Volgens Philip Roth is de lezer een uitstervende soort, verdrongen door de kijker. Kan zijn, al verschenen nooit eerder zo veel boeken. Vooralsnog behoor ik tot een groep die door het scherm tot lezen wordt geïnspireerd. Zo kreeg ik Patrimonium ten geschenke na het mooie gesprek van Michaël Zeeman met diezelfde Roth. Zeeman met boeken doet ons met regelmaat de winkel opzoeken, net als weleer Van Dis dat deed. En Bassani’s verzameld werk was al aangeschaft, maar komt door Hans Kellers documentaire gauw aan de beurt. Daarmee is Roth niet weerlegd.
Zo zijn we thuis dankzij het mirakel van de video nog steeds doende met Van de schoonheid en de troost en zagen we recent Tatjana Tolstaja. Een malle ervaring die leerde dat de mens verscheidene levens heeft, dat de geest zich bij de dood terugtrekt in een soort tennisbal en dat wat van rechts komt goed, van links daarentegen sinister is. Maar Kayzer zei dat ze schitterende boeken schrijft, en hoewel ik zijn gespreksvoering ergerlijk vind, neemt dat niet weg dat hij vaak hetzelfde indrukwekkend vindt als ik. Dus loop ik naar de kast met ongelezen boeken (vroeger ging elk nieuw exemplaar naar zijn plek in het alfabet, maar dat betekende te vaak «begrafenis» omdat je het in de massa vergeet) en ontdek dat ik De verhalen van haar bezit. Dat komt dus dezer dagen aan bod, maar in de tijd dat ik naar Tolstaja keek had ik twee van haar verhalen kunnen lezen. Boek en scherm concurreren met elkaar om tijd (zoals ook werk en sociale contacten dat doen), maar aan een waardenhiërarchie wil ik niet: kiest een kind voor de prachtige tv-reeks De Daltons en tegen Paul van Loon, dan lijkt me daar weinig mee mis. Al is vaak het Dalton-kind óók een lezertje.
En al houd ik net iets meer van kijken naar lezende dan naar kijkende kinderen. (Het moet hier ‘s een keer gaan over de enige tv-revolutie, de bundeling van kinderprogramma’s op Nederland 3. Lijkt me vooruitgang, al was het maar vanwege het beoogde kijkdichtheidseffect als bij Vlaanderens Ketnet. Maar toen ik een keer «inlogde», zaten kek geklede en positief kijkende presentatoren kinderen te ondervragen over de reële verschijning van Here Jezus in hun nieuwbouwkamertjes. Wonderbaar, dat wel.)
Rest me te zeggen dat ik VPRO-gids-columnist Alex Mol altijd al een van de groten in het genre vond, maar dat diens stukjes sinds zijn narrow escape aan de dood tot de indrukwekkendste behoren die ik ken.