Op Tweede Paasdag was ik met kleindochter in het Concertgebouw voor een muzikale ontdekkingsreis, dwars door die tempel, door de tijd en over de wereld. In alle ruimtes muzikanten die, pakweg, Gabrieli op trombones speelden, muziek van rond de Bosporus of uit West-China. Met een openings- en slotconcert door Holland Symfonia in de Grote Zaal. Isa leerde ervan dat zo een orkest pijn doet aan je oren als het dat wil, en dat operazangers zelden te verstaan zijn, ook of juist als ze Nederlands zingen. Verreweg het mooist vond ze de witgepakte vrouwelijke matrozen die de publieksgroepen naar steeds andere locaties loodsten, maar je weet nooit wat er van de muziek en de geest van zo een gebouw blijft hangen.
Bij mijn eigen eerste bezoek aan het Concertgebouw, ook op de aanminnige leeftijd van zes, trad ik er meteen op: uitvoering van de gymnas tiekvereniging. En toch ben ik er vaak terug geweest, zij het zonder de viool die ik mondjesmaat leerde bespelen.
Enfin, in een documentaire van Arno Kranenborg zag ik laatst de Oejgoeren die we op die dag hadden zien optreden en die op Isa vooral indruk maakten doordat hun instrumenten gemaakt waren van buffelhoorn en slangenhuid. In Wat mijn hart zingt haalden ze een landgenoot op die nooit de zee gezien had want hun Aziatische land ligt van alle landen het verst daar vandaan. Hij toonde zich niet ontroerd maar uitgelaten en rende als een gek het koude water in, in zijn onderbroek. Gevaarlijk ver. In datzelfde kledingstuk deed hij na afloop met een vriend een prachtig dansje op het strand waarin ze zowel de man als de toegezongen jonkvrouw verbeeldden. Komisch en bloedmooi ineen.
Verder viel er weinig te lachen in dat prachtprogramma van Human waarin asielzoekers uit Somalië, Afghanistan, Tibet en Armenië hun heimwee tegelijk bestreden, de vrije loop lieten en bezongen. Een van de mooiste muziekprogrammas van de laatste tijd door een regisseur die ook al dat schitterende Lied van verdriet op zijn naam heeft. Nu is Kranenborg, samen met Eric Velthuis bijna dagelijks op Net 3 vertegenwoordigd met (het wordt vervelend) het prachtige Recordings (VPRO). Per korte aflevering gemiddeld vijf liederen uit al s Heren landen, door mensen die in Nederland wonen. Ik heb de migratie niet verzonnen, vriend is een Turks heimweelied. Wie dat en het andere fraais niet bekijkt, verspeelt het recht ooit nog over de kwaliteit van de televisie te klagen.