Even leek Henk van der Meijden een normaal mens, toen zijn puberdochter in Michiel van Erps Op avontuur uitgaansplannen bleek te hebben met onbekende eindtijd en met een vaag logeerplan voor na afloop. Verontruste protesten, tegenvoorstellen en keelgeluiden maakten zelfs Henk eventjes aandoenlijk. Overigens hoeft Balkenende zich geen zorgen te maken: mevrouw Van der Meijden schoot dochters rookgordijntje genadeloos aan flarden, en die zal nog moeten knokken voor een eigen «op avontuur».

Toevallig had ik dezelfde middag, bij een voorvertoning van Tegenlicht, meer van zulke confrontaties gezien. In het gareel is een drieluik over de vraag «of de grenzen van de geïndividualiseerde samenleving bereikt zijn» en in de eerste afleve ring zie je hoe in een aantal gezinnen de onderhandelingshuishouding marcheert inzake uitgaan, schoolplichten, genotmiddelen en seks. Van bevelshuishouding is nergens meer sprake, al verschillen onderhandelingsgrenzen en sancties.

Iets echt nieuws zag ik niet. Sterker, ik voelde me twee decennia terug in de tijd, toen dochterlief het uitgaanspad betrad. Blasé ben ik niet geworden, want het was en blijft tobben en hopen op goede afloop. En al was het niet nieuw, het was toch enigszins schokkend te zien hoe degeen die het minste mocht dus niet het minste deed maar het meeste verzweeg en loog. Leuke meid trouwens, die de ruimte voor haar dubbelleven «kocht» door goede schoolprestaties. Aardige film van Hans Otten.

Maar toch… bij al deze kinderen voel je aan je water dat het goed zal komen. Tegenlicht zal bewust voor deze hoogopgeleide kids hebben gekozen omdat ontsporende jeugd een minderheid vormt, maar als je het over «de grenzen etc.» hebt, ligt het toch voor de hand op z’n minst ook op een vmbo te gaan kijken. Bevelshuishoudingen bestaan nog altijd en de spanning daartussen en de wereld buiten is gigantisch.

Deel 2, De reddende engel (Sarah Vos), springt dan ook naar het andere uiterste: een portret van Arjen Jonker, directeur van heropvoedingsinstituut Den Engh, wiens harde lijn zo succesvol is dat hij als goeroe overal wordt ingehaald. Het VPRO-publiek in het zaaltje wilde nog wel om ’s mans ijdelheid, mimiek en taalgebruik lachen, wat ik na kon voelen maar ook ongemakkelijk vond, want wij lachers lossen het probleem al helemaal niet op. Toen hij «live» aan het debat deelnam, was overigens van hoon geen sprake meer. Enfin, de moeite waard, maar een minder organisch geheel dan eerdere Tegenlicht-reeksen.