In een wereld waarin ook wijzelf een product zijn geworden, is het misschien logisch dat er tegenwoordig zoveel tv-series over escorts worden gemaakt. Via prostitutie kun je in theorie immers interessante vragen aankaarten: is inderdaad alles te koop; bestaat er een verschil tussen lichaam en geest; waar liggen de grenzen van keuzevrijheid; waarom rust er nog steeds zo’n taboe op sekswerk, ook al wordt de suggestie van seks voortdurend gebruikt om dingen mee te verkopen, van auto’s tot wc-papier tot Kim Kardashian?

In de praktijk komen deze vragen natuurlijk nooit aan bod. Wat we in series vooral te zien krijgen zijn beschadigde vrouwen en veel functioneel naakt.

In Nederland alleen al groeit het rijtje gestaag. Dagboek van een call girl, Meisje van plezier, binnenkort de door Halina Reijn en Carice van Houten ontwikkelde serie Red Light en dan was afgelopen weekend ook nog eens de eerste aflevering van Keizersvrouwen op tv.

Keizersvrouwen is losjes gebaseerd op het leven van een ex-escort, laten we haar Inge noemen, die nu een bureau leidt in Amsterdam. Dat weet ik omdat ik aan de serie heb meegeschreven. Vier jaar geleden maakte ik deel uit van de zogenaamde writersroom. Samen met drie mannen en twee andere vrouwen zouden we een serie ontwikkelen die eindelijk moest laten zien hoe het er echt aan toegaat in de escortwereld. Een serie dus ook over vrouwen van vlees en bloed. Niet weer dat naïeve meisje dat moet huilen bij haar eerste afspraak, of de geëvolueerde vorm daarvan, de geknakte bloem die emotioneel volledig afgestompt is, meer robot dan mens.

Want dat waren niet de vrouwen die ik had leren kennen in al die jaren dat ik als telefoniste bij een escortbureau werkte. De vrouwen die ik kende waren studenten die vier talen spraken, academici die aan het promoveren waren, zakenvrouwen die een topbaan hadden in het bedrijfsleven. Ik wilde een serie over hen schrijven. Over die populaire escort bijvoorbeeld die privé altijd designkleding droeg maar naar haar afspraken ging in een H&M-jurkje van twintig euro omdat ze zeker wist dat alle mannen eigenlijk een gewoon meisje willen, the girl next door, dat ze kunnen redden. De enige keer dat een afspraak bij haar de mist in liep, was omdat ze in een discussie belandde over het Israëlisch-Palestijnse conflict.

‘Zeg nou eerlijk Inge, dit is toch niet hoe het gaat?’

Ik wilde schrijven over de achttienjarige jongen die zevenhonderd euro betaalde om op zaterdagavond hand in hand een romantische komedie te kijken, de klant die altijd een diaserie van zijn laatste vakantie liet zien, de klant die in de duurste hotels sliep maar zijn gezelschap slechts een flesje water aanbood dat hij zelf had meegenomen en dat meestal ook al was aangebroken, de slapeloze nachten die escorts vaak hadden omdat hun klant zo hard snurkte. Ik wilde schrijven over het dubbelleven dat deze vrouwen leiden, de vriendschappen die er ontstaan, de loyaliteit die er heerst. Dat is de realiteit, zei ik tegen de bedenker van de serie, of ‘showrunner’, zoals hij zichzelf noemde. Maar dat bleek toch niet de realiteit die de showrunner voor ogen had.

Inge had hem hele andere verhalen verteld, zei hij. Volgens Inge hadden de dames van haar bureau geen snurkende klanten en kregen ze nooit water maar alleen champagne aangeboden. Inge’s wereld was er een van glitter en glamour waarin de mooiste vrouwen de rijkste mannen bedienen.

Al snel begon de showrunner genoeg te krijgen van mijn tegenwerpingen, mijn eeuwige gehamer op realisme, en hetzelfde gold voor de tegenwerpingen van de twee andere vrouwen in de groep. Ons betoog over the male gaze hoorde hij nog welwillend aan, maar een female gaze bleek hij niet te kunnen verdragen. Hij kreeg last van woedeaanvallen, schold ons uit, stuurde ons schreeuwend de kamer uit. Zijn rechterhand probeerde de boel nog te sussen door deze uitbarstingen ‘passie’ te noemen. Uiteindelijk werden we alle drie op staande voet ontslagen.

En nu is de serie dus op tv. Een serie over vrouwen en seks, bedacht, geschreven, geregisseerd en geproduceerd door mannen. Ik zag de eerste twee afleveringen op het Nederlands Filmfestival in Utrecht. Wat ik zag was werk zonder werk (in de serie lijkt het escortbureau zichzelf te runnen), seks zonder seks en lichamen zonder lichaam, of bezitster ervan. Plus een crimineel die hetzelfde mutsje draagt als het lego-poppetje van mijn vierjarige zoontje.

Na afloop ontmoette ik Inge. Tijdens het schrijfproces was ik altijd van haar weggehouden, als zij langs kwam moest ik weg. Maar nu, aan de bar, vroeg ik haar: zeg nou eerlijk, dit is toch niet hoe het gaat? Ze haalde lachend haar schouders op en zei: nee, inderdaad.

De showrunner dacht dat hij een serie wilde maken over de realiteit, maar wat hij eigenlijk zocht was een bevestiging van zijn fantasieën en vooroordelen. Hij wilde een serie maken die op andere series lijkt. Hij is er met open ogen ingetuind, want wat hij niet begreep is dat dit is wat een escort doet: ze vertelt haar klant wat hij wil horen. Inge had hem een droom verkocht. Precies zoals al die series over escorts hun publiek een droom verkopen. Want wie is er nu werkelijk geïnteresseerd in de realiteit?