De democratische rechtsstaat kent veel formele regels en rechten, maar floreert, uiteindelijk, als juist bepaalde zachte normen niet overschreden worden. Politieke en juridische procedures zijn belangrijk, van cruciaal belang zelfs, maar de kern – of zouden we het de ziel moeten noemen? – van de democratische rechtsstaat bevindt zich elders. Het gaat hierbij om beginselen als menselijke waardigheid. Om een ethisch samenspel tussen vanzelfsprekendheid en waakzaamheid. Om een morele basis.

Het publieke gesprek over ‘de asieldeal’ als oplossing voor ‘Ter Apel’ mag daarom niet te snel verstommen. Onderdeel van deze deal is het vertragen, met dik een jaar, van gezinshereniging van vluchtelingen. Het EU-recht staat dit eigenlijk niet toe. Het kabinet haalt dan ook een trucje uit, legde universitair docent Mark Klaassen uit in de Volkskrant: strikt juridisch morrelt het niet aan gezinshereniging, maar verlengt het beslistermijnen en smeert het bureaucratie uit.

Het zal lastig zijn voor vluchtelingen – die vaak al lang moeten wachten op hereniging met hun familie – om effectief naar de rechter te stappen vanwege deze vertragende maatregelen. Een belanghebbende kan alleen opkomen tegen besluiten van de overheid die zijn genomen… en die besluiten worden nu juist vertraagd. Bovendien duren rechtszaken lang, zeker met de huidige achterstanden ontstaan door de coronacrisis. Voordat je bij de hoogste rechter bent, ben je zo jaren verder. Daarnaast zullen de maatregelen in 2024 worden opgeschort: er zal dus nét geen tijd zijn vertragingen te beëindigen met juridische procedures, moet het kabinet cynisch uitgerekend hebben.

Dit neemt niet weg dat maatregelen die gezinshereniging intentioneel traineren tegen rechtsregels ingaan. En wel rechtsregels die gestoeld zijn op het mensenrecht dat gezinnen bij elkaar moeten zijn. Kinderombudsman Margrite Kalverboer agendeerde dan ook dat de asieldeal ‘op geen enkele manier’ rechtdoet aan het Kinderrechtenverdrag. Het is juridisch een snood plannetje maar het gaat in tegen de geest van de rechtsstaat.

De maatregelen volgen op een zelfgecreëerde crisis

En dit is niet eens het hele verhaal. De maatregelen staan niet op zichzelf, ze zijn een reactie op een onnodige en zelfgecreëerde opvangcrisis, met al het leed van dien. Onhygiënische omstandigheden die noopten tot directe evacuatie, honderden mensen die buiten moesten slapen, kinderen op stoelen in plaats van in bedden, een baby van drie maanden die stierf in een sporthal.

Even een stapje opzij: het licht van de zon dat wij op aarde zien is acht minuten oud. Door de afstand tussen zon en aarde duurt het even voordat zonlicht de aarde bereikt. Licht van sterren die wij zien is al jaren onderweg. Wie naar de hemel kijkt, kijkt dus in het verleden. Op een bepaalde manier werkt het ook zo met de politiek. De realiteit die we nu zien is het product van afgelopen decennia, als een echo die nauwelijks aan kracht inboet. Kijkend naar een kabinet dat een Nederlands historisch dieptepunt als Ter Apel dúrft aan te grijpen als gelegenheid om gezinshereniging te ondermijnen, moeten we ons daarom de vraag stellen: hoe kunnen we de vergevorderde normerosie ooit nog herstellen?

In wetenschappelijke artikelen en krantencolumns is vaak gewaarschuwd voor de ‘normalisering’ van radicaal-rechts gedachtegoed. Ik zou zelf zeggen dat dit gedachtegoed inmiddels al volledig normaal is. In 2015 stelde premier Rutte op de voorpagina van de Financial Times dat Europa ‘net als het Romeinse Rijk’ zou instorten als het de buitengrenzen niet beschermde tegen migratie uit het Midden-Oosten en Centraal-Azië. En in 2017 beweerde toenmalig cda-leider Sybrand Buma in zijn HJ Schoo-lezing dat immigratie uit Afrika ‘het evenwicht in Europa verstoort’. Slechts twee voorbeelden, uit vele, maar wie herinnert zich deze specifieke uitspraken nog? Ze zijn onderdeel van een ruis, een kakafonie, een complete geschiedenis van soortgelijke teksten in de Nederlandse politiek.

Mensenrechten hooghouden, xenofobie (de mens zo eigen) niet voeden, geen zondebokpolitiek voeren, bureaucratische kunstgrepen die kinderen treffen niet eens overwegen, enzovoorts. Afzonderlijke schendingen van zulke zachte normen zetten de democratische rechtsstaat niet direct op het spel – dat is en klinkt al gauw overdreven. Het betreft slechts één lelijke uitspraak in verkiezingstijd, slechts één schaamteloze rotmaatregel. Maar de kwetsbaarheid van de democratische rechtsstaat is dat na zulke schendingen – zeker als ze ongecorrigeerd blijven, bijvoorbeeld door het uitblijven van electoraal verlies – er direct een nieuwe politieke en juridische orde ontstaat waarin die zachte norm iets minder geldt. Voor je het weet volgt er nog een uitspraak, nog een maatregel.

Zo wordt de democratische rechtsstaat niet afgeschaft, maar stapsgewijs wel verbouwd. Een koerswijziging is nodig. Nieuw licht op onze toekomstige politiek. Een goede eerste stap zou zijn dat het kabinet de brandbrief over Ter Apel van Dunja Mijatović, mensenrechtencommissaris van de Raad van Europa, ter harte neemt. Zij schreef: ‘I (…) call on the Netherlands, domestically and in Europe more widely, to be an advocate for a fair and human rights compliant system for asylum and protection and to reject approaches primarily focused on deterrence.’