Kort na de aanslagen van 11/9 stelden culturele commentatoren dat traditionele Amerikaanse fantasiehelden plaats zouden moeten maken voor realistischer helden, zoals de dappere brandweermannen die op Ground Zero hadden gevochten tegen de krachten der wanorde. Dat gebeurde ook: de grote comic-uitgevers kwamen met titels waarin niet gemuteerde wezens, maar gewone mensen in uniform wonderlijke daden verrichtten. De dagen van de superhelden leken geteld.

Het is daarom verrassend dat het land juist nu in de ban is van een van zijn oudste superhelden, Superman. Terwijl de crisis in Irak onverminderd voortduurt, zit Hollywood met een prangende vraag: wie is de nieuwe Superman? De speurtocht naar een opvolger voor de aan een rolstoel gekluisterde acteur Christopher Reeve toont aan dat de Man van Staal weer terug is in het centrum van het culturele bewustzijn. Dat blijkt tevens uit Kill Bill 2 waarin Quentin Tarantino het hoofdpersonage een magistrale monoloog laat houden waarin hij mijmert over de existentiële problematiek van Superman.

Het mooiste voorbeeld van de terugkeer van Superman wordt gegeven in een aantal door het creditcardbedrijf American Express gesponsorde internetsitcoms. Daarin verschijnt Superman zij aan zij met komediant Jerry Seinfeld. Niet vreemd, want in zijn eigen sitcom refereert Seinfeld in bijna iedere aflevering aan Superman. Zijn vriendin Elaine heet naar die van Superman, «Lois Lane», en het appartement van een ander vriendinnetje is een «fortress of solitude», de naam van het ijskasteel in het Supermanverhaal dat voor de held een toevluchtsoord in moeilijke tijden is.

Centraal in Seinfelds obsessie met Superman staat de wijze waarop hij de held bejegent, met een mengeling van volwassen ironie en kinderlijke onschuld. Deze houding vormt de basis voor de serie internet sitcoms, in het Engels «webisodes» geheten, die Seinfeld samen met de filmregisseur Barry Levinson maakt. Hierin verschijnt de echte Seinfeld in de echte wereld samen met de getekende Superman. Grappig is dat Superman de stem van Puddy heeft, de klungelende macho en minnaar van Elaine in Seinfeld. In de eerste internetaflevering, getiteld The Uniform Used to Mean Something, blijkt dat Superman een «gewone» vriend van Jerry is, net als George, Kramer of Elaine. Terwijl de superheld met Jerry in een restaurant zit, zijn de gespreksonderwerpen even laagbijdegronds als die tussen George en Jerry. Hilarisch is dat Superman, net als George, zeurt over «kwesties» als de hoeveelheid mayonaise op zijn boterham met tonijn. En ook de interesses van Jerry zijn ronduit banaal: wie bedacht de naam Superman nu eigenlijk? Hoe komt hij toch aan dat pak en hoe zit het met het laten stomen ervan? En heeft hij niet vreselijk last van insecten in het gezicht tijdens al dat razendsnel rondvliegen?

Door de wijze waarop Jerry zijn held bejegent, doet deze Superman meer denken aan het vooroorlogse origineel dan aan de nieuwe, hippe Superman van de comics die de multiplexen van de wereld zal betreden zodra Hollywood een geschikte acteur heeft gevonden. Zo verraadt de Superman van Jerry Seinfeld en Barry Levinson een hunkering naar het verleden, naar de tijd waarin Superman nog echt met zijn benen wijd uit elkaar stond, borst breed en naar voren en met zijn vuisten tegen de zijkanten van zijn middel aan geduwd. Het is een Superman die voor 11/9 nog bestond, maar die na de aanslagen op de Twin Towers nooit meer zal terugkeren. Daarvoor is hij te onschuldig en personifieert hij te nadrukkelijk het sprookje van de macht van Amerika. Hij bestaat nog slechts in de herinnering, in cyberspace, de nieuwste locatie van de bizarre wereld van Seinfeld.