Bij B&W zaten schrijvers. Het was de avond van het Boekenbal: ging men daarheen onder de schaduw van de komende oorlog? Kristien Hemmerechts wel, omdat juist nu het leven gecelebreerd dient te worden. Marcel Möring niet, omdat hij nooit gaat, en Connie Braam niet, omdat ze het geen tijd voor feesten vindt. Dat is wellicht nobel, maar mij weerhield het er niet van mijn verjaardag met mijn kleindochter in de Krakeling te vieren bij Mama Pia van Teatro Munganga, een allerliefste voorstelling. Ja, zij en ik dansen op de vulkaan. Natuurlijk zijn er voorbeelden te over van feesten die in wansmakelijke relatie staan tot gelijktijdig en nabij lijden. Maar er bestaat ook zoiets als wel erg grote politieke correctheid, vaak samenvallend met zelfoverschatting. Er is sinds mensenheugenis altijd en overal voldoende afgeleden om nooit feest te vieren.

Het meeste lijden haalt de krant niet, maar het kleine deel dat er in staat is voldoende om voorgoed onder de dekens te kruipen. Met alle respect voor Irakees bestaand en dreigend lijden (beide voor een groot deel op conto van de ellendeling wiens gruweldaden steeds minder belangrijk gevonden lijken te worden, afgemeten aan Bush’ Kruistocht), huidige oorlogen en burgeroorlogen komen alleen maar kleiner in de krant vanwege de wedstrijd George-Saddam. Zo bezien zou Connie nooit kunnen feesten (of altijd) en gaat Kristien om een wel erg pathetische reden: niks celebreren — gewoon zuipen, dansen en roddelen, zou ik zeggen. Schrijvers moeten zichzelf niet overschatten en hun politieke uitspraken zijn bepaald niet onfeilbaar. (Coen Stork was in Hoge bomen behoorlijk mild over Mulisch’ nooit herroepen Cuba-standpunt.)

En al die media-aandacht juist in deze periode voor het prinsesje dat boos is op tante en excuses en centjes wil zien? Te veel eer, bijna obsceen, absoluut. Maar geef toe: even fascinerende televisie als, pakweg, een interview met Michael Jackson. De prinses is volleerd scenarioschrijfster. Ze had tante fijntjes dier haat onder de neus gewreven want: «het volk houdt niet van jou maar van een ander». «Sterkte» had ze haar ook nog gewenst — sublieme bekroning van koninklijk melodrama. Hand in hand met mannie en advocaatje in lange mars door parlementsgangen. En in het Jeugdjournaal (!) vertellen dat je eigen mama je ook nog eens in het donkere bos heeft achtergelaten. Nooit waren jonggehuwden zo teder te aanschouwen; nooit voorvoelde je zo sterk dat dat niet lang zal duren. Overigens ben ik tegen die oorlog: sidder, George!