Voorbij, godlof. Een week tevoren al beweerde Henny Stoel dat de Oranjekoorts naar ongekende hoogten steeg. Verzuimend te melden dat de televisie zelf het virus was: je kon hem niet aanzetten of het ging erover — van plat tot high brow, van zalvend tot kritisch. Maar hoe scherpzinnig en wars van lakeiendom sommige producties ook waren (Zembla, Wij Oranje), ze gingen in een mixer die alles tot oranje brij draaide. Dat een respectabel programma als Andere tijden de honeymoon van Juliana en Bernhard nareist om met primeurs te komen als verwisselde skischoenen van hotelgasten en een tik voor Juliana’s kont door een dansende dorpeling — tja… Elk Acht-uur-Journaal was er minstens een kwartier mee bezig; kennelijk hield ook de rest van de wereld de adem in en produceerde geen nieuws meer. Terwijl ik er in het echte leven toch geen mens over hoorde.

Kom ik op donderdag op mijn school, staat er een oproep aan studenten op de monitoren om een gratis kaartje voor het Arena-feest op te halen. Hoezo, koorts? Ach, ik ben republikein maar ken belangrijker zaken om voor te sterven en gun ieder zijn pretje. Maar de verdraagzaamheid verdween door dat verdomde interview. Voor het grootste deel betrof het privé-zaken waarop het enige antwoord moet luiden: «Daar heeft u niets mee van doen.» En in het kleine stuk dat er toe deed, leverde het aanbiddelijke stel een wanprestatie. Ga daar dan niet zitten als «Papa, vertel eens even», «Baud: een mening», en «Drie verdwenenen kwamen terug» alles is wat je te bieden hebt. Op vragen waarvan je nota bene weet dat ze gaan komen.

Domheid die grenst aan slechtheid. Zo nam weerzin toe.

Zaterdagochtend dacht ik op Radio 4 veilig te zijn, maar al om negen uur had ik daar drie bruiloftsmuzieken met begeleidend gezwatel voor de kiezen. Op mijn vaste vroege boodschappentijd waren de anders lege winkels stampvol volk dat vóór de Beurs alles in huis wilde hebben. Ergernis over het wachten deed in mijn brein winkelende buurtgenoten tot Videla-adepten uitgroeien. Toen wist ik dat niet alleen de wereld maar ook ikzelf krankzinnig geworden was.

In herhaling jawoord en zoen gezien. Mooie jurk, zeker. Mooie tango ook. De tranen precies op het moment waarop kunst tot kitsch werd door het effect van zang.

Overigens kreeg Henny, zij het later, gelijk met haar koorts. Zo hoog dat monarchistisch ijlen zich zelfs meester maakt van kritische geesten. Nu op jacht naar de jongelui op huwelijksreis.