1. Frits Barend refereerde bij Van Dis aan iets wat ik hier schreef. Prompt zoveel reacties gekregen dat het leek of ík Zomergast was geweest. Bedankt Frits. Maar, vroeg ik aan wie me aansprak: wat had ik dan volgens hem beweerd? Dat had niemand begrepen. Het dondert dus niet wat ze van je zeggen (of parafraseren), als ze het maar doen. Ik denk te begrijpen wat hij bedoelde. Vroeger wisten we precies wat Goed en Fout was.

Nu weet hij niet meer zo zeker of Peking vanwege de mensenrechten de Spelen niet had mogen krijgen. Hij zag in mij een medestander vanwege een stukje over Franse woede na het passeren van Parijs. Maar mij ging het om het opportunisme van Antenne 2, dat na de nederlaag pas kwam melden dat het Olympisch Comité niet deugt. Was het Parijs geworden, dan had «de corrupte Franco-adept» Samaranch een kusje van ze gehad.

Wat betreft de Spelen: Barend zal met 51 tegen 49 van zijn innerlijke stemmen voor Peking kiezen; ik met dezelfde stemverhouding tegen. En allebei kijken we als ze worden uitgezonden, want we schipperen van wieg tot graf, zijn soms onverwacht flink, soms laf en vaak inconsequent.

  1. Van ‘t Hek ligt, vanaf die verrukkelijke Albanezen, op band te wachten; van Mensje van Keulen zag ik alleen het behoorlijk indrukwekkende eerste uur, al blijft horror me vreemd. Sylvia Tóth was afzien: haar keuze had ook die van kunstenaar of intellectueel kunnen zijn, schreef een recensent. Wellicht, maar zijzelf grossierde in gemeenplaatsen en gladstrijkerijen. Woorden, lachjes, houding — een vaas plastic bloemen waar zelfs Van Dis geen geur vanaf kreeg. Nooit schrijf ik over outfits, maar zij vroeg er letterlijk om. Ik hoorde dat ze bevriend is met Astrid Joosten. Die laat zich fout aankleden door Sheila de Vries. Zou dat een verklaring zijn? De Barend & Van Dorp-uitzending was mooi, mede door Van Dis in grote vorm. Zomergasten moet blijven.

  2. Wie dit woensdag leest, kijke naar de seizoensopening van Het uur van de wolf. Film van Netty van Hoorn over Willem Breuker. Beelden van een Amerikaanse tournee; gesprekken met de weerbarstige meester zelf («de eerste ingeving is altijd de beste; als je gaat schaven ga je het kloppend maken en daar bén ik niet voor»); commentaren van collegae en deskundigen, en prachtig archiefmateriaal. Van Hoorn is naar de geest «verre familie» van Breuker: maakte sociale documentaires maar ook een portret van saxofoniste Annie van ’t Zelfde. De Breukerfilm is een fraai muziek- en cultuurhistorisch document.