«Ken uw klant» is een gevleugeld gezegde in de Nederlandse bankwereld. Toezichthouder de Nederlandsche Bank wil graag weten met wie de financiële instituten in ons land zaken doen. Vandaar dat je een paspoort of rijbewijs moet meenemen als je een rekening wilt openen bij de bank op de hoek. Je zou immers een crimineel kunnen zijn. Voor zakelijke rekeningen gelden nog strengere regels, tot voor kort konden prostituees daarom geen rekening openen bij bepaalde banken, ondanks de afschaffing van het bordeelverbod in 2000.

Maar zodra je de grens oversteekt, zijn «onze» banken ineens een stuk minder nieuwsgierig. Wie bij een Nederlandse bank in Luxemburg een rekening wil openen, wordt blijkens een reportage in het blad Quote Personal Finance uit 2000 tussen neus en lippen door even gevraagd of het (zwarte) geld toch niet afkomstig is van drugshandel «of iets dergelijks». Een ontkennend antwoord is genoeg om een innige zakelijke relatie aan te gaan met de klant. Nog verder van Nederland verdwijnt de nieuwsgierigheid zelfs helemaal; een klant is een klant in het competitieve wereldje van de internationale bankier. Behalve nagaan of een poten tiële klant op een internationale zwarte lijst staat, zijn er voor banken ook weinig controlemogelijkheden.

Osama bin Laden heeft dankbaar gebruik gemaakt van dat gegeven om zijn terreurcampagne te financieren. De afgelopen tien jaar heeft hij zich als respectabel zakenman voorgedaan. Via verschillende bedrijven handelde hij over de hele wereld. Hij liet zijn volgelingen in de verste uithoeken van de wereld bedrijven beginnen en rekeningen openen bij banken. Bijna onzichtbaar vloeide zijn geld zo over grenzen, ook via Nederlandse banken. Niemand vermoedde dat het ging om de financiering van terreurdaden.

Begin jaren negentig start Bin Laden zijn zakelijke imperium. Hij zet in Soedan zijn hoofdkwartier op. Het land — sinds dertig jaar verwikkeld in een bloedige burgeroorlog — is een ideale plek voor de terrorist. Met de islamitische heersers in Khartoem gooit hij het op een akkoordje: hij levert wapens en strijders en zij leggen hem geen strobreed in de weg. Zo krijgt hij alle gelegenheid om bedrijven te beginnen. Hij koopt een kantoor, inclusief representatieve lobby en een glimlachende receptioniste. Op het vliegveld staat zijn Amerikaanse privé-jet, waarmee hij zichzelf en zijn Stinger-raketten vervoert.

Bin Laden begint een ketting te rijgen van zakelijke belangen. Hij sticht onder meer een import-exportfirma, een landbouw bedrijf, een aannemerij, een inves terings maatschappij en verschillende banken. Hoe groot zijn belangen zijn, blijkt wel uit de uitspraak van Bin Laden, gedaan tegenover een Jemenitische journalist, dat hij 150 miljoen dollar heeft verloren toen hij omstreeks 1996 werd gedwongen Soedan te verlaten.

Zijn belangrijkste vehikel is de Al-Shamal Islamic Bank, die hij volgens het Amerikaanse State Department begint met vijftig miljoen dollar familiekapitaal. Deze bank wordt de financiële basis van waaruit Bin Laden met geld zijn krijgers rond de aarde aanstuurt. Maar daarvoor zijn wel zogenaamde correspondenten nodig, buitenlandse partnerbanken waarbij Al-Shamal een rekening aanhoudt voor het internationaal overboeken van geld.

Het lijkt bijna onvermijdelijk dat de terroristenbank vroeger of later ook de zeer internationaal georiënteerde Nederlandse banken vraagt om correspondent te worden. En inderdaad. Volgens de website van de bank bestaat er een correspondentschap tussen Al-Shamal en de vestiging van de ING in Jakarta. Volgens de ING Groep is er echter geen sprake van een echte correspondent relatie tussen de beide banken. Het zou slechts gaan om een eenmalige transactie, lang geleden.

«Correspondent is geen beschermde titel», vertelt voorlichter Ward Snijders. «Je ziet wel vaker dat kleine banken grote banken vermelden als correspondenten om betrouwbaar over te komen. We zullen die bank binnenkort een briefje sturen dat ze ons van hun site afhalen.» Of ING zaken doet of heeft gedaan met andere aan Bin Laden gelieerde bedrijven of instellingen kan hij niet zeggen, in het belang van het onderzoek dat de Nederlandsche Bank is begonnen naar terroristengeld in Nederland.

Een ander verhaal is ABN Amro. Nederlands grootste bank heeft via veertig-procentdochter Saudi Hollandi Bank wel degelijk zaken gedaan met Al-Shamal, zo viel afgelopen weekend te lezen in Het Financieele Dagblad. ABN Amro kon alleen niet weten dat het hier ging om de onderneming van een internationale terrorist, zo zegt de bank terecht. Want al wisten de Amerikanen — blijkens een rapport uit 1996 van het State Department — allang dat Bin Laden bij Al-Shamal aan de touwtjes trok, ze verzuimden dat om welke reden dan ook aan de bankwereld mee te delen.

Osama zocht het in elk geval wel dicht bij huis. Zijn vader is een zeer grote klant van diezelfde Saudi Hollandi Bank. Diens Saudi Binladin Group, een van de grootste aannemerijen in het Arabische koninkrijk, doet al zeventig jaar zaken met de ABN Amro-dochter. De familie van Bin Laden heeft overigens afstand genomen van de activiteiten van haar zoon, en het bedrijf van vader staat op geen van de lijsten met verdachte bedrijven die door verschillende overheden zijn uitgegeven. In een persbericht laat ABN Amro-CFO Tom de Swaan weten dat er daarom «geen reden is om aan te nemen dat de rekening gebruikt is voor verkeerde doeleinden».

Bij andere rekeningen is dat niet zo zeker. ABN Amro is samen met Fortis Bank ook correspondent van het Kuwait Finance House. Deze financiële instelling staat op een door de Luxemburgse bankautoriteiten vrijgegeven lijst van banken die (gedeeltelijk) eigendom zijn van Al-Shamal. De andere drie zijn de Dubai Islamic Bank (van waaruit vlak voor de aanslag geld werd overgemaakt naar de kapers in Amerika), Faisal Islamic Bank en de Bahrain International Bank. Het is onbekend of beide Nederlandse banken ook via deze instellingen geld hebben overgemaakt. ABN Amro zegt niets te weten over het Kuwait Finance House.

Maar daar houdt de betrokkenheid van ABN Amro niet op. Nog pijnlijker is de rol die de bank zou spelen bij een geplande aanslag in India. Volgens het dagblad India Today van 2 juli gebruikt Bin Laden een vestiging van de bank om geld naar Indiase volgelingen te sturen. Shamim Sarwar, een soefi uit Patna, moet van Bin Laden op 15 augustus de Amerikaanse ambassade in New Delhi opblazen. Om financiering voor dit plan te ontvangen zou Sarwar een rekening hebben geopend bij de vestiging van ABN Amro in Calcutta. De aanslag werd op het laatste moment afgebroken. Wat met de rekening is gebeurd, is onzeker; ABN Amro wil niet ingaan op lopende onderzoeken.

Heeft Bin Laden nog meer contacten gehad met Nederlandse banken? Wie zal het zeggen. Zeker is dat alle Nederlandse financiële instellingen en de Nederlandsche Bank druk bezig zijn met zelfonderzoek. Zelfs onschuldig lijkende transacties kunnen immers geheime geldstromen van terroristen zijn. Het probleem is alleen dat ze zoeken naar de spreekwoordelijke naald in een hooiberg. Moderne internationale banken zien dagelijks miljarden door hun rekeningen vloeien. Wie niet te grote bedragen in één keer overmaakt, kan binnen een week of twee een paar miljard van het ene land naar het andere transporteren zonder dat iemand daar erg in heeft.

Een ander groot probleem is dat de zwarte lijsten van bedrijven en banken die nu circuleren bij FBI, Europol en de verschillende bancaire autoriteiten per definitie onvolledig zijn. Waarschijnlijk kunnen we nooit achterhalen hoeveel bedrijven Bin Laden heeft gesticht. Volgens Agence France Presse zijn het er op het eiland Cyprus alleen al tientallen. Elk bedrijf niet meer dan een postbus en een rekeningnummer, maar genoeg om een geldstroom zo lang heen en weer te pingpongen dat uiteindelijk niemand meer de oorsprong kan achterhalen. Banken — ook Nederlandse — kunnen dus elk moment weer worden misbruikt door de volgende Bin Laden.

Er zijn maar weinig manieren te bedenken om zoiets tegen te gaan. ABN Amro wil in de toekomst in elk geval nauwer gaan samenwerken met andere banken. Op die manier zouden terroristen sneller ontdekt kunnen worden. Wellicht is het tevens een goed idee als Nederlandse banken (en hun dochterondernemingen) hoe dan ook geen zaken meer doen met banken in de zogenaamde «schurkenstaten». Soedan stond begin jaren negentig al op die lijst van landen die terrorisme steunen of terroristen herbergen. Banken en bedrijven uit die landen kunnen immers niet garanderen dat ze geen geld beheren van terroristen of ander gespuis. De jacht op meer guldens moet daar maar eens plaatsmaken voor terughoudendheid.