De vrouw in het witte jasschort die bij de school in Bovensmilde haar kind opeiste en ondanks geweerschoten bleef staan — ik was haar vergeten. Net als het «Van Agt, wij willen leven» van de gegijzelde kinderen. «Bij die beelden moet ik toch gehuild hebben», zei mijn vrouw, want ons dochtertje was even oud. Maar ook dat wisten we niet meer. De bezetting van het Indonesisch consulaat stond ons meer bij, omdat het om de hoek gebeurde en de straten waren afgezet. Maar de geblinddoekte daar op het balkon, een wapen in de nek, dat kwam weer als onaangename «verrassing». Het geheugen werkt raadselachtig: futiliteiten blijven bewaard, wezenlijke zaken zijn verdwenen of lijken dat, tot een «madeleine» terugroept wat lang verborgen lag; haarscherpe beelden blijken soms falsificaties. Kan het, vroeg ik me naar aanleiding van René Roelofs’ Dutch Approach af, dat in de Molukse materie het geheugen extra gaten vertoont omdat alles zo pijnlijk is?

Zoals nu weer blijkt uit Molukse reacties en Van Agts gekwelde optredens rond de reeks. En in bredere, historische zin: de Molukkers als bedrogen en achtergestelde minderheid in ballingschap; begrip voor derdewereld-nationalisme en geweld dat, hoe verwerpelijk ook, niet in verhouding stond tot dat van een koloniaal verleden. Ander zijds het onbehagen over de Molukse koloniale rol, hun militarisme en gezagscultuur. We waren voor Soekarno en tegen Romme en Westerling; meenden dat ex-koloniën slechts overlevingskans hadden als eenheidsstaten en zagen in het rms-ideaal een fossiel. Manusama sprak louter tot de verbeelding van christelijk rechts. Roelofs’ documentaire is een pijnlijk document, knap gemaakt in beproefde mozaïekstijl, dat aanzet tot zelfdenkzaamheid. Over de gebeurtenissen en over de documentaire zelf. Is die te eenzijdig?

Dit schrijvend heb ik de doden bij De Punt nog niet zien vallen, maar tot nu droeg Roelofs’ niet-oordelende benadering niet bij tot rechtvaar diging voor de kapingen. Gegijzelden gaan zich identificeren met gijzelnemers, zo blijkt weer verbazingwekkend duidelijk. Je kunt je wel afvragen of er geen gegijzelden te vinden zijn die meer lijden onder het gebeurde dan hier optredenden. Maar de politieman die niet om de dode machinist heen mocht lopen en letterlijk over hem heen moest — stuitende wreedheid — dat verhoudt zich toch slecht tot de koosnaam «de jongens». Die in de school schattig waren voor de kinderen maar tegenover de leerkrachten wel dreigden met een handgranaat in het lokaal waar die zich bevonden. Verdomde pijnlijk.