Op 30 april 2005 – precies een maand voor het referendum over de Europese grondwet – pakte Het Parool op de voorpagina groot uit met een interview met Henk Brouwer, directielid van DNB, dat die dag verderop in de krant stond afgedrukt. ‘De Nederlandsche Bank hield kaken op elkaar: gulden te goedkoop de euro in’, luidde de brisante kop.
De strekking was dat DNB de waarde van de gulden ten opzichte van de D-mark ter stimulering van de exportsector al jaren kunstmatig laag had gehouden. Dat had Nederlandse burgers bij het vaststellen van de omwisselkoers in euro’s vergeleken met andere eurolanden pakweg tien procent koopkracht gekost: het verschil tussen twee gulden per euro en 2,20371 gulden per euro.
Twee dagen later was het een rel. Er waren Kamervragen, felle ontkenningen van Wellink en Zalm, een stortvloed van interviews in de media. En een mea culpa van een bedrukte Brouwer die bij hoog en bij laag beweerde dat hij het zo niet had bedoeld, dat hij verkeerd was geciteerd, dat hij enkel het interview had geratificeerd en niet de ‘teaser’ op de voorpagina.
Het mocht niet baten. Brouwers ‘verspreking’ herinnerde een meerderheid van kiezers aan de sterke prijsstijgingen, de lastenverzwaringen, het welvaartsverlies, de teleurgestelde verwachtingen en de politieke onrust waarmee de eerste jaren van de euro gepaard waren gegaan.
Met Frankrijk werd Nederland een van de zes oprichters van de oorspronkelijke Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal waar de Europese grondwet door een forse meerderheid naar de prullenbak werd verwezen. Twee op de drie zeiden nee. En dat nee was in belangrijke mate een nee tegen de euro. Of zoals NRC Handelsblad op 19 mei, twee weken ervoor, kopte: ‘De burger gaat alsnog stemmen over de euro: bij referendum speelt “euro-kwestie” hoofdrol’.
‘Flash forward’ naar de vroege zomer van 2014. Weer is de politieke situatie gespannen. Een mondiale financiële crisis heeft de structurele ontwerpfouten van de euro blootgelegd en de monetaire unie in een existentiële crisis gedompeld. Het politieke establishment heeft die alleen kunnen afwenden door burgers, welvaart en democratie te offeren.
Aan de vooravond van de Europese parlementsverkiezingen is het politieke landschap daardoor uiteengevallen in twee kampen die elkaar over en weer voor rotte vis uitmaken. Eurofielen betichten sceptici van lafheid, populisme, het bedrijven van illusiepolitiek tot aan regelrechte leugenachtigheid. Omgekeerd slaan sceptici eurofielen om de oren met stalinisme, dictatuur, #eussr, het ‘vijfde rijk’, horigheid aan corpocratië en meer van dat soort fraais.
In dit maatschappelijke klimaat brengt De Telegraaf, de grootste krant van Nederland, op zaterdag 17 mei, vijf dagen voor de Europese parlementsverkiezingen, op haar voorpagina het nieuws dat volgens Coen Teulings, voormalig directeur van het CPB, de voordelen van de euro stelselmatig zijn overdreven: ‘De euro heeft ons amper economische voordelen gebracht’, luidt de eerste zin. De berekening dat het ons een weeksalaris per jaar heeft opgeleverd ‘moet je met een korrel zout nemen’, aldus Teulings, die zelfs erkende dat de schatting naar boven is afgerond.
Er ging al langer het gerucht dat er iets mis was met de claim van het CPB dat de euro ons een weeksalaris aan extra welvaart had opgeleverd. Twee maanden geleden fluisterde het SP-Kamerlid Merkies mij in dat die schatting niet was gebaseerd op eigen CPB-berekeningen maar op onderzoek van de Europese Commissie en gebaseerd was op achterhaalde cijfers. Na wat zoekwerk op internet bleek dat inderdaad het geval. Zoals ik vervolgens in een stuk voor De Correspondent heb beschreven.
Maar Merkies en Engelen zijn toch van een andere orde dan Teulings. Niet alleen zet Teulings met zijn uitspraken de godganse politieke elite in haar hemd. En beschadigt hij zo de toch al afbladderende reputatie van het CPB verder. Ook giet Teulings hiermee net als Brouwer negen jaar eerder een fikse scheut kerosine op het toch al smeulende electorale ongenoegen.
Dit zal de polderelite Teulings niet in dank afnemen. Brouwer wilde bij zijn benoeming tot kroonlid van de SER voor geen goud herinnerd worden aan zijn ‘faux pas’ uit 2005. Teulings twitterde dit weekend dat hij de ophef niet begreep, want het stond toch allemaal al in Europa in crisis, een publicatie van het CPB uit 2011.
Allemaal goed en wel, maar schrijven dat ‘als de toename van de handel door de EMU met vijf procent ook voor Nederland geldt, dat overeenkomt met ongeveer één extra weekloon’ is toch echt wat anders dan zeggen ‘dat de voordelen van de invoering van één munt onduidelijk zijn’.
Wordt vervolgd – al was het maar in het stemhokje.