeace die in de Tweede Kamer een rede probeerde te houden als de (niet meer bestaande) minister van Milieu maar door bodes (on)tijdig werd verwijderd, geeft desgevraagd toe dat zijn hart tevoren wat sneller sloeg. «WAT?» brult Jan, «zenuwachtig voor zo een lulligheidje?» Diepe Mulder-minachting is des actievoerders deel. En dan, pats, worden alle Nederlandse film- en tv-acteurs tot klungels gedegradeerd. Kijkt de man ooit? Zo ja, dan toch met stront in de ogen. Als deze baarlijke nonsens onderdeel van zijn act zijn, dan is dat treurig. Als hij het meent, is het nog treuriger.