Toen mijn moeder besloot te sterven had ik weinig vragen meer. Dacht ik. Later deden ze zich toch voor en omdat ik van «de menselijke geest» even weinig begrijp als van de mijne, zal ik nooit de antwoorden weten; noch of ik de vragen eigenlijk wel had durven of willen stellen toen het nog kon.
Vroeg of laat willen we weten wie onze ouders «eigenlijk» waren (waaraan de vraag niet vreemd is wie we zelf zijn) en sommigen gaan op onderzoek uit. Zijn ze journalist of kunstenaar dan delen ze zoektocht of resultaat met een publiek: het boek Roosje van Gerard van Westerloo en het tv-tweeluik van Roel Bentz van den Berg over vader Han zijn indrukwekkende voorbeelden. Persoonlijke betrokkenheid is daarin de kracht, maar als de maker niet heerst over de vorm kan die juist valkuil zijn: dan wordt het te particulier of zelfs klef. Dat omslagpunt is moeilijk, en nooit objectief, vast te stellen.
In Het tweede gezicht (VPRO, maar uitgezonden in NPS-reeks Het uur van de wolf) gaat Krijn ter Braak op zoek naar zijn beroemde oom Menno en naar zijn vader Wim. En meer nog naar hun relatie, toegespitst op Mennos zelfgekozen einde waarin Wim een belangrijk aandeel had. Indrukwekkend voor wie een zekere weerbarstigheid in de vorm (die tegelijk voor de onmisbare distantie zorgt) aan wil en kan.
Krijn beheert de erfenis van oom Menno, woont er zelfs letterlijk in, en de verhaallijn zet in met zijn voornemen om die van de hand te doen. Dat is het begin van biografie, autobiografie, zoektocht en verwerking ineen. Bovendien is het documentaire en drama ineen, en dat in meerdere lagen. Want regisseur Krijn ter Braak is en speelt tegelijk neef en zoon die oom en vader zoekt; die een acteur zoekt om zijn oom te spelen (en, verbluffend, op Peer Mascini uitkomt); en die uiteindelijk zijn eigen vader Wim acteert. Wat niet klef maar dapper is: daar, met die verder jonge acteurs die zijn toenmalige jonge familieleden spelen, voor het huis waar het zich in 1940 allemaal echt afspeelde, vallen de anekdotische schillen af van het min of meer bekende «verhaal» van de zelfdoding. Daar wordt, zonder echte dialoog, de informatie die de kijker had of door de documentaire kreeg, van feit tot ervaring ook voor de kijker. Krijn kan Mennos boedel verkopen: Menno en Wim zijn zo dicht benaderd als kan.
Vragen blijven er altijd.