Voor het eerst in een heuse loge, nog wel in de Wiener Staatsoper. Hoog en aan de zijkant, waardoor een derde van het toneel me net zozeer ontgaat als dat van de Stadsschouwburg toen ik daar als student het schellinkje frequenteerde, maar toch. Dat drie staande Japanse tieners in mijn nek ademen, omdat ze vanaf hun stoeltjes achterin alleen de toneellijst en de overburen zien, het voelt niet luxueus — maar Le Nozze blijft grandioos, de uitvoering onder hun landgenoot Seiji Ozawa is mooi en het gebouw heeft iets van de schoonheid die lelijke prestigieuze bouwwerken door de tijd toch krijgen. Natuurlijk denk ik aan Martin van Amerongen, naar de ziel Wiener uit Die Welt von gestern, die hier vaak gezeten moet hebben. En vooral besef ik dat ik door het decor van Eine blassblaue Frauen schrift loop: zowel de novelle van Franz Werfel, geschreven in Franse Exil, als de meesterlijke televisiedramatisering ervan door Alex Corti eindigt in een loge in deze opera, kort voor de Anschluss.

Leonidas, van eenvoudige komaf, door huwelijk welgesteld en topambtenaar op Onderwijs, leeft een dag lang in de angstige veronderstelling dat hij zijn mooie vrouw en rijkdom kwijt zal raken. Tussen zijn verjaarspost zit een brief van dr. Vera Wormser, die hem om steun vraagt voor een getalenteerde jongeman die «om bekende redenen» zijn schoolopleiding in Duitsland niet af kan maken. Vera Wormser is joods, die jongeman kennelijk ook en Leonidas vreest dat hem impliciet is meegedeeld dat dit zijn zoon is — resultaat van een affaire tijdens dienstreis in Mussolini’s Italië. Haar brieven heeft hij sinds die romance ongelezen weg gegooid.

Prachtig beschrijft Werfel ’s mans angst en lafheid (waarvan hij zich al te zeer bewust is), zijn antisemitisme en de geweldige opluchting als het niet zijn zoon blijkt te betreffen. Die heeft hij overigens wel gehad, maar dat kind is gestorven. Wat ook weer gemengde gevoelens oplevert. Die avond, in de opera, valt hij, emotioneel uitgeput, achter in zijn loge in slaap, beseffend dat zijn rijke leven gered is, maar zijn ziel niet. Al dit moois was ooit ook op de Nederlandse televisie te zien, maar onze culturele elite haalt zijn neus voor dat medium op.

Op de Schillerplatz met het beeld van die grote dichter ontdek ik in de hoek een borstbeeld van Werfel. Toch Oostenrijkse erkenning. Maar het betreft een gebaar van dankbaarheid van «het Armeense volk»!? Uitzoeken hoe dat zit.