Staatssecretaris Cohen heeft het Rekenkamer-rapport goed gelezen, zo blijkt uit de vorige week verschenen nieuwe Terugkeernotitie. Hij geeft het op: terugkeer is vanaf nu geheel de eigen verantwoordelijkheid van de vreemdeling. Wie afgewezen wordt als asielzoeker krijgt vier weken de tijd om zijn koffers te pakken en een reisdocument voor het land van herkomst te regelen, daarna wordt hij uit de opvang gezet. Wie vervolgens nog illegaal in Nederland wordt aangetroffen kan ‘ongewenst’ worden verklaard, wat betekent dat hij zes maanden kan worden opgesloten. Die dreiging moet vreemdelingen aanzetten zelf de biezen te pakken. Als uitzetten niet lukt, dan maar afschrikken en opjagen, zo redeneert Cohen. En waarom ook niet? Een asielbeleid dat zichzelf serieus neemt moet de afgewezen vreemdeling het land uit krijgen - als het niet goedschiks kan, dan maar kwaadschiks. Ja zeker, maar dan moet de asielprocedure goed zijn en dat is ze niet. Cohen constateert in zijn eigen Terugkeernotitie dat van de vijfduizend afgewezen asielzoekers die nu in de opvang zitten er maar duizend werkelijk terug kunnen. De overige vierduizend, afkomstig uit landen als China, Irak, Iran, Liberia, Soedan en Somalië, kunnen dat niet. Om uiteenlopende redenen als burgeroorlog, weigering medewerking van het herkomstland of simpelweg het ontbreken van een ambassade om een reisdocument te verkrijgen. Deze mensen staan straks allemaal op straat, overgeleverd aan particuliere hulp of de wetten van de illegaliteit. Het is hun eigen verantwoordelijkheid, zegt Cohen nu, en komt daarmee de VVD geheel tegemoet. De PvdA is gepaaid met een soepele regeling voor een groep langdurig in onzekerheid verblijvende Iraniërs. Het is onbegrijpelijk dat de PvdA zich hiermee heeft laten afschepen.